Ongemakkelijke waarheden.

Gemeenteraad_Enkhuizen_internetEen ander politieke doodzonde is het (door de bestuurders) niet respecteren van het budgetrecht van de raad. Helaas weet de overgrote meerderheid van de burgers niet, wat het budgetrecht inhoudt.

Het budgetrecht houdt in, dat het bestuur (college of regering) nooit meer geld mag uitgeven dan haar door de bevolking (via haar vertegenwoordigers) ter beschikking is gesteld.

Door goedkeuring van de jaarlijkse begroting, dan wel door aanvullende kredieten.

Dat is een democratische verworvenheid waarvan het belang niet mag worden onderschat. Zonder dit budgetrecht zouden bestuurders namelijk naar hartenlust geld kunnen uitgeven aan allerhande privé projecten, terwijl de kosten daarvoor uiteindelijk voor rekening van de belastingbetaler zouden komen.

In strijd handelen met dit principe (meer geld uitgeven dan door de vertegenwoordigers van de bevolking ter beschikking is gesteld), is een politieke doodzonde, die tot niets anders kan leiden dan het opzeggen van het vertrouwen in de betreffende bestuurder.

Opnieuw een voorbeeld uit de Enkhuizer praktijk. De gemeenteraad had ooit een bedrag van 1.2 miljoen gereserveerd voor restauratie van de Drommedaris. De toen verantwoordelijke wethouder wilde echter graag onderzoeken of er, in plaats van een restauratie, ook een verbouwing mogelijk zou kunnen zijn. Hij vroeg om een krediet om dat onderzoek te kunnen uitvoeren. Naar ik me herinner € 125.000,-.

Uiteindelijk bleek dat hij een viervoud van dat bedrag had uitgegeven aan de voorbereiding voor een verbouwing. De raad kreeg als gevolg daarvan het dilemma voorgeschoteld. Ofwel het half miljoen aan gemaakte kosten afschrijven en zich beperken tot de goedkopere restauratie. Dan wel de verbouwing toch door te zetten.

Men besloot tot het laatste, ook al omdat werd voorgespiegeld dat de kosten van de verbouwing gemakkelijk uit subsidies kon worden betaald. Dat bleek achteraf allemaal veel te optimistisch voorgesteld, maar daar wil ik het nu niet over hebben.

Waar het me nu om gaat is dat een wethouder het viervoudige uitgeeft van wat hem ter beschikking was gesteld. Aan de voorbereiding van een verbouwing, terwijl er een onderzoek naar de mogelijkheid tot verbouwing was overeengekomen. En dat de raad zich daardoor voor een voldongen feit zag geplaatst.

De dag nadat de cijfers van die overschrijding openbaar werden gemaakt, publiceerde ik op dit blog mijn conclusie. Geen respect voor het budgetrecht van de raad.

dromAchteraf werd me verteld, dat de oppositie van zins was geweest een motie van wantrouwen in te dienen. Zover is het echter nooit gekomen.

Voordat de overschrijding in de raad kon worden behandeld had de toenmalige VVD/D66 fractie (toen nog één fractie) al laten weten dat zij haar steun aan het college introk, omdat een meerderheid van de raad een wijziging in de begroting wilde doorvoeren.

Laat dat even op U inwerken. Een meerderheid van de raad wil een wat socialer aanpak dan voorgesteld door het toenmalige college. In plaats van de wens van die meerderheid te respecteren (wat democratisch gebruikelijk is) trok de VVD/D66 fractie haar steun voor het college in, waarop het college haar kans schoon zag om vrijwillig af te treden.

Waarmee men voorkwam, dat men 14 dagen later tot aftreden zou zijn gedwongen. Alleen de SP moppert er in de raadsvergadering nog wat over na, maar vond het verder niet noodzakelijk om formeel haar afkeuring uit te spreken (door middel van een motie van treurnis) over de schending van het budgetrecht dat had plaatsgevonden.

Gedurende de tijd dat ik blog over de lokale politiek (8 jaar) zijn dus twee colleges voortijdig aan hun einde gekomen. In beide gevallen ging het om politieke doodzonden, maar in beide gevallen werd daar met geen woord over gerept. In beide gevallen werden er voorwendsels gebruikt om de val van het college te bewerkstelligen.

Waar de krant “ongemakkelijk nieuws” uit de weg gaat, gaat de raad “ongemakkelijke waarheden” (zoals politieke doodzonden) uit de weg.

Twee instituten, die de lokale democratie vorm en inhoud zouden moeten geven, maar die (omdat ze moeite hebben met “ongemakkelijke onderwerpen”) haar reduceert tot niet meer dan een een schijnvertoning. Waar de helft van de bevolking niet meer in gelooft en weigert om er nog aan deel te nemen.

