Ringeloren.

Ik heb twee verslagen gezien van de hoorzitting op het provinciehuis over de bezwaren van de Enkhuizer raad over de kostenverdeling van het SED. Ze zijn vrijwel identiek.

In beide verslagen wordt de Enkhuizer raad op niet mis te verstane wijze de oren gewassen door de burgemeesters van Drechterland en StedeBroec.

De raad van Enkhuizen liet zich vertegenwoordigen door een advocaat die niet met name werd genoemd en op vrij knullige wijze de opvattingen van de raad mocht verwoorden, terwijl burgemeester van Zuijlen toekeek en zag dat het goed was.

In plaats van er op te wijzen, dat elke inwoner van Enkhuizen gemiddeld € 150,- meer bijdraagt aan de SED organisatie dan de inwoners van StedeBroec en Drechterland, beweerde de advocaat, dat elke gemeente in gelijke mate een beroep deed op de diensten van de SED.

Het bewijs van die bewering zal heel moeilijk te leveren zijn, terwijl het bewijs, dat de inwoners van Enkhuizen jaarlijks € 150,- meer bijdragen dan de overige inwoners van de SED berust op een simpele deelsom.

Wat ik me bij dit alles afvraag is, zijn onze volksvertegenwoordigers werkelijk zo naïef, dat ze niet door hebben, dat ze gepiepeld worden door de uitvoerders van het beleid. De colleges van B&W en hun ambtenaren.

Of hebben ze het wel door, maar kiezen ze er liever voor om goede vriendjes met de uitvoerders te blijven. Dat hebben ze namelijk vaker gedaan.

Bijvoorbeeld bij de verkoop van het REZ. Het feit, dat dit gebied ver beneden de werkelijke waarde is verkocht is natuurlijk een wanprestatie, die thuis hoort in de buitencategorie.

De Enkhuizer gemeenteraad reageert op deze enorme wanprestatie van de uitvoerders, met het geheim verklaren van het bewijs van die wanprestatie.

Deze wanprestatie heeft de Enkhuizer gemeenschap miljoenen gekost en er is (door de uitvoerders) nog geen serieuze poging ondernomen om de opgelopen schade te herstellen.

Het zelfde zal gebeuren met de Enkhuizer bijdrage van de kosten aan het SED. Het zullen opnieuw de uitvoerders (de bureaucraten) zijn, die hun zin weten door te drijven.

Tenzij onze democratisch gekozen vertegenwoordigers er eindelijk eens toe besluiten, om zich niet langer te laten ringeloren.

Van rechtswege vervallen.

Dinsdag behandelt de raad een verzoek tot het opheffen van de plicht tot het geheimhouden van de inhoud van een taxatierapport. Het raadsvoorstel bevat de volgende tekst.

Het gevraagde taxatierapport heeft het college op 28 juni 2021 thans onder geheimhouding als bedoeld in artikel 25 lid 2 van de Gemeentewet en op basis van artikel 10 lid 2 onder b van de Wob, aan uw raad ter beschikking gesteld.

Uw raad heeft op 29 juni 2021 met het oog op het belang zoals genoemd in artikel 10 lid 2 onder b van de Wob de geheimhouding zoals bedoeld in artikel 25 lid 3 van de Gemeentewet bekrachtigd.

Daarmee rust op het gevraagde taxatierapport geheimhouding.

Of deze laatste bewering juist is, is nog maar de vraag.

Tijdens de presidium vergadering op 28 juni laat de voorzitter weten, dat er in een besloten bijeenkomst op 29 juni het taxatierapport ter beschikking van de raad zal worden gesteld, waarbij gelijktijdig een plicht tot geheimhouding zal worden opgelegd, die in de vergadering van SEPTEMBER door de raad dient te worden bekrachtigd. [rond 1 minuut 45 in de vergadering]

Het opleggen van een plicht tot geheimhouding is een bevoegdheid van het college.

Het is echter de raad, die bij eerstkomende gelegenheid door middel van een besluit bepaalt, of zij de plicht tot geheimhouding op zich wil nemen, door het collegebesluit (al dan niet) te bekrachtigen.

Als ik op mijn blog van 3 oktober constateer, dat de noodzakelijk bekrachtiging niet in september heeft plaatsgevonden (en dat derhalve de plicht tot het geheimhouden is komen te vervallen), laat de voorzitter me na afloop van de presidium vergadering op 4 oktober weten, dat de geheimhoudingsplicht door de raad op 16 september was bekrachtigd tijdens een besloten bijeenkomst.

De bijeenkomst op 16 september was zo geheim, dat raadsleden Hotting en Buit het niet aandorsten om het bestaan van die bijeenkomst te bevestigen, uit angst iets te openbaren dat onder de (aan hun opgelegde) zwijgplicht viel.

