Vaagspraak.

Het ambtelijk taalgebruik kent een groot aantal jeukwoorden waarmee bepaalde ambtelijke activiteiten worden aangeduid. Zoals “aanvliegen” en “oppakken”.

Beide suggereren voor de buitenwereld een zekere ambtelijke activiteit, terwijl insiders begrijpen, dat er in werkelijkheid helemaal niets gebeurd.

Als op “constructieve” wijze over iets wordt gesproken mag je er van uit gaan dat de kans dat er “slagen gemaakt” zullen worden gering is. Grootverbruikers van het gebakkenluchtjargon zijn reclamemakers en beleidsambtenaren.

Onbedoeld ga je er zelf ook in mee. Zo wordt de grondslag voor de tussen de gemeente en Orez bv gesloten overeenkomst een exploitatieopzet genoemd. Ingewikkelde begripsaanduiding voor iets, dat eigenlijk niet meer is dan een doodgewone offerte voor het verkrijgen van een concessie.

Een concessie is een vergunning van de overheid die anderen uitsluit.

Ofwel, dit bedrag zijn we bereid om te betalen in ruil voor de vergunning om het recreatieoord te mogen herinrichten. Er van uitgaande, dat alle (door ons benodigde) grond ons gratis ter beschikking zal worden gesteld.

Dat bedrag mocht aanvankelijk niemand weten (ook raadsleden kregen een exemplaar van de Anterieure Overeenkomst waarin de bedragen waren weggelakt), maar weten we (met dank aan het kadaster) toch.

De kostprijs van de concessie (uitgedrukt als de aankoopbedrag voor de grond) bedroeg € 335.000,-.

De concessie werd verleend op basis van een offerte, waarvan (met behulp van een taxatierapport) werd beweerd dat ze marktconform was. Echter, zowel de offerte als de taxatie zijn geheim en het college heeft tot dusver hemel en aarde bewogen om dat zo te kunnen houden.

Na lang soebatten van mijn kant is er eindelijk een raadsmeerderheid gevonden die aandringt op openbaarmaking van de taxatie. De offerte daarentegen dient geheim te blijven, totdat Droomparken zijn toestemming heeft gegeven.

Ontdaan van alle vaagspraak is dat wat er dinsdagavond op het spel staat. Schikt het college zich naar wat de raad haar vraagt te doen (openbaar maken) of heeft ze een list verzonnen om dat moment opnieuw te kunnen uitstellen en de geheimhouding te laten voortduren. Dinsdagavond zullen we het weten.

Als extraatje voor Pinksteren een briljante voordracht van George Carlin over het hedendaags taalgebruik.

Wonder boven wonder.

Hoewel ik de volledige openbaarmaking van de stukken, die geleid hebben tot het onderhands gunnen van de REZ concessie aan Orez, toejuich, is er al enige tijd sprake van een gedeeltelijke openbaarheid.

Omdat een aantal partijen al inzage hebben gehad in het taxatierapport, dat volgens het college bewees, dat de exploitatieopzet van Orez marktconform was en er derhalve niets meer in de weg stond om de overeenkomst met Orez bv aan te gaan.

Een aantal raadsfracties hebben het taxatierapport gezien. Het merendeel heeft daar (tot dusver) geen conclusies uit getrokken. Dat zijn ze volgens mij ook niet gewend. Zelf ergens conclusies uit trekken.

Meestal wordt de raad gevraagd in te stemmen met de conclusies, die hun door het bestuur/bureaucratie worden voorgelegd. Gewoonlijk zijn dat conclusies die niet belastend zijn voor het bestuur/bureaucratie. Ze zouden wel gek zijn als ze dat wel zouden doen.

Toch kan het niet zo zijn dat bestuur/bureaucratie altijd en overal van schuld zijn vrij te pleiten.

Fouten worden gemaakt, door zich daar rekenschap van te geven kunnen van die fouten worden geleerd en in toekomstige situaties worden voorkomen.

