Kort door de bocht

Kort door de bocht?
Kort door de bocht?

In een reactie op mijn kanttekening “Beklag achteraf” concludeert Eelco Fijma, (oud-raadslid en secretaris van de PvdA afdeling Enkhuizen)  dat mijn opvatting over de handelswijze van de oppositie iets te kort door de bocht is. Ik heb niet de indruk dat hij dat vervelend bedoeld trouwens.

Misschien heeft hij wel gelijk. Zelf houd ik ernstig rekening met die mogelijkheid. Lees meer daarover in “Uitgangspunt”.

Maar als sommige van mijn opvattingen kort door de bocht zijn, hoe staat het dan met de opvattingen van de raadsleden? Trouwe lezers kennen mijn voorkeur voor cijfermatige onderbouwing.

Uitgangspunt is de behandeling van het Dromdossier tijdens de laatste raadsvergadering. Stella Quasten leest daar een op schrift gestelde verklaring voor.

Ze telt 1104 woorden, haar spreektijd is 7 minuten en 28 seconden. Bijna 2 1/2 woorden per seconden. Anders gezegd, een spreektijd van 4 minuten staat ongeveer gelijk aan 600 woorden en dat is ongeveer de lengte van de meeste van mijn kanttekeningen.

Maar als ik bij 600 woorden kort door de bocht ga, hoe zit het dan met raadsleden wiens spreektijd 4 minuten bedraagt? Bezitten zij over een bijzonder gave die hun in staat stelt om in vier minuten niet kort door de bocht te gaan, maar een weloverwogen en genuanceerde betoog te houden?

Stella’s betoog was voorbereid en daarom behoorlijk efficiënt voor wat betreft de inhoud. Niet voorbereide betogen zijn gewoonlijk minder efficiënt vanwege herhalingen en aarzelingen tijdens het betoog.

Als we kijken naar de oppositie dan is de spreektijd in eerste instantie als volgt; D66 (2.45), HEA (3.54) PvdA (4.21) en VVD (3.19). PvdA en HEA ongeveer gelijk aan 1 van mijn kanttekeningen. D66 en VVD aanzienlijk minder.

Kijken we naar de coalitie dan is de spreektijd, SP (4.47), CDA (1.52), CU/SGP (.55) en NE (.36). Alleen de SP komt in de buurt van één kanttekening, de overige coalitiepartijen blijven ver daaronder.

Ik zie mijn kanttekeningen als bijdrage aan een discussie. Ik heb er tussen de commissievergadering en de raadsvergadering 15 geplaatst plus nog wat reacties op hetgeen er door lezers naar voren is gebracht.

In de zelfde periode heb ik niets gelezen of gehoord over de opvattingen van de alle raadsfracties te samen. Waarom kun je mijn beschouwingen als kort door de bocht beschouwen en waarom mag je dat niet zeggen over de paar minuten spreektijd die de raadsleden gebruiken?

Het antwoord is natuurlijk simpel. Ik behoor niet tot de selecte groep die een besluit mag nemen, raadsleden  wel.

En een toelichting op de reden voor hun besluit hoeven ze niet te geven en dus doen ze het in overgrote meerderheid niet.

En voor dat je het weet is democratie niet meer dan een groepje kleurloze mannen/vrouwen die onbegrijpelijke besluiten nemen (waar ze verder geen enkele verantwoording over afleggen) en is de keuze voor voor een sterke man (die een oplossing voor alles weet) nabij.

Ik hoop alleen dat ik dat nooit hoef mee te maken.

Brief

vijzeltuinEen paar dagen te laat, maar een kniesoor die daar op let, is uiteindelijk een raadsbrief verschenen met de mooie titel “Verantwoording motie gefaseerde realisatie project SMC.

De brief kunt U hier in zijn geheel lezen

Daarin wordt uitvoerig beschreven welke stappen er na het aannemen van de betreffende motie zijn genomen.

De brief maakt afdoende duidelijk dat het oorspronkelijke plan niet zal worden uitgevoerd.

Dat wil zeggen voor wat betreft de noordelijke fase van het project. Het komt er op neer dat de parkeergarage van de baan is.

Dat dit een onmogelijke oplossing was, was ieder weldenkend mens al een paar jaar geleden al duidelijk, maar dit feit is nu ook tot de gemeente doorgedrongen.

