Pot verwijt de ketel

Afgelopen maandag nam ik een bescheiden opstand waar tijdens een ingelaste gemeenraadsvergadering. De oppositie wilde het CUP (College Uitvoering Programma) evalueren. Dat had al eerder moeten gebeuren maar zoals u weet heeft iedereen het, druk, druk, druk.

Het college wilde dus wachten met evalueren van het CUP tot na het reces en dus bedacht voorzitter van Zuijlen een list. Voor elke vergadering dient een definitieve agenda te worden vastgesteld.

Bij dat agendapunt liet van Galen (CDA) weten geen behoefte te hebben aan een evaluatie op dat moment, maar een voorkeur te hebben voor een evaluatie in het najaar.

Dat was een raadsmeerderheid het met hem eens. Met als gevolg, dat de agenda leeg was en de vergadering binnen 20 minuten was afgelopen.

Dat viel niet lekker bij de aanvragers van de vergadering, raadslid Stomp (VVD) en raadslid Keesman (SP).

Stomp aarzelde niet om meteen grote woorden te gebruiken. Zoals disrespect voor de democratie door de voorzitter. Dat kwam me allemaal een beetje overdreven voor. Ook de opvatting van Keesman, dat ze dit nooit eerder mee had gemaakt, sneed weinig hout.

De weigering om een agendapunt te behandelen lijkt me een recht van de raad, waar ze overigens zelden of nooit gebruik van maakt. Ook niet als daarvoor een uitstekende reden bestaat. Bijvoorbeeld wanneer het college op het allerlaatste moment nog stukken toevoegt.

Ik heb nog nooit meegemaakt dat de raad dan om uitstel vroeg. Trouwens hoe democratisch was de raad toen men mij het recht ontnam om me tot hen te richten. Met het verzoek een taxatierapport in te zien om te kunnen beoordelen of dat rapport geheim moest blijven.

Dus wat mij betreft hebben de verwijten van de oppositie een hoog pot verwijt de ketel gehalte.

Dat neemt verder niet weg, dat het voeren van oppositie een ondankbare en moeilijke bezigheid is en dus verdient elke oppositie steun voor het feit, dat ze deze ondankbare taak op zich neemt.

Maar vervul hem met trots en verval niet in geweeklaag.

Struisvogelpolitiek.

Terwijl het in de landelijke politiek zo’n beetje “all hands on deck” is vanwege een bestuurscultuur die zich zou moeten aanpassen, heerst er op lokaal niveau een doodse stilte.

Ik denk niet, dat mijn conclusie, dat de gemeente miljoenen is misgelopen door haar manier van aanbesteden, met veel meer dan een schouder ophalen (door de verantwoordelijke politici) zal zijn ontmoet.

Voor zover ik weet zijn er maar twee lokale politici werkelijk geïnteresseerd in wat er zich (in financieel opzicht) rond het REZ heeft afgespeeld.

Van Galen (CDA-raadslid) en van Gangelen (EV!-commissielid).

De rest zal het klaarblijkelijk allemaal worst wezen. Voor zover ik heb kunnen nagaan hebben CU/SGP, D66, PvdA, VVD niet eens de moeite genomen om kennis te nemen van de inhoud van het rapport.

Zodat er vanuit die partijen (totaal 7 leden, dus een substantiële minderheid) überhaupt niets zinnigs over de inhoud kan worden opgemerkt.

De rest die het wel gedaan heeft doet er het zwijgen toe, waaruit je zou kunnen afleiden, dat wie zwijgt, instemt met hetgeen er is gesteld. Echter, ergens me instemmen is één ding, de wil om tot iets te besluiten is een ander en die wil heb ik nog niet kunnen ontdekken.

Het probleem is natuurlijk, dat de overgrote meerderheid van de raad over dit onderwerp van toeten noch blazen weet. Men is waarschijnlijk nog niet eens tot het besef gekomen, dat men (als democratisch instituut) doelbewust buiten de besluitvorming is gelaten.