Je zou hopen, dat beide actoren zich dat zouden aantrekken, maar daar is me tot op heden niets van gebleken.

VVDD.

janboel2In de krant van gisteren maakt raadslid Pieter Heijkamp (CU/SGP) zich druk over de verstoorde verhouding tussen college en raad. Met name omdat volgens hem wethouder Olierook niet de kans heeft gekregen zich te verdedigen.

Dat is natuurlijk niet helemaal waar, Olierook koos er zelf voor zich niet te verdedigen. Hij stapte op voordat de motie van wantrouwen was aangenomen. In zijn opvatting is politiek een spel, waarbij hij er kennelijk van uitgaat dat hij het alleenrecht heeft om “vals” te mogen spelen. Dat is lange tijd (ook vanwege de kritiekloze steun van Pieter en zijn coalitiegenoten) goed gegaan. Totdat een meerderheid van de raad besloot om zelf ook maar eens “vals” te spelen en op dubieuze gronden liet weten het vertrouwen in de wethouder te hebben verloren.

De voorganger van Olierook, Boland had ook vals gespeeld in het Dromdossier (door het budgetrecht van de raad te negeren) maar die had de tegenwoordigheid van geest om tijdig zelf op te stappen. Daarbij overigens geholpen door VVD raadslid Stomp, die op merkwaardige gronden zijn steun introk voor de toenmalige coalitie.

Dezelfde Stomp die overal rondbazuint dat hij precies weet hoe de vork in steel zit, maar voor wie het belang van de stichting kennelijk zwaarder weegt dan het belang van de gemeente.

Ik ben het met Pieter eens dat het “vals” spelen van de raad geen pluim verdient, maar aan de andere kant, je kunt natuurlijk maandenlang doen of je neus bloedt en dat er voor wat betreft de afwikkeling van het Dromdossier niets aan de hand is, maar je bent bijzonder naïef als je nog steeds denkt, (wat Pieter kennelijk doet) dat Olierook op dat punt de raad niet heeft misleid.

De raad zou zich misschien eens druk moeten maken over het feit dat vanwege haar struisvogelgedrag nauwelijks nog serieus wordt genomen. Afgelopen week las ik in de krant dat het ZZM haar convenant met de gemeente heeft opgezegd.

Het plan voor vakantiewoningen (in haar bestaande vorm) zal via de rechter worden aangevochten. Als dat plan (onder druk van een rechterlijke uitspraak) aangepast zal moeten worden dan is de kans groot dat ook het hele proces over gedaan moet worden.

In plaats van de schuld daarvoor bij anderen te leggen (in dit geval het ZZM) zou ze er goed aan doen de schuld eens bij zichzelf te zoeken. Hetzelfde geldt voor de procedure die ik voer naar aanleiding van mijn Wob verzoek.

Daarin verdedigt het college het standpunt dat het volstrekt normaal is, dat haar ambtenaren afspraken maken die financiële gevolgen voor de gemeente met zich meebrengen, zonder dat die afspraken formeel worden vastgelegd ten behoeve van de politiek verantwoordelijke wethouder. Een zichzelf respecterende raad zou (op grond van dat feit alleen) de verantwoordelijke wethouder ten minste hebben berispt om herhaling te voorkomen.

De Enkhuizer raad doet niets. Men zit er bij en kijkt er naar. Door het niet vastleggen van dit soort afspraken valt de mogelijkheid tot corruptie niet meer uit te sluiten. Immers, er ontstaat een mogelijkheid dat de ambtenaar in kwestie het op een akkoordje gegooid heeft met de aannemer.

Op basis van een ondeugdelijke “offerte” wordt er geprobeerd de raad er toe te verleiden een krediet van € 100.000,- ter beschikking te stellen. Als dat mislukt, wordt er een tweede poging gedaan voor een bedrag van € 60.000,- en als dat ook mislukt verleent de betrokken ambtenaar hand en spandiensten voor een derde poging.

Voor de goede orde, ik ga er niet van uit dat de vordering van de aannemer het resultaat is van een onderonsje tussen aannemer en ambtenaar waar beiden een voordeeltje aan ontlenen. (Als jij mijn vordering goedkeurt en door de raad loodst, zit er voor jou ook wat aan), maar het valt wegens het ontbreken van gespreksverslagen niet uit te sluiten.

Voorlopig ga ik er nog steeds van uit dat die gespreksverslagen er wel zijn. Maar dan doemt er een nieuw probleem op. In dat geval heeft de gemeente onrechtmatig gehandeld door mij niet de documenten ter inzage te geven waar ik, krachtens de wet, recht op heb.