Ik zou zeggen bravo, maar durft iemand misschien te vragen hoeveel het inmiddels heeft gekost om tot dat inzicht te komen.

Of behoren dat soort problemen na de invoering van LEAN management tot het verleden.

Uiteraard was ik nieuwsgierig naar de brief die ooit is geschreven, maar daarna herroepen en dus niet ter inzage kon worden gegeven.

Ook in deze brief wordt er naar verwezen. Niets wijst er overigens op dat de inhoud ervan herroepen is. Men heeft nadien bestuurlijk overleg gevoerd (Waarover? Als de inhoud van die brief niet meer ter zake deed) maar dat heeft niet tot resultaat geleid.

Kennelijk hanteert men bij de Nijs andere opvattingen over het herroepen van dingen dan de gemeente en blijft men stug en stijf vasthouden aan een eerder ingenomen standpunt, waarvan de gemeente ons nog steeds niet wil vertellen wat het is.

Als gevolg van die halsstarrigheid van de Nijs overweegt de gemeente om juridische stappen te nemen tegen de Nijs. Dat is een wat vage dreiging waar verder niemand zich een buil aan kan vallen.  Dat overwegen kan er net zo goed toe leiden dat men het niet doet.

Als je de bekend gemaakte overeenkomst met de Nijs leest, dan lijkt een in gebrekestelling van de Nijs een voor de hand liggende actie, maar om een of andere reden wordt dat iedere keer weer uitgesteld.  Ik heb daar wel een verklaring voor, maar om een of andere reden probeert iedereen daar omheen te praten.

Verder wordt me ook niet duidelijk waarom het presidium op voorwaarde van strikte geheimhouding moest worden geïnformeerd.  Die brief stelt dat de Raad via het presidium is geïnformeerd. Dat is niet juist. Presidium vergaderingen zijn niet geheim en de inhoud ervan kan gedeeld worden met andere Raadsleden. Voor deelname aan deze vergadering gold nadrukkelijk dat men geheimhouding in acht diende te nemen, ook ten opzichte van de andere Raadsleden. Voor Stella Quasten voldoende reden om de vergadering niet te willen bijwonen.

Ongetwijfeld kent deze brief nog veel meer subtiele verdraaiingen van de werkelijkheid ter verhulling van een beleidswijziging.

De bedoeling van dit soort brieven is gewoonlijk dat de oorspronkelijk opvattingen worden vervangen door nieuw geformuleerde opvattingen, zodat het lijkt alsof men nog steeds binnen de eerder gestelde kaders opereert.

Zou in het verleden typisch een klus voor Bokhove en Fijma zijn geweest om dat aan te tonen, maar ik denk dat ze daar (gezien de gewijzigde machtsverhoudingen) even geen zin meer in hebben.

Geen haar beter.

In een reactie op “Treurig” brengt oud raadslid Eelco Fijma een aan rationele argumenten onder de aandacht, die je zou kunnen doen besluiten tegen verbouwing van de Drommedaris te zijn.

Hij constateert terecht, dat tot dusver nergens aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheid het cultuuraanbod te verdubbelen, tot gevolg zal hebben dat de behoefte navenant zal stijgen.

Ook stelt hij, net als ik, vraagtekens bij  het accountancyrapport. Als bij alle cijfers die het stichtingsbestuur presenteerde een vet stempel staat dat zegt “geen accountantscontrole toegepast”, wat is dan nog de waarde van dat rapport.

Dat alle bedragen correct zijn opgeteld? Dat lukt de penningmeester van mijn Jeu de Boulesclub ook nog wel.

Hoewel ik dankbaar ben voor de rationele argumenten die Eelco hier opvoert, ben ik het niet eens met daarop volgende conclusie dat men de behandeling van het onderwerp controversieel had  moeten verklaren.

Iets waarop de PvdA kennelijk ook tijdens de presidium vergadering op aan heeft gedrongen, maar waarvoor kennelijk geen meerderheid bestond.

De reden die hij daarvoor ziet, is dat een nieuw college dan rustig de tijd heeft om te zoeken naar een meer acceptabele variant.

Dit gaat uit van de veronderstelling, dat er een nieuw college zal komen en dat dit bovendien ook nog in staat zal blijken te zijn wederom een nieuwe variant  te ontwikkelen.

Beide veronderstellingen lijken mij uiterst onwaarschijnlijk, hoewel ik moet toegeven dat in Enkhuizen niets onmogelijk moet worden gehouden. Ik kan daarom misschien beter zeggen, ongewenst.