Maar goed, tot dusver dus geen enkele conclusie van de partijen die het rapport hebben ingezien, terwijl mij (vanwege de cijfers die me onder ogen kwamen) al onmiddellijk was opgevallen, dat gesproken kon worden van boekhoudkundige kunstgrepen.

Kunstgrepen die betrekking hadden op de waardebepaling van de grond die door de gemeente was ingebracht. Niet alleen werd de waarde ervan, na het bouwrijp maken, ernstig onderschat (minder dan 50% van de uiteindelijke waarde).

Tegelijkertijd werden er allerlei kosten in mindering gebracht op de waarde van de grond, waarvan je je kon afvragen of dat wel terecht was. Zoals besparingen voor de gemeente, die bij nader inzien geen besparing inhielden, omdat de bespaarde kosten (via een omweg) toch aan de gemeente in rekening werden gebracht.

Dus volledige openbaarheid op 25 mei is belangrijk, maar tussentijds kan er op basis van de data die men nu al heeft ingezien, een discussie gevoerd worden. over de kunstgrepen, die werden toegepast en die, wonder boven wonder, nooit werden opgemerkt door de ambtenaren, bestuurders en bovenal het bureau dat de taxaties had uitgevoerd.

Inzicht komen.

Mogelijk is het u ook opgevallen, dat het NHD nog steeds vast houdt aan het plan voor het recreatieoord zoals het ooit werd gepresenteerd en nog steeds te zien is op de website van de gemeente.

Op de website wordt gesproken van een strand van 1250 meter. In de evaluatie bijeenkomst op 24 februari (van deelnemers aan het participatietraject) werd gesproken van een strand van circa 680 meter.

Tenminste als er een kustboog zou worden aangelegd, hetgeen twijfelachting is. Anders zou het strand beperkt blijven tot opnieuw de helft. Pakweg 350 meter.

Dat strand zou dan gedeeld moeten worden met de bewoners van Droomparken en de camping.

Verder is inmiddels ook aangetoond, dat het mechanisme waarmee de bieding tot marktconform werd bestempeld niet correct is toegepast en dat, als gevolg daarvan, de gemeente miljoenen aan inkomsten is misgelopen.

Kortom, de door Struijlaart voorgespiegelde versie van de herinrichting heeft veel weg van een zinkend schip en Struijlaart heeft (in de ogen van velen) dankbaar gebruik gemaakt van de mogelijkheid het te kunnen verlaten.

Maar aangezien de krant bovenstaande feiten nooit als nieuws heeft gebracht en zich vastklampt aan de tot dusver raadsbreed gehuldigde opvatting, dat de verkoop van het recreatieoord een doorslaggevend succes is, moest er gezocht worden naar een andere reden voor zijn vertrek.

Dat verwerkt de verslaggeefster in haar commentaar. Het ontbreekt Struijlaart niet aan daadkracht stelt ze vast.

Maar, “door de handdoek in de ring te gooien legt hij, weliswaar bruusk maar efficiënt, bloot waar het werkelijk aan schort in Enkhuizen.  En dus tegelijkertijd in buurgemeenten Drechterland en Stede Broec. En misschien ziet een ’buitenpoorter’ dat in dit geval wel duidelijker dan een ’insider’: een niet functionerend ambtelijk systeem. Politiek Enkhuizen zit nu met de brokken en dat betreft niet alleen imagoschade. De vertrekkende wethouder zet zijn erfenis scherp neer, door te stellen dat de ambtelijke organisatie implodeert door de werkdruk.” 

Hierdoor krijgt het vertrek van Struijlaart plotseling heroïsche proporties. Hij is niet een man die op een kritiek moment Enkhuizen in steek laat, maar een man die (door een daad van zelfopoffering) Enkhuizen en haar partners in de SED er van bewust heeft gemaakt, dat hun ambtelijke organisatie niet functioneert.

Met andere woorden, eventueel gemaakte fouten liggen niet aan hem of aan de ambtelijke organisatie waar hij de woordvoerder van is, maar aan de raden van Enkhuizen, Stede Broec en Drechterland. Die veel te weinig geld ter beschikking hebben gesteld voor het in stand houden van een volwaardige ambtelijke organisatie.