Kennelijk vindt men het volkomen normaal, dat documenten op basis waarvan verstrekkende besluiten werden genomen (zoals de verkoop van grond i.p.v. het in erfpacht uitgeven van grond), niet bestaan of, als ze wel bestaan, geheim worden verklaard.

Dat de uitgangspunten, op basis waarvan een zeer omvangrijke grondtransactie had plaatsgevonden, lang nadat transactie was voltooid, niet openbaar zijn.

Met als geen ander doel, een discussie over die uitgangspunten en het afleggen van verantwoording over die keuze, te voorkomen.

De ambitie van de meerderheid van de zittende raad gaat niet veel verder dan op beschaafde wijze meebabbelen met een college, dat op haar beurt de handen vol lijkt te hebben met het beheren van een Doofpot.

Kortom, in plaats van “all hands on deck”, struisvogelpolitiek.

Minutieus verslag.

De vraag die het NHD zich in de krant van afgelopen zaterdag ogenschijnlijk stelde was, heeft Segerius gelijk met zijn mening, dat het gemeentebestuur het recreatieoord (als gevolg van haar manier van uitvoeren) heeft verkwanseld.

Door middel van haar doen en laten heeft het NHD haar opvatting over die mening eigenlijk al kenbaar gemaakt. Ze neemt haar niet serieus en volgt zodoende de breed gedeelde opvatting van de bevoegde instanties, die haar evenmin serieus neemt.

De krant denkt kennelijk, dat zij het door haar ingenomen standpunt (het niet serieus nemen van mijn standpunt) kan rechtvaardigen door deskundigen, die haar opvattingen bevestigen, in de krant aan het woord te laten.

De keuze van haar deskundigen spreekt echter boekdelen. Het zijn namelijk stuk voor stuk belanghebbenden die de krant ten tonele voert.

De directeur van Droomparken (Bruil) zal nooit of te nimmer zout in de wonde wrijven door te beweren dat de gemeente zich door P.Tuin en partners, knollen voor citroenen heeft laten verkopen. Hij zag slechts een deal voorbijkomen, die het waard was om over te nemen.

Wat hij er voor betaald heeft weten we niet. Het gerucht gaat dat de P. Tuin en partners er gezamenlijk 2 miljoen beter van zijn geworden. Wat geen slechte beloning is voor 2 jaar onderhandelen over een concessie, om het REZ (naar eigen smaak) te mogen inrichten.

Kortom Bruil is te nauw bij de gang van zaken betrokken om hem als objectief te bestempelen. De opvatting van de wethouder is duidelijk, mijn mening kan niet waar zijn, omdat als zij waar zou zijn, je dan slechts kunt concluderen, dat het gemeentebestuur dom is geweest.

Blijft over de laatste deskundige die het NHD ten tonele voert. CDA raadslid Van Galen. Ooit adviseur van Landal Greenparks.

Hij heeft niet alleen affiniteit met het onderwerp, maar steekt qua kennis over het onderwerp, met kop en schouders boven zijn collega raadsleden uit. Daarbij komt, dat hij sinds kort ook weet welke ramingen er door Orez (d.m.v. haar exploitatierapport) aan het gemeentebestuur zijn voorgelegd.

Dus ook de raming van de kosten voor aanleg en onderhoud van het openbaar gebied, waarvan Van Galen zegt dat ze 10 miljoen bedragen. Een redelijke winst over die investering lijkt me 10%, waardoor de totale kosten (investeringen) in publieke werken stijgt naar 11 miljoen.

Daar tegenover moet een geraamde opbrengst staat van 11 miljoen. Er blijkt uiteindelijk € 11.335.000,- te zijn geraamd, zodat er bod op de concessie kan worden uitgebracht van € 335.000,-. Hetgeen ook is gebeurd.

In hetzelfde bericht zegt Van Galen overigens er van overtuigd te zijn, dat er door Droomparken 15 miljoen winst gemaakt wordt. Laten we hopen dat hij daarmee opbrengst bedoelt.