Ik ben het dus (voor wat betreft het al dan niet controversieel verklaren van het dossier) eens met de meerderheid. De volledige Raad heeft ruimschoots de tijd gehad om zich een oordeel te vormen over dit dossier en zou nu een besluit moeten nemen.

Dat de oppositie in het zicht van de haven last heeft van koudwatervrees is duidelijk, maar die overwint men niet door nog eens een vergaderingetje te beleggen waarin alles weer wordt herkauwt.

SP en PvdA hinken in dit dossier op twee gedachten. Enerzijds weten ze dat er geen rationele argumenten zijn om het project te steunen, anderzijds lokt de mogelijkheid om toe te treden tot een nieuw college en wil men de handen vrij houden om concessies te doen.

Daarmee stelt men het politieke eigenbelang boven het stadsbelang en is men daarmee geen haar beter dan de zittende coalitie.

Gunsten

Eerder schreef ik, dat de volledige Raad zich (voor wat betreft de geheimhoudingsplicht) gestort had op de broodkruimel die haar door Boland genadiglijk was toegeworpen. Daarmee doe ik echter PvdA fractievoorzitter Fijma te kort.

Hij bepleitte namelijk wel degelijk om ook de geheimhoudingsplicht op het exploitatie-overzicht op te heffen.  Maar hij werd in zijn pleidooi (behoudens de SP misschien) door geen enkele andere fractie gesteund. Dit onderdeel is ook in mijn ogen van veel groter belang, dan het lijstje potentiele huurders dat nu is vrijgegeven.

Vanaf het begin waren er namelijk vraagtekens over de haalbaarheid van die exploitatie. Met name de dominante rol die de te realiseren parkeergarage daarin speelde.

In een vroeg stadium wees de vereniging Onze Zorg er al op dat de genoemde stichtingskosten onwaarschijnlijk  laag waren ingeschat en dat er (als gevolg van de parkeergaragebranden in Haarlem) ongetwijfeld aanvullende veiligheidseisen zouden worden gevraagd, die de bouwkosten alleen maar zouden verhogen.

Verder is volstrekt onduidelijk wie de koper van die parkeergarage gaat worden. Wat we wel weten is, dat de gemeente het eerste recht van koop heeft.

Of er ook een (onder provinciale bestuurders geliefde) side-letter bestaat, waarin geregeld is dat bij gebrek aan kopers, het eerste recht van koop omgezet zal worden tot een verplichting tot koop, weten we niet. Maar dat de Nijs een parkeergarage bouwt van een paar miljoen, zonder dat ze voor zichzelf zeker gesteld heeft dat die garage ook daadwerkelijk zal worden verkocht, komt me als volstrekt ongeloofwaardig voor.

Ik heb op dit blog uitgebreid geschreven over de grondtransactie van de Uilenbanen, waarbij de gemeente € 90,- m2. betaalde om zeggenschap te verkrijgen over haar eigen grond, om die zeggenschap vervolgens 3 maanden later weer van de hand te doen voor gemiddeld € 45,- m2.

Dat is geen beleid, dat is het verlenen van een gunst op kosten van de belastingbetaler. De overeenkomst de Boland 14 dagen voor de verkiezing (en zonder der Raad daarover te informeren) sloot met de Nijs, waarin die een er een schadevergoeding zou krijgen van € 500.000,- mocht het project uiteindelijk geen doorgang vinden, is ook geen beleid, maar een gunst.

Maar de meerderheid van de Raad blijft dit soort van gunsten klakkeloos slikken. Waarschijnlijk in de hoop dat hun ook eens een gunst ten deel zal vallen.

Overigens ben ik best bereid om Fijma te helpen om de discussie over dit onderwerp op gang te brengen. Maar dat hangt een beetje af of er een dezer dagen een donkerbruine enveloppe (van onbekende herkomst) in mijn brievenbus valt.

Kortzichtig

Vandaag mocht de fractievoorzitter van de PvdA, Eelco Fijma, zijn zegje doen in het NHD.

Mooie foto erbij, waarop hij peinzend in de verte kijkt.

Ik neem aan dat hem die gelegenheid gegund was, omdat wethouder Franx een week of wat eerder (in dezelfde krant) zijn ongenoegen over de PvdA kenbaar had gemaakt.

Weer en wederhoor weet je wel.