De burgemeester doet dus twee beweringen over het tijdstip waarop de plicht tot geheimhouding door de raad zou zijn bekrachtigd. Op 29 juni en op 16 september. In beide gevallen besloten bijeenkomsten.

Of het hier om een formeel raadsbesluit gaat of een informele conclusie van het college (dat er een besluit is genomen), is niet duidelijk.

De raadsleden verschuilen zich achter een zwijgplicht. Het college concludeert wel vaker dingen, die alleen maar in haar eigen opvatting waar zijn. Zoals haar conclusie over marktconformiteit.

Documenten, die daar licht op zouden kunnen werpen, zoals een raadsvoorstel en een raadsbesluit, ontbreken. Het is daarom heel wel mogelijk, dat de formele bekrachtiging van de geheimhoudingsplicht nooit heeft plaatsgevonden.

De directe consequentie ervan is, dat de noodzaak voor een besluit over het verzoek tot opheffing van de geheimhoudingsplicht, ontbreekt.

Die plicht is namelijk, wegens nalatigheid van het college, van rechtswege komen te vervallen. Daarmee is ook het verzoek tot opheffing van die plicht strikt genomen overbodig geworden

Pot verwijt de ketel

Afgelopen maandag nam ik een bescheiden opstand waar tijdens een ingelaste gemeenraadsvergadering. De oppositie wilde het CUP (College Uitvoering Programma) evalueren. Dat had al eerder moeten gebeuren maar zoals u weet heeft iedereen het, druk, druk, druk.

Het college wilde dus wachten met evalueren van het CUP tot na het reces en dus bedacht voorzitter van Zuijlen een list. Voor elke vergadering dient een definitieve agenda te worden vastgesteld.

Bij dat agendapunt liet van Galen (CDA) weten geen behoefte te hebben aan een evaluatie op dat moment, maar een voorkeur te hebben voor een evaluatie in het najaar.

Dat was een raadsmeerderheid het met hem eens. Met als gevolg, dat de agenda leeg was en de vergadering binnen 20 minuten was afgelopen.

Dat viel niet lekker bij de aanvragers van de vergadering, raadslid Stomp (VVD) en raadslid Keesman (SP).

Stomp aarzelde niet om meteen grote woorden te gebruiken. Zoals disrespect voor de democratie door de voorzitter. Dat kwam me allemaal een beetje overdreven voor. Ook de opvatting van Keesman, dat ze dit nooit eerder mee had gemaakt, sneed weinig hout.

De weigering om een agendapunt te behandelen lijkt me een recht van de raad, waar ze overigens zelden of nooit gebruik van maakt. Ook niet als daarvoor een uitstekende reden bestaat. Bijvoorbeeld wanneer het college op het allerlaatste moment nog stukken toevoegt.

Ik heb nog nooit meegemaakt dat de raad dan om uitstel vroeg. Trouwens hoe democratisch was de raad toen men mij het recht ontnam om me tot hen te richten. Met het verzoek een taxatierapport in te zien om te kunnen beoordelen of dat rapport geheim moest blijven.

Dus wat mij betreft hebben de verwijten van de oppositie een hoog pot verwijt de ketel gehalte.

Dat neemt verder niet weg, dat het voeren van oppositie een ondankbare en moeilijke bezigheid is en dus verdient elke oppositie steun voor het feit, dat ze deze ondankbare taak op zich neemt.

Maar vervul hem met trots en verval niet in geweeklaag.

Deel uit maken.

Naast Van Galen (CDA) is er dus nu ook Van Gangelen (EV!) die in zijn bijdrage “Schot voor de boeg” (op dit blog) pleit voor het openbaar maken van het taxatierapport. Aannemende dat ze voor hun fractie spreken is het wachten dus op de SP, Enkhuizen Lokaal en HEA. Die samen in staat zijn er voor te zorgen dat er op korte termijn iets gaat gebeuren.

Pas als het rapport openbaar is kan het worden besproken, kunnen de diverse argumenten tegen elkaar worden afgewogen en kan er een definitief oordeel worden gegeven.

Het bezwaar dat Van Zuijlen en Heutink naar voren hebben gebracht tegen de openbaarmaking, snijdt geen hout. De opvatting, dat Droomparken een voordeel zou hebben als ze de inhoud van het taxatierapport zou kennen is onzin.

Het rapport is het spiegelbeeld van de exploitatieopzet die Orez heeft ingediend en dat Droomparken (als nieuwe eigenaar van Orez) in haar bezit heeft. Daarom zal het taxatierapport geen enkele verrassing voor haar bevatten.

De gemeente heeft Orez de concessie tot de herinrichting van het REZ verstrekt in ruil voor een bescheiden tegemoetkoming. € 335.000,-.