15 miljoen geraamde opbrengst minus 11 miljoen geraamde kosten (inclusief een winst van 1 miljoen) is 4 miljoen extra winst boven de reeds gecalculeerde 1 miljoen winst. Ofwel, op een investering van 10 miljoen in het openbaar gebied wordt er (op basis van de door Van Galen gehanteerde rekenmethode) 5 miljoen winst gemaakt door Droomparken.

Van Galen doet dat af als een meevallertje voor de ontwikkelaar, ik beschouw het als een ernstige tekortkoming van de gemeentelijke onderhandelaars, de bestuurders en haar toezichthouders.

En daar ligt mijn werkelijke verschil van mening met Van Galen. Klaarblijkelijk zijn we het eens over het bedrag dat de gemeente is misgelopen. Waar we het niet over eens zijn is de oorzaak. Van Galen noemt als direct betrokkene (hij is toezichthouder) marktomstandigheden, maar levert daarvoor geen bewijs.

Mijn verklaring voor de gang van zaken (als buitenstaander) is, dat onbekwame onderhandelaars, werden aangestuurd door onbekwame bestuurders, onder het toezicht van onbekwame toezichthouders.

Twee maal raden welke verklaring de toezichthouders (inclusief Van Galen) als enig juiste zullen accepteren, ook al is daar geen enkel bewijs voor geleverd en weigert men nog steeds inzage te geven in de documenten, waarop de genomen besluiten zijn gebaseerd.

Uiteraard de verklaring die de toezichthouders, bestuurders en ambtenaren zal vrijpleiten van elke verantwoording voor het inkomstenverlies dat de gemeente (door onbekwaam handelen) heeft geleden.

Waarna de krant, zonder ook maar één kritische vraag te stellen, over die conclusie een minutieus verslag zal uitbrengen.

Tot op de bodem.

Hoewel ik na lang soebatten de Anterieure Overeenkomst tussen gemeente en Orez had weten los te peuteren, waren de daarin voorkomende bedragen op deskundige wijze weggelakt.

Feitelijk geen probleem, onroerend goed transacties zijn in Nederland openbaar. Vroeg of laat zou de prijs, waartegen de gemeente haar grond had verkocht toch wel op duiken.

En inderdaad, er bleek een acte van overdracht te zijn. De daarin genoemde maximale prijs voor de over te dragen grond was € 335.000,-.

Zelf vond ik dat best wel nieuwswaardig feitje en was daarom toch wel enigszins verbaasd, dat het NHD van dát feit, nooit melding heeft gemakt. Naar ik nu besef, omdat gezagdragers haar hadden verteld, dat er meer was, dan die door het kadaster genoemde € 335.000,-.

Dat wist ik natuurlijk ook wel en ik had ook geprobeerd om dat boven tafel te krijgen, maar die informatie (over de verder van Orez verlangde tegenprestatie) bleek geheim te zijn.

Waar ik pogingen in het werk stel, de door het college opgelegde geheimhoudingsplicht opgeheven te krijgen, volgt het NHD gezagsgetrouw de opvatting van de autoriteiten en zwijgt de kwestie dood.

Als ik mijn correspondentie met de gemeente voorleg aan de jurist van RADAR, oordeelt die, dat de reden voor geheimhouding, die de gemeente Enkhuizen aanvoert, volslagen onzin zijn.

Ik neem aan, dat de krant ook over een jurist kan beschikken die hetzelfde had kunnen vaststellen. Maar de drang, om gehoor te willen geven aan de wensen van de bevoegde instanties is (bij het NHD) kennelijk groter, dan de (bij kranten veronderstelde) drang tot onafhankelijke berichtgeving.

Dus loopt het NHD, voor wat haar berichtgeving betreft, netjes in lijn met wat de bevoegde instanties, nieuwswaardig vinden.