Fijma  maakt van de gelegenheid gebruik om te vertellen dat zijn partij geen betweter wil zijn. Een verstandig besluit omdat je om betweter te kunnen zijn je ook bepaalde dingen moet weten.

Wat Fijma bijvoorbeeld niét wist, is dat in het tarief voor de kosten voor het ophalen van huisvuil ook andere kosten  zijn verwerkt.

Op merkelijk, omdat ik daar op 4 maart j.l. al over schreef onder het kopje huisvuil.

De vraag was toen in of je als gemeente aanslagen mocht opleggen voor diensten, die hoger waren dan de kosten van de betreffende dienst. Strikt genomen hebben gemeenten die vrijheid niet, maar de opgevoerde veegkosten zijn een grensgeval.

Fijma had het dus kunnen weten als hij af en toe de moeite had genomen om het enige Enkhuizer blog te raadplegen, dat probeert een discussie op gang te brengen over de politieke besluitvorming in Enkhuizen.

Twee van zijn collega raadsleden deden wel een poging de kwestie te verhelderen, waarbij collega Bokhove zelfs de bijpassende links produceerde.

Had Fijma het woordje “huisvuil” getikt had in het zoekveld van dit blog, dan had hij een berichtje met als titel “kostendekkend” gevonden, waarin ik in ga op de bewering van Franx, dat het huisvuiltarief niet kostendekkend is. Beide berichten bevatten links naar de onderliggende gegevens.

Het bovenstaande toont maar weer eens aan, dat partijen (de PvdA staat hier in niet alleen) uitsluitend bronnen raadplegen waarvan ze aannemen dat die hun welgezind zijn.

Ik vind dat tamelijk kortzichtig.

Boerenfluitjespolitiek.

Als het in Enkhuizen over parkeren gaat is het altijd feest. Ook afgelopen dinsdag was het weer genieten. Fijma (PvdA) had een motie van treurnis ingediend en motiveerde dat met een strak verhaal.

De raad had een besluit genomen om betaald parkeren in twee fasen in te voerden. Gebruikelijk is dat het college dan de uitvoering van dit raadsbesluit ter hand neemt.  Voor wat betreft fase 1 was dat ook met grote voortvarendheid gebeurt, maar wanneer kwam nu eigenlijk fase 2, wilde men bij de PvdA weten. Omdat op die vraag geen antwoord werd gegeven, had ze een motie van treurnis voorbereid, die afhankelijk van het antwoord van het college wel of niet zou worden ingediend.

Lijkt me een keurig en afgewogen standpunt, dat serieus behandeld zou mogen worden, maar daarvoor zijn ze in Enkhuizen teveel gehecht aan boerenfluitjespolitiek.

Wijchers (Nieuw Enkhuizen) wilde er geen woorden over vuil maken, zolang niet zeker was dat de motie ook daadwerkelijk zou worden ingediend. Stomp (VVD/D’66) meende dat met deze motie op de persoon werd gespeeld. Een binnen de politiek gebruikelijke uitvlucht als je het niet over de inhoud wilt hebben.

Deze opvatting werd weer gesteund door van der Pluijm (Geitenwollensokken Liberaal), waarschijnlijk  omdat hij  zo gauw ook niet wist waar hij zich deze keer bij moest aansluiten.

Stomp riep ook nog dat het niet alleen de schuld van het college was, maar ook van de Raad. Dat doet hij wel vaker, om vervolgens te weigeren aan die uitspraak ook maar enig gevolg aan te verbinden. Deze opmerking viel echter wel weer in de smaak van Joke Kuijsten (CU/SGP), maar de redeneert natuurlijk erg veel vanuit de overtuiging dat wij allen zondaars zijn.

Kortom de motie van treurnis haalde het niet, maar zelf al had hij het gehaald, dan was er nog geen bloed gevloeid.

Wethouder Kok kennelijk gesterkt door deze bijstand werd zelfs overmoedig en riep richting PvdA dat ze in plaats van naar hem te wijzen beter met drie vingers naar zichzelf konden wijzen. Wat ze met die andere twee vingers moesten doen, zei hij er niet bij, maar ik heb wel een vaag idee waar ze die (volgens hem) konden steken.

Motie van Treurnis

Voor de raadsvergadering van morgen zijn er een aantal moties en amendementen ingediend. Door de SP, LQ en de PvdA. U kunt ze hier allemaal lezen. Waar SP en LQ vragen om afschaffing van de bestaande parkeermaatregelen, komt de PvdA (op basis van min of meer gelijkluidende conclusies) niet verder dan een motie van treurnis.