Een heftig verwijt van iemand door wiens nalatigheid de gemeente Enkhuizen miljoenen is misgelopen.

Ik moet eerlijk toegeven, dat ik zonder hulp van de krant nooit tot dat inzicht zou zijn gekomen.

Onoorbare zaken.

Inmiddels hebben een aantal raadsleden de geheim verklaarde documenten (de exploitatieopzet en het taxatierapport) ingezien, zodat ze nu in staat zijn om te beoordelen of de geheimhoudingsplicht in stand moet blijven, dan wel kan worden opgeheven.

Het besluit daarover dient genomen worden in de raadsvergadering op 30 maart aan de hand van een raadsvoorstel, waarin de noodzaak voor geheimhouding is vastgelegd.

Kiest een meerderheid van de raad er voor de geheimhoudingsplicht in stand te houden, dan kan ik, op basis van de verklaarde noodzaak de bestuursrechter vragen om na te gaan of die noodzaak daadwerkelijk bestaat. Die heeft namelijk, net als de raad, inzage in de geheim verklaarde documenten.

Met die manier van werken komt er een einde aan de “losse pols” benadering van het begrip “geheimhouding” door het college en de raad, wat mij al geruime tijd een doorn in het oog is.

Veel nieuws zal de opheffing van de geheimhouding overigens niet opleveren. De belangrijkste conclusies zijn (voor degenen die mijn blog lezen) al geruime tijd bekend.

  • Ten eerste, dat er (als gevolg van gewijzigde planuitvoeringen) geen sprake is geweest van een marktconforme bieding, omdat van meet af aan volstrekt duidelijk was, dat de plannen onder druk van het ZZM gewijzigd zouden moeten worden.
  • Ten tweede, dat de gewijzigde planuitvoeringen in strijd waren met provinciale bepalingen op het gebied van ruimtelijke ordening en daarmee ook in strijd zijn met het begrip behoorlijk bestuur.

Twee aspecten, die raad tot dusver angstvallig heeft nagelaten om te bespreken, terwijl ze dat (als toezichterhouder) al lang geleden had moeten doen.

In plaats van de door haar zelfgekozen zakenpartner (alweer uit de losse pols) van allerhande onoorbare zaken te betichten.

Elkaars tegenovergestelde

Naast de uitzending, beschikt RADAR ook over een website met commentaar en verdere informatie over de uitzending. Plus een link naar het weerwoord van de gemeente Enkhuizen.

U komt op die website door op deze link te klikken.

In haar reactie beweert de gemeente Enkhuizen het volgende.

Er is geen medewerking verleend aan het verzoek om inzage in de exploitatieopzet van OREZ omdat sprake is van bedrijfsgegevens die door de rechtspersonen in kwestie vertrouwelijk aan de gemeente zijn verstrekt. Specifiek gaat het hier om financiële informatie/gegevens. Dit is bedoeld om te voorkomen dat de bedrijfsgegevens die bedrijven met het oog op concurrentie geheim willen houden, maar wel genoodzaakt zijn aan bestuursorganen te verstrekken, openbaar moeten worden gemaakt.

Dat klinkt heftig. Vooral als je beseft dat de rechtspersoon die de vertrouwelijke gegevens verstrekte nog geen 6 maanden oud was en niet beschikte over personeel, kapitaal of ervaring op het moment dat ze de exploitatieopzet overhandigde.

Die voorzag er in dat, door het zetten van een handtekening, Orez bv de nieuwe eigenaar van het recreatieoord zou worden tegen een vastgestelde prijs van € 335.000,-. Wat stelde deze rechtspersoon, zonder personeel, zonder kapitaal en zonder ervaring daar tegenover?

Beloftes. Over de aanleg van een strand en ligweides. Waarvan we nu al weten dat een deel niet is nagekomen of in de toekomst niet zal worden nagekomen.