De tamelijk hysterische berichtgeving over zogenaamd illegale verkooppraktijken van de, tot dan toe de hemel in geprezen zakenrelatie (Droomparken), vormt daarop geen uitzondering.

De nadruk ligt op de daadkracht van de overheid, die enorme dwangsommen (die nooit betaald hoeven worden) oplegt. Het beest dat Droomparken heet, is daarmee op doeltreffende wijze door een daadkrachtige overheid getemd.

In die opgeklopte hysterie speelt ook het raadslid van Galen, ooit adviseur van Landal Greenparks, een rol van betekenis. Hij is het, die na de verontrustende verhalen over de verkoopactiviteiten loco-burgemeester Luyckx aanspoort tot het nemen van drastisch maatregelen.

Waar de burgemeester onmiddellijk gehoor aan meende te moeten geven. Door de inschakeling van de politie, om zodoende een einde te kunnen maken aan de (orde verstorende) activiteiten van haar (tot dan toe) gewaardeerde zakenrelatie (Droomparken).

Waarna dezelfde activiteiten elders (op de camping) werden voorgezet. Het is in dit land namelijk nog steeds niet bij wet verboden om je best te doen de huizen te verkopen, die je ter verkoop aanbied.

Naast raadslid en (vakantiepark) deskundige van Galen, mocht ook voormalig wethouder Struijlaart een duit in het zakje doen over de prangende vraag, waar het NHD klaarblijkelijk nog altijd mee worstelt, maar waar ze nu eindelijk het antwoord op wil weten.

Heeft criticaster Segerius gelijk, als hij beweert dat het recreatieoord door het gemeentebestuur is verkwanseld.

Wethouder Struijlaart was de voorgaande week al (paginagroot) door het NHD op het schild gehesen. Vanwege zijn verklaring over de “echte” problemen van Enkhuizen (en daar hoorde het REZ, waar hij tot voor kort verantwoordelijk voor was geweest, niet bij). Ook in het beantwoorden van deze vraag stelt hij de krant niet teleur.

Over het verkwanselen van het REZ merkt hij op, dat het niet waar is, omdat het dom zou zijn, als het wel waar was. Na dit ijzersterke argument tekent het NHD uit zijn mond op, dat wat hem betrof, de geheimhouding op exploitatieopzet en de overige documenten had kunnen worden opgeheven.

Hij had daar al eerder om gevraagd, maar kennelijk is er binnen de gemeente een hogere macht, dan de politiek verantwoordelijke wethouder (wellicht de ambtelijke organisatie), die het onmogelijk had gemaakt om aan zijn uitdrukkelijke wens (tot het openbaar making van de stukken) te voldoen.

Enfin, ik neem aan dat het NHD deze tegenwerking van de wethouder tot op de bodem gaat onderzoeken. Morgen verder over de opvattingen, die het NHD uit de mond van Van Galen wist op te tekenen.

Met vlag en wimpel.

In de krant van afgelopen zaterdag noemt het NHD mij een criticaster, dat is iemand die negatieve kritiek levert, ook wel muggenzifter genoemd en dat is nog een gematigde kwalificatie.

En om die kwalificatie kracht bij te zetten, mochten een drietal onafhankelijke geesten elders in de krant (maar liefst twee pagina’s lang) aangeven waarom ik in hun ogen de dingen verkeerd zie. Raadslid van Galen, voormalig wethouder Struijlaart en Droomparken directeur Bruil.

Volgens de krant bestaat mijn voornaamste kritiek uit het feit dat de gemeente haar concessie tot de herinrichting van het REZ voor slechts € 335.000,- heeft verkocht. Dat is een wat eenzijdige voorstelling van zaken. Ik heb ook kritiek gehad op het feit, dat de raad zich van het college niet mocht bemoeien met de uitvoering.

Dat de grond niet, zoals in Bovenkarspel, in erfpacht is uitgegeven. Dat de raad niet in de gelegenheid is gesteld om haar mogelijke bezwaren tegen de verkoop van grond (artikel 169.4 gemeentewet) te uiten.