Beetje slappe hap vind ik zelf, maar dat komt omdat ze bij de PvdA nog steeds geloven dat digitaal parkeren de oplossing is van alle problemen.

Digitaal parkeren was oorspronkelijk een plan van wethouder Franx, (destijds verantwoordelijk voor het parkeerbeleid) en omvat slagbomen die (net als in een parkeergarage) gesloten blijven totdat je betaald hebt. Om eindeloze wachttijden te vermijden zal je meerdere uitrijbanen moeten construeren op de plaatsen waar je de stad verlaat.

Verder zal in de praktijk blijken dat het systeem ook aan storingen onderhevig is, zodat je (net als bij parkeergarages) altijd personeel te plaatse zal moeten hebben die dergelijke storingen handmatig kunnen oplossen.

Aangezien er nog steeds geen berekening is gemaakt voor wat betreft de kosten van aanleg en onderhoud van een dergelijk systeem lijkt een me een besluit daarover een sprong in het duister. Bovendien draagt het in het geheel niet bij aan het concept autoluwe stad. Immers, dit systeem toepassen impliceert ook, dat de blauwe zones gaan verdwijnen.

Kortom, het systeem waar de PvdA zijn hoop op vestigt brengt zoveel nadelen (en kosten) met zich mee, dat haar motie van treurnis (wat mij betreft en om die reden) geen schijn van kans maakt.

Overigens denk ik dat Langbroek meer recht heeft op een motie van treurnis. Hij is door wethouder Kok namelijk valselijk voorgelicht voor wat betreft het parkeerbeleid ten aanzien van buitenlandse parkeerders. Anders dan Kok voorstelde worden die namelijk (uit praktische overwegingen) niet bekeurd, omdat het innen van dergelijke bekeuringen onmogelijk is, of meer kost dan het oplevert.

Wil je dat probleem oplossen, dan zal je wielklemmen moeten plaatsen in combinatie met een wegsleepregeling. Bij behandeling van dat laatste onderdeel heeft de Raad echter al te kennen gegeven dat daar maar sporadisch gebruik van mag worden gemaakt.

Feitelijk is het valselijk informeren van de Raad een politieke doodzonde, maar ik denk niet dat Langbroek het zo hoog zal spelen en het zal houden op een motie van treurnis, waar (indien aangenomen) feitelijk geen gevolgen aan zijn verbonden.

Morrelen

Gisteren vergaderde de gemeenteraad over het procesplan bezuinigingen.

Mooie theoretische beschouwingen van Fijma en Bokhoven die echter gespeend leek van elk politiek inzicht.

Als er geld uitgedeeld moet worden, maakt het de coalitie gewoonlijk niet uit of zij haar stokpaartje kan berijden met slechts de meerderheid van één stem.

Alleen als er bezuinigd moet worden daalt de geest van gezamenlijkheid neer op de coalitie en wordt er geen gemeenplaats geschuwd om te benadrukken dat men dit toch vooral gezamenlijk moet doen.

De reden hiervoor is begrijpelijk. Voor het uitdelen van het zuur geldt dat gedeelde smart, tevens halve smart is. Voor het uitdelen van zoet heb je alleen een meerderheid nodig.

Daar kun je van alles van vinden, maar dat is nu eenmaal hoe het koekje kruimelt. Als meerderheid heb je het recht je zin door te drukken, als minderheid heb je het recht je huid zo duur mogelijk te verkopen.

Fijma en Bokhove betoogden, dat alvorens experts en deskundigen werden geraadpleegd de Raad uitspraken diende te doen over de richting waarin die bezuinigingen moesten worden gezocht.

Nutteloos, omdat ze als minderheid die richting toch niet kunnen bepalen.

Gewoon afwachten met welke concrete voorstellen het college komt en vervolgens op basis daarvan je houding bepalen.

De coalitie had bij dit alles maar één belang, voorkomen dat de oppositie zich (op basis van die bezuinigingen) zou kunnen profileren en daardoor concessies voor de eigen doelgroep zou kunnen afdwingen.

Dat is haar uiteindelijk gelukt. In ruil voor een lege dop besloot de volledige Raad dat een stuurgroep zou worden ingesteld waarin ook Raadsleden van de oppositie zitting zouden nemen.