Neem bijvoorbeeld de verhuizing van de camping met 200 seizoensplaatsen en 175 passanten plaatsen. Daarvan zijn er in totaal niet meer dan 100 (iets meer dan 25%) gerealiseerd. Zodat aan de geraamde exploitatieopzet een park met 65 bungalows kon worden toegevoegd. Met een geschatte waarde van 18 miljoen.

Logisch, dat de gemeente weigert om de exploitatieopzet ter inzage te geven. Een verschil van 18 miljoen met de eerder (uit de verhuizing van de camping geraamde) opbrengst kan niemand ontgaan.

Alle in de exploitatieopzet voorkomende ramingen zijn als marktconform beoordeeld. Marktconform en concurrentiegevoelig zijn begrippen, die niet gelijktijdig aan het zelfde onderwerp toegekend kunnen worden, omdat ze elkaars tegenovergestelde zijn.

Morgen meer over het Enkhuizer verweer.

Als je haar maar goed zit.

Nadat een inwoner zich (door middel van een brief) in weinig diplomatiek bewoording had uitgelaten over de inspanningen die Wethouder Heuting zich had getroost om het stoken van houtkachels te beperken, haastte het raadslid De Jong (EV!) zich om de inwoner in kwestie (vanwege zijn taalgebruik) te diskwalificeren.

Van Marle (D66) en Sandra (PvdA) konden niet wachten om zich bij De Jong aan te sluiten. Fijn om te weten dat bij deze drie partijen het fatsoen nog hoog in het vaandel staat.

Helaas weinig begrip voor mensen met een astmatische aandoening, dat dan weer wel, maar hun boodschap was duidelijk. Wie zich niet politiek correct weet uit te drukken, krijgt bij deze heren never nooit een poot aan de grond.

Het is maar dat u het weet.

Dit optreden als fatsoensrakker zou wat meer indruk op me hebben gemaakt, als de drie ten opzichte van het college soortgelijke strenge maatstaven zouden hanteren. Niet op het gebied van politiek correct taalgebruik natuurlijk, dat zit wel snor bij het college.

Elke vragensteller worden uitvoerig bedankt voor het stellen van zijn vraag, terwijl de vragenstellers op hun beurt nooit zullen nalaten om het college te bedanken voor het geven van een antwoord op de door hem/haar gestelde vraag.

Dus tijdens raadsvergaderingen geen gebrek aan hoofse manieren.

Over welke maatstaven wil ik het dan hebben? Wel, de maatstaven die de raad zou moeten hanteren t.o.v. het wetteloos gedrag door het college.

Bijvoorbeeld, als wethouder Boland 4 keer meer uitgaf dan het budget dat hem was verstrekt voor het doen van onderzoek. Dan lapt hij het budgetrecht van de raad aan zijn laars, wat overal elders gezien wordt als politieke hoofdzonde, maar in Enkhuizen niet wordt opgemerkt.

Of wethouder Olierook, die met behulp van een “valse” offerte, de raad om een krediet vroeg dat 4 keer zo hoog was dan de werkelijk gemaakte kosten. De valsheid van het document bestond uit feit, dat er kosten van werkzaamheden waren opgenomen, terwijl Olierook wist, dat die kosten zich niet hadden voorgedaan en ook niet zouden voordoen.

Of wethouder Struijlaart, die een bouwvergunning verstrekt voor een gebied, waar volgens de Provinciale Ruimtelijke Verordening bebouwing niet was toegestaan.

Of het feit dat circa 17 ha grond werd verkocht zonder dat de raad in gelegenheid is gesteld daarover bezwaren naar voren te brengen. Artikel 169.4 gemeentewet.

En “last but not least” de manier waarop het college zich probeert te onttrekken aan wat de Wet Openbaarheid Bestuur voorschrijft.

Allemaal voorbeelden van wetteloos gedrag van het college, dat de raad over het hoofd blijft zien, dan wel door de raad wordt weggewuifd.

Dus kom bij mij niet aan met de opvatting van deze drie zedenprekers. Dat je iemand (en de problemen die hij aan de orde stelt) mag diskwalificeren, omdat zijn taalgebruik je niet bevalt.