Dat het misschien niet heel erg verstandig is, om de adviseur van Droomparken je bestemmingsplan te laten maken. Omdat hij dingen “vergeet” die je dan later weer (tegen hoge kosten) alsnog in je bestemmingsplan moet laten opnemen.

Waarop ik ook kritiek op had was het feit dat er door Orez nooit een poging is gedaan om het ZZM mee te krijgen in haar plannen, zodat je er zeker van kon zijn, dat het plan waar ze iedereen lekker voor hadden gemaakt (in de voorgestelde vorm) nooit zou worden uitgevoerd.

Zodat Orez, inmiddels eigendom van Droomparken, terug kon vallen op een, qua kostprijs, veel goedkoper plan.

Verder had ik kritiek op het feit dat de oude camping verhuisd werd naar een plek waar ze feitelijk niet mogen staan. Dat de passantencamping gesitueerd werd in een openbaar gebied en dat daardoor de publieke parkeervoorziening ontoereikend zal zijn.

Inderdaad, ik heb het gewaagd kritiek te leveren op dingen, die in mijn ogen verkeerd gingen.

Allemaal gebaseerd op eigen onderzoek op basis van openbaar toegankelijke bronnen. Zaken die het NHD volkomen zijn ontgaan, omdat de gemeente nu eenmaal geen persberichten verstrekt over dingen die verkeerd zijn gelopen.

Als de ambitie van het NHD niet verder reikt, dan een betrouwbare spreekbuis voor de lokale overheid te willen zijn, dan is ze daar (wat mij betreft) met vlag en wimpel voor geslaagd. Ik schaam me er niet voor om een andere ambitie te hebben.

Gansch het raderwerk

In de krant van zaterdag een soort van terugblik op wat je een turbulente week op het recreatieoord Enkhuizerzand zou kunnen noemen. Een (door de lokale pers) nogal aangewakkerde storm in een glas water.

Wat is er aan de hand? Droomparken heeft op het terrein van het toekomstige vakantiepark een informatiegebouwtje geplaats, dat door de krant steevast een tent wordt genoemd.

Voor het plaatsen van het gebouwtje is vergunning aangevraagd, maar nog niet verleend. Het is in bedrijf genomen voor het organiseren van informatiedagen.

Vooropgesteld dat er geen redenen zijn om de vergunning te weigeren, zie ik die voortijdige ingebruikname niet als een halsmisdrijf.

[In het noordelijke deel van het recreatieoord heeft het college zonder enig bezwaar een ontheffing verleend voor een verbod tot plaatsen van stacaravans, lang nadat ze waren geplaats.

De vergunning voor het informatiegebouwtje was 3 februari aangevraagd. Het verlenen van vergunningen is vaak alleen maar een administratieve bezigheid, waarbij de gemeentelijke snelheid van werken soms botst met de snelheid van werken van de aanvrager.

De eis tot afbraak van het gebouwtje (omdat er nog geen vergunning is verleend) komt me dan ook als zeer overdreven voor.]

Hetzelfde geldt eigenlijk voor het informeren van toekomstige investeerders in het park. Zo’n 70% van de huisjes worden gefinancierd door mensen die de aanschaf van zo’n huisje als een winstgevende beleggingsobject beschouwen. De overige 30% koopt het als tweede woning en verhuurt niet.

Dat je mensen warm wilt maken voor het doen van zo’n investering zie ik dan ook niet als een illegale activiteit. Dat daarbij ook een hapje en drankje wordt geserveerd, lijkt me evenmin opzienbarend en daarom (voor de krant) het vermelden waard.

Geen reden voor paniek lijkt me dus. Ook geen noodzaak de sterke arm der wet in te schakelen, zaken te verbieden of dwangsommen op te leggen. Toch is dat wat er is gebeurd of staat te gebeuren.