Die lege dop bestaat er uit dat Bokhove en Fijma tijdens de eerstkomende Raadsvergadering nog even mogen rondtoeteren waar volgens hun niet op bezuinigd mag worden, maar dan is de pret uit en moeten ze in de stuurgroep accepteren dat alle opties open zijn.

Deelname aan de stuurgroep betekent natuurlijk dat je aan het einde van de rit geen andere kaders meer kunt stellen dat die er tijdens het projectplan (althans volgens het college) zijn geformuleerd.

De bevolking heeft immers gesproken en wie zijn de (tot op dat moment onzichtbaar gebleven Raadsleden) dan wel niet om daar nog aan te morrelen.

Chocoladeletter

In mijn vorige bericht schreef ik, dat ik de beide opponenten in het debat over de parkeerregulering (Fijma en Bokhove) de problematiek vanuit hun eigen persoonlijke achtergrond benaderden. Het startpunt van Fijma (jurist) was de ongelijkheid van behandeling.

Tot dusver draait de inwoner van de binnenstad als enige op voor de kosten van de parkeerregulering.

Die heeft er ook de meeste baat bij, dus de opmerking van Kuijsten dat het in het belang van elke Enkhuizer is deel ik niet helemaal.

Fijma meent dat ook de bezoekers aan de binnenstad een bijdrage dienen te leveren aan de kosten van het project. Dat klinkt alleszins redelijk  en daarom ook begrijpelijk dat de meerderheid van de Raad met hem meeging waar het de invoering van fase 2 betrof.

De invoering van betaald parkeren voor bezoekers.

Fijma had nog meer sympathieke voorstellen, zo wilde hij de nu geheven leges halveren, omdat hij berekend had dat kosten de helft minder waren dan verondersteld.

Daarbij werd hij echter snel uit de droom geholpen door het college. De werkelijke kosten waren aanzienlijk hoger dan hij had berekend, zodat de leges verlaging een nieuw tekort zou opleveren.

En daar zit hem nu precies de adder onder het gras. De opvatting van Fijma klinkt logisch en sympathiek, maar niemand heeft nog berekend wat doorgaan op de ingeslagen weg de gemeente uiteindelijk gaat kosten.

Als je de plank al volledig misslaat voor wat betreft de kosten van het bestaande traject, hoe kun je dan in hemelsnaam weten dat de kosten van het vervolgtraject lager zijn dan de te verwachten opbrengsten.

Je hebt dan weliswaar een rechtvaardiger ogend project (omdat ook bezoekers bijdrage aan de kosten) maar als de kosten voor dat traject hoger zijn dan de opbrengsten, dan zijn de inwoners van Enkhuizen alleen maar slechter af.

Ze betalen dan nog meer dan nu, voor het bereiken van een doel, dat niet duidelijk gedefinieerd is en daarom ook niet meetbaar is.

De insteek van Bokhove, die als wiskundige problemen waarschijnlijk  anders benaderd dan een jurist, was in dat opzicht ook zakelijker in mijn ogen.

Wat heeft het voor zin om een systeem te handhaven, dat de burgers nu alleen maar geld kost en verder niet bijdraagt aan de oplossing van een probleem  waarvan we de juiste omvang nog niet eens kennen.

Waarom verder gaan op de ingeslagen weg als we de kosten daarvan (zelfs bij benadering) niet kunnen inschatten?

Misschien is er een compromis mogelijk tussen de opvattingen van Bokhove en Wijchers.

De opvatting van Wijchers, waar ik aanvankelijk geen chocola van kon maken, kon nog wel eens de sleutel tot succes zijn.

Aan de rand van de stad parkeergelegenheid, waar alleen tegen betaling voor langere tijd geparkeerd kan worden. In de binnenstad een ruim aanbod van blauwe zone’s, waar zonder betaling, maar uitsluitend voor korte duur geparkeerd kan worden.

Als je het oorspronkelijke vergunningengebied als uitgangspunt neemt en dat tot blauwe zone verklaard, hebben alleen de bewoners van dat gebied een vergunning nodig om aan het de tijdsbeperking te kunnen ontsnappen.

De rest van de inwoners hoeven geen vergunning aan te schaffen, kunnen ook het vergunningen gebied per auto bezoeken, maar zijn daarbij (net als iedere andere bezoeker) gebonden aan een tijdslimiet.