Een concessie is een vergunning van de  overheid die anderen uitsluit. De verkrijger van de concessie of concessiehouder krijgt dus een monopolie  (alleenrecht) op bijvoorbeeld een stuk grondgebied. (Wikipedia)

Eens gegeven blijft gegeven. Het heeft geen enkele zin om te streven naar een eenzijdige ontbinding van die reeds gegeven opdracht.

Dus alleen als bij de uitvoering niet wordt nagekomen wat er is beloofd in de AO kan er gereclameerd worden. Het niet doorgegaan van het plan “Vesting” (met haar aanzienlijke besparing van de kosten voor de ontwikkelaar) lag nogal voor de hand, maar gemeente en ontwikkelaar (inmiddels Droomparken) hebben dat probleem kennelijk tot beider tevredenheid opgelost.

Dan het niet nakomen van de bepaling in de AO dat er in het plandeel camping geen recreatiewoningen zullen worden opgericht.

Deze bepaling is van belang om de grondwaarde vast te stellen. Voor de normale kampeermiddelen wordt die geraamd op € 1.300,- per kavel. Echter, de kavelwaarde voor recreatiewoningen is echter al gauw € 80.000,- per kavel.

Het is, dankzij een WOB verzoek, duidelijk geworden, dat door Droomparken (voor wat betreft dit plandeel) nooit een verzoek tot planwijziging is ingediend. Het lijkt me dat formeel overleg over deze kwestie gewenst is en niet langer moet worden uitgesteld.

Er zijn nu nog 70 kavels in geding, maar dat aantal kan zich in de toekomst heel makkelijk verdubbelen.

Naast het feit dat de raming van Base Value openbaar gemaakt moet worden zou er een eind moeten komen aan de totale desinteresse over de financiële gevolgen van de gemaakte afspraken met OREZ.

Doeltreffend gedemonstreerd door de partijen, die het te veel moeite vonden om het taxatierapport te gaan inzien.

Als je het te veel moeite vindt, om te onderzoeken waar de afspraken die er met Orez zijn gemaakt op zijn gebaseerd, dan ben je volgens mij niet uit het juiste hout gesneden om, na de verkiezingen in 2022, nog deel uit te gaan maken van de gemeenteraad.

Compromitteren

Dat de doorsnee burger zich laat wijsmaken, dat we, dank zij Orez, straks over een mooi strand beschikken is tot daar aan toe, maar van raadsleden verwacht ik toch een aanzienlijk realistischer kijk op de werkelijkheid.

Orez had geen personeel en niet meer dan € 250,- eigen vermogen. Het strand dat ze laat aanleggen betalen we gewoon zelf. Waarschijnlijk aanzienlijk meer, dan als we er (als gemeente) zelf de opdracht voor hadden gegeven.

De daarvoor geraamde kosten, ruim 3.5 miljoen euro, wordt netjes in mindering gebracht op de grondprijs. Hetzelfde geldt voor 10 jaar gratis onderhoud van het openbaar gebied. Betalen we ook zelf, omdat het ook in mindering wordt gebracht op de aankoopprijs van de grond.

Orez bv begon met € 250,- aan eigen vermogen en eindigt naar alle waarschijnlijkheid met miljoenen aan eigen vermogen. Doordat ze de gemeente allerhande “gratis” diensten heeft weten aan te smeren.

Het is niet zonder reden, dat het college de rekensommen (op basis waarvan de overeenkomst is gesloten) geheim proberen te houden. Zelf na een vluchtige beschouwing van de posten besef je dat er niets deugt van de gegeven voorstelling van zaken.

Feitelijk is al de grond gratis ter beschikking gesteld en is van 10 jaar zwembad bijdrage en 10 jaar toeristenbelasting (samen 1.9 miljoen) niet meer over dan de schamele € 335.000,-.

Ik begrijp dat mevrouw Keesman een boekhoudkantoor heeft en ik vind het onbegrijpelijk, dat zij met haar expertise, dit over het hoofd heeft gezien.

Waarbij als verzachtende omstandigheid geldt, dat inzage in de stukken tot een half uur was beperkt. [les voor de volgende keer, vooraf nooit akkoord gaan met een beperking van de inzagetijd].

Maar die verzachtende omstandigheid geldt natuurlijk niet voor Van Zuijlen en Heuting, die naar eigen zeggen al een behoorlijk tijdje meegaan. Beide hebben meer dan voldoende tijd gehad om te kunnen vaststellen, dat de gemeente zich tot slachtoffer heeft laten maken van een valse voorstelling van zaken.

Zodat dat zij zich, door hun verzet tegen de openbaarmaking van die stukken, alleen maar compromitteren.