Aanleiding is voor dit alles was de verklaring, die wethouder Heuting (vanwege afwezigheid van Struijlaart) tijdens de vergadering van afgelopen dinsdag, voorlas.

Daarin werd melding gemaakt van de teleurstelling, die door sommigen was uitgesproken over het type woningen dat Droomparken wilde aanbieden. Die dienen in overeenstemming te zijn met het beeldkwaliteitsplan. Daarover was nog geen overleg geweest tussen gemeente en Droomparken.

De wethouder stond verder stil bij de reden voor vertraging van de aanleg van het openbaar gebied (kustboog met strand). Bezwaren die aan de Raad van State waren voorgelegd door de IJsselmeervereniging en het Comité Enkhuizerzand.

Als gevolg van die bezwaren kunnen werkzaamheden aan de kustboog pas in het voorjaar van 2022 worden uitgevoerd. Bovendien kunnen ze alleen worden uitgevoerd, als de RvS de bezwaren van de Vereniging en het Comite heeft verworpen.

Verder verklaarde de wethouder, dat informatiedagen niet door zouden gaan en het gebouw zou worden afgebroken. Dat soort van verklaringen passen zonder twijfel in het zelfbeeld van ambtenaren en bestuurders, samengevat in “gansch het raderwerk staat stil, als uw machtige arm dat wil”.

Helaas, ik ben bang, dat vandaag de dag, de zaken toch net iets gecompliceerder liggen.

Waarom zou je een gebouw afbreken, als de vertraging bij het afgeven van een vergunning niet door jou is veroorzaakt, maar door de gemeente. En sinds wanneer is het aan ambtenaren van de gemeente om te bepalen met wie (en op welk tijdstip) je mag overleggen over de verkoop van je huisjes?

Ik wil wethouder Heutink graag geloven, maar denk toch dat de werkelijkheid iets anders in elkaar steekt. Het gebouw blijft gewoon staan en die dwangsom zal ook wel niet doorgaan.

En dan het staartje waar raadslid Van Galen op doelt. Dat is het staartje tussen zijn benen, na ontvangst van de brief van de advocaat van Droomparken waarin hem wordt verzocht zijn kwalificatie “zeer onbetrouwbare actie” terug te nemen.

Achter de rug om.

Hoewel het formeel de taak van de raad is om er op toe te zien, dat het college haar werk naar behoren vervult, krijg je in Enkhuizen een schrobbering van de burgemeester als je er blijk van geeft die taak serieus te nemen.

Althans dat lot viel raadslid Van Galen (CDA) gisteren ten deel. Dat de onderhandeling met de provincie door het college dienen te worden gevoerd betwist niemand.

De constatering van de burgemeester, dat Van Galen zich (achter de rug om van het college) wel met de onderhandeling had bemoeit (door te spreken met provinciale medewerkers) is absurd en onjuist.

Volgens mij heeft van Galen helemaal niet met de provincie onderhandeld. Hij heeft (als enige raadslid) zich er van vergewist of de beweringen van het college overeenkwamen met beweringen van de provincie.

Ik heb hetzelfde gedaan met betrekking tot de raadsbrief van 19 november en gevraagd of deze brief een juiste weergave was van de ontmoeting, die had plaatsgevonden tussen gedeputeerde Loggen en de afvaardiging van B&W van Enkhuizen.

Het uiterst diplomatieke antwoord van de woordvoerder van de gedeputeerde was. “We herkennen ons niet in de weergave van het verslag.”

Niet ongebruikelijk. “Wie schrijft, blijft”, luidt het gezegde. Degene die het verslag maakt, zorgt er voor dat zijn eigen rol onberispelijk is. Het is naïef te veronderstellen, dat B&W van Enkhuizen daar een uitzondering op is.

Kortom raadslid Van Galen heeft gedaan wat hij behoorde te doen en wat alle die andere raadsleden hadden moeten doen. Niet gewoontegetrouw er van uitgaan, dat beweringen van het college juist zijn, maar nagaan of daar werkelijk sprake van was.