Strikt toezicht op naleving van de tijdslimiet en op een ordentelijke wijze van  parkeren, doet de rest. Dat toezicht zal er (onder welk systeem we ook kiezen) altijd nodig zijn.

De binnenstad wordt daarmee misschien niet zo luw als de bewoners ervan zich wensen.

Maar hen zal in dat geval duidelijk moeten worden gemaakt, dat het wonen in de binnenstad naast voordelen ook wat nadelen met zich meebrengt.

En dat het van hen onredelijk is om te verlangen dat de gemeente honderdduizenden euro’s moet uitgeven om hen de overlast die zij menen te ondervinden (voor wat betreft parkeren) te besparen.

Het exploiteren van parkeerterreinen aan de rand van de stad zal waarschijnlijk geld kosten, maar lang niet zoveel als de introductie van een betaald parkeren systeem voor de hele binnenstad. Bewoners, die buiten het vergunningengebied wonen, hoeven geen vergunning meer aan te schaffen.

Zelf vind ik het wel een aardig idee. Als Wijchers en Bokhove hun wederzijdse aversie even laten rusten en ophouden elkaar vliegen af te vangen, heeft het misschien kans van slagen.

Wethouder Kok kan niet anders dan voorstander zijn, omdat het aantal borden dat hij (onder dat regiem) kan verwijderen, aanzienlijk zal zijn en hij dus zijn verkiezingsbelofte volledig kan waarmaken.

De gemeente kennende denk ik dat er voor mezelf niet meer dan een chocoladeletter in zit.

Chocola

Gisteravond alweer een keuze tussen Ajax en de Raad.

Omdat vergaderingen over het parkeerbeleid meestal chaotisch verlopen (altijd leuk) en Ajax niet echt in zijn goede doen lijkt, toch maar voor de Raad gekozen. Twee keer mis. Ajax speelde goed en bij de Raad verliep alles ordentelijk.

Dat laatste kwam natuurlijk omdat de discussie in de Raad zich feitelijk afspeelde tussen de twee stromingen binnen de oppositie.

SP en LQ aan de ene kant en PvdA en CU/SGP aan de andere kant. De coalitiepartijen, die op dit punt geen idee hebben waar ze voor of tegen zijn, hielden wijselijk hun mond.

De persoonlijke achtergrond van de twee belangrijkste woordvoerders (Bokhove en Fijma) speelde een belangrijke rol bij de opbouw van hun betoog.

Fijma (jurist) constateerde terecht dat betaald parkeren allang was ingevoerd (in weerwil van hetgeen de coalitiepartijen daarover beweerden) maar vond het onrechtvaardig, dat (tot dusver) alleen de inwoners van de binnenstad de kosten voor hun rekening hadden genomen.

In zijn visie dienen ook de bezoekers van Enkhuizen daar aan bij te dragen.

Daar valt uit het oogpunt van rechtvaardigheid niets tegen in te brengen. Probleem is alleen het vinden van een effectieve methode waarin dat gebeurd. Fijma noemde in dat verband nog even de digitale tolpoorten, maar ik vrees dat dit systeem niet het beoogde resultaat zal opleveren.

Bokhove (wiskundige) had een geheel andere insteek. Hij betwistte dat het ingevoerde systeem het beoogde doel (autoluwe binnenstad) ook maar een meter dichterbij had gebracht.

Ook met de voorgestelde verfijningen zou dat niet gebeuren.

Het bewijs dat dit wel zo was, was niet geleverd en zou ook nooit geleverd kunnen worden, dus waarom doorgaan op de ingeslagen weg, die onvermijdelijk tot nieuwe lastenverzwaringen zouden leiden.

Het zijn alle twee valide standpunten en het was goed om te horen dat de beide opposanten elkaars standpunt met respect behandelden.

De SP/LQ opvatting, (beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald) haalde het uiteindelijk niet. De meerderheid (waaronder de coalitiepartijen) meenden toch dat men op de ingeslagen weg verder moest gaan.

Blijft over te vermelden, dat “doorpakker” Wijchers de positie van Nieuw Enkhuizen meende te moeten verduidelijken.

Daar blijkt men VOOR de invoering van betaald parkeren te zijn, maar er op TEGEN te zijn, dat dit in de binnenstad gebeurd.

Ik kan daar verder geen chocola van maken, maar wellicht wil een oplettende lezer me duidelijk maken wat ze daar nu weer mee bedoelen.