Kijk dan ook eens naar je eigen normen en waarden, wat in de meeste gevallen niet veel meer inhoud dan, “als je haar maar goed zit”.

Fatsoensrakkers.

Gisteren is ook mijn tweede column over Jij-bakken van Facebook verwijderd. Het heeft daarom geen zin om op Facebook een link naar deze column te plaatsen, omdat de gang van zaken zich zal herhalen.

Jij-bakken is een methode om kritiek onschadelijk te maken, door de criticus verdacht te maken. Lukt dat, dan treft de kritiek niet langer doel en vervalt de noodzaak (voor de gevestigde orde) om te veranderen.

Kritiek kan worden opgedeeld in twee soorten, positieve en negatieve kritiek.

Positieve kritiek is kritiek die geen bedreiging vormt voor de gevestigde orde, terwijl negatieve kritiek veranderingen beoogt, waartegen de gevestigde orde zich het liefst tegen wil verzetten.

Als de gevestigde orde zegt het leveren van kritiek aan te willen moedigen en toe te juichen, dan bedoelt ze uitsluitend positieve kritiek die haar positie niet aantast, maar haar positie zelfs zal versterken.

Ik heb de afgelopen 10 jaar kritiek geleverd op het lokale bestuur van Enkhuizen. Die kritiek betrof in hoofdzaak de door B&W en Raad gegeven voorstelling van zaken, als mede de door hen beide gevolgde procedures.

Als voorbeeld van een gevolgde procedure, bij verkoop van een aanzienlijke hoeveelheid grond dient de raad in staat gesteld te worden om bedenkingen tegen die verkoop naar voren te brengen. Bij de verkoop van grond in het recreatieoord aan de ontwikkelaar heeft het college de raad die mogelijkheid (zoals vastgelegd in artikel 169.4 van de gemeentewet) onthouden.

Als voorbeeld van een door B&W gegeven voorstelling van zaken. Tijdens de verbouwing van de Drommedaris betoogde B&W (aan de hand van een offerte) dat de verzwaring van het elektra-netwerk € 100.000,- had gekost.

In werkelijkheid bedroegen de kosten van verzwaring van het elektra-netwerk niet meer dan meer € 25.000,- en was men van zins de resterende € 75.000,- aan geheel andere zaken uit te geven.

Ik weet niet beter of ik heb als Nederlander het recht om mij kritisch te mogen uitlaten over het doen en laten van de overheid.

Maar een tweetal Marokkaanse medelanders denkt daar anders over en meent, dat kritiek op de overheid neerkomt op “riooljournalistiek”.

En dat het hun taak is om de leden van de Facebookgroep “Je bent een echte Enkhuizer als” tegen deze “riooljournalistiek” te beschermen.

Tot mijn verbazing is de moderator van deze groep het met hun redenatie eens en zijn een tweetal links naar mijn blog verwijderd.

Ik ben benieuwd welke verdere beperkingen op ons recht op vrije meningsuiting deze beide fatsoensrakkers nog voor ons in petto hebben.

Achter de rug om.

Hoewel het formeel de taak van de raad is om er op toe te zien, dat het college haar werk naar behoren vervult, krijg je in Enkhuizen een schrobbering van de burgemeester als je er blijk van geeft die taak serieus te nemen.

Althans dat lot viel raadslid Van Galen (CDA) gisteren ten deel. Dat de onderhandeling met de provincie door het college dienen te worden gevoerd betwist niemand.

De constatering van de burgemeester, dat Van Galen zich (achter de rug om van het college) wel met de onderhandeling had bemoeit (door te spreken met provinciale medewerkers) is absurd en onjuist.

Volgens mij heeft van Galen helemaal niet met de provincie onderhandeld. Hij heeft (als enige raadslid) zich er van vergewist of de beweringen van het college overeenkwamen met beweringen van de provincie.