De oorlogsstemming jegens de provincie, die men zich binnenskamers laat aanpraten is alleen maar contraproductief. De provincie laat zich echt niet van de wijs brengen door dreigementen met juridische procedures.

Er zijn door college en raad enorme beoordelingsfouten gemaakt. De aandacht daarvan afleiden door de oorlog aan de provincie te verklaren werkt misschien voor even, maar de waarheid zal uiteindelijk toch zegevieren.

Trekpoppen

Tijdens de laatste raadsvergadering van het jaar kwam het REZ weer even ter sprake. Door middel van een motie vreemd aan de orde van de dag.

De motie kunt u hier lezen. Ze draagt het college op het volgende te doen.

  1.  om met het oog op noodzakelijke goede bestuurlijke verhoudingen, alles in het werk te stellen om langs de weg van intensief diplomatiek overleg met gedeputeerde staten tot een oplossing te komen;
  2. om daarnaast voorbereidingen te treffen voor het inzetten van alle juridische instrumenten, waaronder bezwaar, beroep, en voorlopige voorziening, binnen de termijnen die de wet hieraan stelt en gaat over tot de orde van de dag.

Deze opdracht is door alle fracties (met uitzondering van het CDA) ondertekend.

Als reden voor de motie noemt de raad een aantal gebeurtenissen waarbij ze niet zelf aanwezig is geweest. Een daarvan is de bijeenkomst van 19 november waarin onze burgemeester meent op onjuiste wijze te zijn bejegend door de gedeputeerde van de provincie.

Over die bijeenkomst is een raadsbrief geschreven die u hier kunt lezen. In die brief  beweert B&W iets opmerkelijks. Namelijk, dat de gemeente was uitgenodigd door de gedeputeerde voor een bespreking, maar dat die geweigerd had om de delegatie uit Enkhuizen (onder leiding van burgemeester Eddy van Zuijlen) te woord te staan.

In de wandelgangen wordt beweerd, dat onze burgemeester zich in zijn waardigheid voelde aangetast. Wat geloofwaardig klinkt en voeding geeft aan de gedachte dat deze motie een overhaaste poging tot eerherstel van de burgemeester is.

Vanwege die opmerkelijke bewering van het college heb ik aan wederhoor gedaan en de gedeputeerde gevraagd of de raadsbrief een correcte weergaven bevatte van de gang van zaken. Die liet via zijn woordvoerder weten, zich niet te herkennen in hetgeen door B&W op schrift was gesteld’.

Er zijn dus twee versies van de werkelijkheid. De raad is er zo van overtuigd dat haar versie (binnenskamers ingefluisterd door het college) de juiste is, dat ze het college heeft opgedragen om haar gelijk (en dat van het college) desnoods voor de rechter uit te vechten.

Na zich 4 jaar lang niet met de uitvoering te hebben bemoeid, ziet de raad plotseling wel reden om zich er mee te bemoeien. En geeft ze (op basis van gekunstelde argumenten en kennis waar ze niet zelf over beschikt) opdracht om te gaan procederen.

Over de gekunstelde argumenten een andere keer, maar in plaats van de bewering van het college op juistheid te beoordelen neemt de raad ze klakkeloos over en toont zo voor de zoveelste keer aan wat haar taakopvatting is. Met uitzondering van het CDA lijkt de Enkhuizer raad te willen fungeren als trekpop voor het college.

Want als het college ook maar een seconde had gedacht, dat deze motie een bruikbare weg voorwaarts zou zijn, dan had ze de raad een voorstel gedaan.

Nu verstrekt de raad een opdracht. Het verschil is, dat als deze opdracht nergens toe zal leiden, hetgeen in de lijn der verwachting ligt, het college niets valt te verwijten. Men voert immers een opdracht van de raad uit.

Deze motie zal, zoals Van Galen terecht opmerkte, de verhouding met de provincie alleen maar doen verslechteren en de in het vooruitzicht gestelde procedures zullen alleen maar verdere vertraging opleveren en kosten met zich meebrengen.