De primair verantwoordelijke voor de toepassing van de wet is de burgemeester. Die heeft persoonlijk mij er van proberen te overtuigen dat die documenten er niet zijn, dus als ze er naar het oordeel van de rechter wel zouden moeten zijn, dan ontstaat er een bijzonder pijnlijke situatie. De burgemeester mag dan aan de raad uitleggen waarom hij de wet niet heeft uitgevoerd.

Al met al een kleffe bestuurscultuur, waarin men krampachtig probeert om de schandalen (waardoor ze geteisterd wordt) binnenskamers te houden en toe te dekken. Om daar verandering in te brengen is het aanstellen van een zakencollege niet de oplossing, maar is een herstel van vertrouwen tussen kiezers en gekozenen van groter belang.

Niet door middel van klasje voor aspirant raadsleden zoals B&W voorstelt, maar door het oprichten van een vereniging VVDD. Vrienden Van De Democratie. Een vereniging die met behulp van openbare vergaderingen onze volksvertegenwoordigers dwingt om verantwoording af te leggen over het beleid dat ze voeren.  Over wat zo’n vereniging zou kunnen doen een volgende keer.

Ernstig mis.

Drommedaris_Enkhuizen_Zuidwestzijde[1]Tijdens de nieuwjaarsreceptie begreep ik dat  D66 nog steeds speelt met het idee van een raadsenquête, maar dat het moeilijk is om daar andere partijen warm voor te krijgen. Het heeft ook geen zin, denk ik. Voordat je het weet ga je weer een ton uitgeven aan een onderzoek, terwijl je vooruit weet dat er geen meerderheid voor is te vinden, die iets nuttigs met de uitkomst van zo’n onderzoek wil doen.

Je kunt nu al (op basis van de reeds verstrekte gegevens) concluderen dat er het nodige mis is gegaan bij de verbouwing van de Drommedaris. Dat de bouwkundige staat van de kap en de fundering tegenvielen was een tegenslag, maar dat soort tegenvallers zijn eerder regel dan uitzondering.

Het is niet voor niets dat een projectbegroting de post onvoorzien bevat.

Erger is natuurlijk dat je  € 130.000,- meer aan projectmanagement uitgeeft dan begroot, maar dat er niettemin € 65.000,- aan vertragingskosten zijn ontstaan.

Het lijkt me, dat extra investeringen in projectmanagement tot gevolg zouden moeten hebben dat onnodige vertragingen worden voorkomen, maar in Enkhuizen gebeurt het omgekeerde. Daar stijgen de kosten van projectmanagement en de kosten als gevolg van vertraging.

Was het niet de projectmanager die de SP er van had weten te overtuigen dat er niets mis kon gaan, omdat alles tot op de bodem was uitgezocht? En is hij niet degene die het meest aan de vertragingen heeft verdiend?

Je kunt die observatie (over de effectiviteit van het projectmanagement) nu al maken op basis van de beschikbaar gestelde cijfers (daar heb je geen raadsenquête voor nodig), maar volgens mij heeft alleen Stella Quasten daar iets over gezegd.

Probleem is natuurlijk dat de raad van Enkhuizen zich op kinderlijk eenvoudige wijze het bos in laat sturen. En als die mogelijkheid bestaat, dan kun je er vergif op innemen, dat het college (wanneer haar dat beter uitkomt) van die mogelijkheid gebruik gaat maken.

Wie het waagt om de raad daar op te wijzen wordt schaapachtig aangekeken, maar elke inhoudelijke discussie daarover wordt ontweken en wordt zelfs doodgezwegen. Zoals de lezers van dit blog zelf hebben kunnen vaststellen.

Alles overziende kun je zonder meer vaststellen, dat wethouder Olierook de vertragingskosten in de schoenen van de stichting heeft proberen te schuiven, maar dat die (anders dan de raad) zich geen knollen voor citroenen liet verkopen.

De inschakeling van een mediator heeft na een jaar niet meer opgeleverd dan dat gemeente en stichting besloten hebben de kosten voor verzwaring (€ 20.000,-) te delen. Een geweldig resultaat, maar had hij dat resultaat niet op eigen kracht kunnen bereiken en hoeveel heeft die mediator gekost?

De onderhandelingen over de vertragingsclaim (waarover niets in het dossier terug te vinden is) heeft weliswaar een beter resultaat opgeleverd, maar zeker niet de € 40.000,- die men probeert te suggereren. De aanspraken van de aannemer zijn nooit € 100.000,- geweest, dat is een fabeltje dat men de raad heeft wijsgemaakt.