Ik heb hetzelfde gedaan met betrekking tot de raadsbrief van 19 november en gevraagd of deze brief een juiste weergave was van de ontmoeting, die had plaatsgevonden tussen gedeputeerde Loggen en de afvaardiging van B&W van Enkhuizen.

Het uiterst diplomatieke antwoord van de woordvoerder van de gedeputeerde was. “We herkennen ons niet in de weergave van het verslag.”

Niet ongebruikelijk. “Wie schrijft, blijft”, luidt het gezegde. Degene die het verslag maakt, zorgt er voor dat zijn eigen rol onberispelijk is. Het is naïef te veronderstellen, dat B&W van Enkhuizen daar een uitzondering op is.

Kortom raadslid Van Galen heeft gedaan wat hij behoorde te doen en wat alle die andere raadsleden hadden moeten doen. Niet gewoontegetrouw er van uitgaan, dat beweringen van het college juist zijn, maar nagaan of daar werkelijk sprake van was.

De oorlogsstemming jegens de provincie, die men zich binnenskamers laat aanpraten is alleen maar contraproductief. De provincie laat zich echt niet van de wijs brengen door dreigementen met juridische procedures.

Er zijn door college en raad enorme beoordelingsfouten gemaakt. De aandacht daarvan afleiden door de oorlog aan de provincie te verklaren werkt misschien voor even, maar de waarheid zal uiteindelijk toch zegevieren.

Kletsmeiers.

In een brief van 22 november informeert Beramco (het verhuisbedrijf dat namens Droomparken/Orez en de gemeente de verhuizing naar de nieuwe camping regelt) de campingbewoners over de stand van zaken.

Men weet dat de provincie het voornemen heeft om een reactieve aanwijzing te geven, maar omschrijft dat als “vragen van de provincie” waarover nog overleg dient plaats te vinden.

Men herhaalt, dat het streven is om half maart de eerste caravans te verplaatsen en geeft de campingbewoners tevens het advies om zich niet van de wijs te laten brengen door de dingen die men elders leest.

Omdat er campingbewoners zijn die mijn blog lezen neem ik aan, dat mijn blog wordt bedoeld. Andere publicaties over de camping ken ik namelijk niet. 

De gemeente informeert de raad over de gang van zaken rond de nieuwe camping door middel van een raadsbrief van 6 december. In deze brief beweert de gemeente, dat de bestaande plannen met betrekking tot de camping gewoon kunnen doorgaan.

De brief van de provincie is als bijlage gevoegd bij de raadsbrief. Bij die brief hoort ook een kaartje dat ik hieronder reproduceer.

bijlageBP

In de brief van de provincie wordt geconcludeerd,

A. de volgende bestemmingen en bijbehorende regels geen deel
blijven uitmaken van het bestemmingsplan, niet in werking
treden en zoals hier boven beschreven te zijner tijd vervallen.
a. Bestemming Recreatie-Vakantiepark (R-VP) (het door een stippellijn omgeven gedeelte)
b. Bestemming Groen (G) voor zover als aanwijzingsgebied aangeduid op de bijgevoegde afbeelding 

In de linkeronderhoek van de tekening ziet U een klein stukje van de Oosterdijk groen gekleurd. Volgens mij precies op de plek waar nu een “provisorische” dijkopgang is aangelegd, maar waar voor de toekomst een definitieve toegang tot de camping was bedacht.

Ik ben bang dat dit kleine stukje groen betekent, dat de geplande tweede toegang tot de camping is komen te vervallen met de nodige gevolgen voor de infrastructuur van de camping.

Voor het aanleggen van die infrastructuur is nog geen vergunning gevraagd, laat staan  verstrekt. Tegen de vergunning (voor inrichten van een camping) kan overigens bezwaar worden aangetekend. Heemschut heeft min of meer laten weten dat ze dat zal doen.

Wat het volstrekt onmogelijk maakt, dat Beramco half maart 2020 met de verhuizing gaat beginnen. Terwijl ze onder aan haar brief suggereert dat ze deze mededeling ook namens de gemeente doet.