 

Even navragen.

Natuurlijk is het leuk als vanuit onverdachte bron (mijn voormalige huisarts) wordt bevestigd wat je al jarenlang beweert. Namelijk, dat de raadsleden liever een beetje tegen B&W aanschurken, dan dat ze bezig zijn met het houden van toezicht.

Met als gevolg, dat als dingen misgaan, ze meteen ook spectaculair misgaan. Het SMC in de Vijzelstraat is inmiddels verkocht en de nieuwe eigenaar bepaalt het tempo van de verdere ontwikkeling. Na 10 jaar valt de eerste activiteit in de Vijzelstraat te bespeuren.

Hetzelfde geldt ook voor het REZ.

In juridisch opzicht is er een nieuwe eigenaar en is hij degene die bepaalt welke vervolgstappen er worden genomen.

De raad, die er geruisloos mee instemde, dat de grond op het recreatieoord verkocht werd (zonder te weten tegen welke prijs) heeft min of meer blindelings een bestemmingsplan goedgekeurd.

Of dat een verstandig besluit is geweest, is nu aan de provincie (en daarna de rechter) om te beoordelen.

De gang van zaken heeft opnieuw bevestigd, dat als het college roept “spring”, de raad alleen maar wil weten, “hoe hoog” en dat de kiezer, wat hij ook doet, altijd buitenspel blijft staan.

Dat is niet langer alleen mijn ervaring, maar inmiddels ook de ervaring van het comité tot behoud van het Enkhuizerzand onder leiding van Cees Miedema.

En ziedaar, Van Galen (CDA) maakt bezwaar tegen deze voorstelling van zaken en geeft zijn mening in de krant van maandag. Hij is nogal gepikeerd, dus laat ik zijn bezwaren “van nu” even vergelijken met wat hij daadwerkelijk (tijdens de raadsvergadering) naar voren heeft gebracht.

In plaats van mij (of wie dan ook) te geloven kunt u het zelf controleren door deze link aan te klikken. Selecteer vervolgens de spreker en het agendapunt. Volgens mij heeft Van Galen in vier beurten totaal 6 minuten en 4 seconden gesproken.

Heeft hij er in die tijd tot drie maal toe op “gehamerd” (zoals hij de krant laat optekenen) dat er maximaal 150 woningen mochten komen. Niet echt, tijdens de raadsvergadering heeft hij (vanaf minuut 28.00 ) het over een “verzoek” aan de ontwikkelaar om het op minimaal 180 woningen te houden. (Dat is 20 minder dan het maximale aantal)

Van Galen zou moeten weten, dat het verzoek aan de ontwikkelaar (niet eens in een motie vastgelegd )iets anders is, dan te eisen dat het bouwvolume omlaag moet.

Dat ze bij het CDA op enig moment ooit uitstel hebben overwogen zal ongetwijfeld waar zijn, zoals alle partijen dat op enig moment zullen hebben “overwogen”. Waar ze echter  (na onderling overleg) toe hebben besloten is GEEN UITSTEL.

En tot slot zijn bestudering van 8oo pagina’s met bijlagen. Als hij die had bestudeerd dan had hij geweten, dat het bestemmingsplan en tal van de bijbehorende bijlagen gewoon zijn ingekocht bij daarin gespecialiseerde bedrijven en dat derhalve zijn compliment aan de ambtelijke organisatie (als gedaan tijdens de raadsvergadering) alleen maar bedoeld kan zijn als een poging om bij die organisatie een wit voetje te halen.

Er valt dus nogal wat af te dingen op hetgeen Van Galen de krant laat optekenen. Of dat ook geldt voor wat betreft zijn bewering, dat Miedema het er mee eens was, dat het CDA de enige partij was die kritisch is geweest over de massaliteit van het plan, weet ik niet.

Maar ik ben wel van plan dat even na te vragen. Hieronder het krantenbericht.

19-12-2a