Samengevat, Droomparken en de gemeente roepen maar wat over het verdere verloop van hun plannen. Na 9 december volgt de publicatie van het (dank zij de aanwijzing) opnieuw gewijzigde bestemmingsplan.

Dan breekt een 6 weken durende periode aan waarin IJsselmeervereniging, Heemschut en ZZM/OCW hun bezwaren kunnen indienen bij de bestuursrechter. Als dat gebeurt weten we hopelijk in 2023 of er op die plek een camping mag komen.

In Amsterdam noemden we (in mijn herinnering) iedereen die stierenmest verkocht en  beloften deed die hij niet kon waar maken, een kletsmeier. (of een lulmeier)

Laat ik proberen het zo netjes mogelijk te houden door de gemeente en Droomparken  aan te duiden als een stelletje kletsmeiers, die zich met niets anders bezig houden dan het verspreiden van stierenmest, ook wel bekend als bullshit.

De brandweerpetitie

En dan is er naast de Heemschutpetitie natuurlijk ook nog de brandweerpetitie, die door brandweermannen Eric Keesman en Maurice Raven wordt aanbevolen.

Hun voorstel komt er op neer, dat een planuitvoering die door de provincie in eerdere instantie al is verworpen (het oorspronkelijke bastion model) als uitgangspunt wordt genomen voor nieuwe onderhandelingen met Droomparken.

En dat die nieuwe onderhandelingen er toe zouden moeten leiden, dat een oude wens van Nieuw Enkhuizen (een buitenzwembad) in vervulling zal gaan.

Zo’n buitenzwembad was ooit een verkiezingsbelofte van Nieuw Enkhuizen, waarvoor Maurice Raven (net als zijn vader Jan) op de kieslijst stond.

Vader Jan Raven, die in zijn capaciteit van fractievoorzitter van Nieuw Enkhuizen over deze kwestie tot dusver als het graf heeft gezwegen, steunt (in zijn capaciteit van vader) wel een initiatief van zijn zoon, dat echter gedoemd is te mislukken.

Immers, er wordt voorgesteld een dood paard (het oorspronkelijke bastion model) van stal te halen om Droomparken er toe te bewegen een extra concessie te doen, (aanleg van een buitenbad) boven wat Droomparken reeds met de gemeente is overeengekomen.

Klaarblijkelijk vanuit de veronderstelling dat de huidige bezwaarmakers hun  bezwaren zullen opgeven, omdat Droomparken de gemeente een buitenbad cadeau doet.

Het toont aan, dat de Enkhuizer lokale politiek in essentie gebaseerd is op niet waar te maken beloften en dynastieke ambities, maar niet op realistische uitgangspunten.

Mogelijk gemaakt, omdat een aanzienlijk deel van de Enkhuizer bevolking een “realistisch” wereldbeeld gelijk meent te moeten stellen aan een “negatief” wereldbeeld.

De realiteit is, dat de gemeente het recreatieoord inmiddels (door middel van een anterieure overeenkomst met Orez BV) heeft verkocht. Dat Droomparken, nadat de gemeente zich had vastgelegd die overeenkomst uit te voeren (door haar formeel in procedure te brengen), de daaruit vloeiende rechten en plichten heeft gekocht door overname van de bv die eigenaar was van die rechten en plichten.

Vooralsnog zie ik geen reden waarom Droomparken de gemeente niet zou houden aan hetgeen ze met Orez is overeengekomen (de overdracht van het recreatieoord in ruil voor bepaalde door Droomparken te leveren diensten).

Zou de gemeente weigeren die overeenkomst na te komen, dan zie ik niet goed hoe de gemeente een eis tot schadevergoeding zou kunnen ontlopen.

Dat is, vrees ik, de harde realiteit. Het heeft in mijn ogen dan ook geen enkele zin om de Enkhuizer bevolking (door middel van een petitie) voor te spiegelen, dat ze  iets krijgen (een buitenbad) door voorstander te zijn van een uitvoeringsmodel, dat reeds door de provincie is verworpen (het oorspronkelijke bastion model).