Maar dat alles heeft wel een prijs gehad en die prijs is, dat van de integriteit van het zittende college weinig meer over is. Dat zal Olierook en Wijnne weinig kunnen schelen, want die komen na de verkiezingen toch niet meer terug.

Maar het geeft wel een inkijkje in de bestuurscultuur die (onder leiding en verantwoording van Baas) tot wasdom is gekomen. Onder zijn leiding hebben we van Boland afscheid moeten nemen nadat hij een half miljoen meer had uitgeven aan “voorbereidingskosten”, dan hem door de raad was toegestaan. Zijn plaats is ingenomen door Olierook, die zijn eigen falen met veel bombarie in de schoenen van een ander (de stichting) probeert te schuiven.

En in plaats van dit verval in normen en waarden tot stilstand te brengen, maakt de raad zich druk over de eigen fractievergoeding.

Er is iets ernstig mis met de bestuurscultuur in Enkhuizen en als college en raad blijven doorgaan met het doodzwijgen van de problemen, in plaats van ze aan de orde te stellen en te bespreken, dan zal het vertrouwen in de politiek alleen maar verder afnemen.

Boer met kiespijn.

kiespijn 1Komende dinsdag vergadert de gemeenteraad over de politieke actualiteit. Ik neem aan dat dit gaat over de ontstane situatie na het vertrek van capo de Jong, dus dat wordt dan weer lachen geblazen.

Als gebruikelijk geen enkele “voorbeschouwing” door onze politieke diepdenkers, zodat een Babylonische spraakverwarring (op de avond zelf) voor de hand ligt.

Eerst maar even een paar feiten. In de zeven jaar die ik over de lokale politiek schrijf heeft de raad geen enkele wethouder weggestuurd of formeel berispt.

In twee gevallen had dat moeten gebeuren.

Bij Boland omdat hij het budgetrecht van de raad op spectaculaire wijze had geschonden. Zozeer, dat de raad zich gedwongen voelde de verbouwing van de Drommedaris door te zetten, omdat anders het daarin door hem geïnvesteerde bedrag moest worden afgeschreven.

Bij Olierook, omdat hij, ofwel de raad onjuist heeft voorgelicht, dan wel leiding heeft gegeven aan een deel van de ambtelijke organisatie dat zich schuldig gemaakt heeft aan grove nalatigheid. Door betalingsverplichtingen aan te gaan met derden, zonder dat zij daar schriftelijk verantwoording over hebben vastgelegd.

Het “bewijs” voor het laatste heeft hij inmiddels zelf geleverd. Het bewijs voor het eerste is vastgelegd in het dossier dat onder zijn leiding is samengesteld en aan de raad ter inzage is gegeven.

Hoewel dus geen wethouder ooit is berispt of weggestuurd, hebben de afgelopen 4 jaar wel 4 wethouders besloten om vrijwillig hun dienstverband te beëindigen en gebruik te maken van hun wachtgeldregeling.

In alle gevallen omdat partijgenoten niet langer bereid bleken hem te steunen.

Daarbij ging het om Boland, Franx, de Jong en Kok. Of, uitgedrukt in partijen. VVD/D66, tweemaal NE en het CDA.

Ik ken het precieze bedrag niet, maar aangenomen mag worden dat de gemeente de afgelopen 4 jaar honderdduizend euro’s aan wachtgeld heeft uitgekeerd. Omdat partijen weigerden om de door hen voorgedragen wethouder nog langer te steunen.

Hebben die partijen daarover (ten opzichte van hun kiezers) publiekelijk verantwoording afgelegd? Uiteraard niet. VVD/D66 beschikten niet eens over een website.  NE wel, maar verschaft geen achtergrond informatie. Datzelfde geldt voor het CDA.

Samengevat, raadsfracties in Enkhuizen zeggen het vertrouwen op in wethouders zonder te verklaren waarom ze dat doen en laten wethouders, die zouden moeten worden berispt of worden weggestuurd gewoon zitten, of zwaaien ze met vlag en wimpel uit.

Er is maar één conclusie mogelijk. We worden bestuurd door imbecielen die voor geen enkele rede vatbaar zijn. Je daarover kwaad maken heeft geen enkele zin, beter is het om daar (als een boer met kiespijn) om te lachen.

 

Opnieuw feiten en beweringen.

baas.jpgDat er aan mijzelf ook een steekje los zit hoeft niemand me te vertellen, dat weet ik zelf ook wel. Want wie gaat er op een van de weinig mooie zomerse dagen die we dit jaar gehad hebben in het stadhuis zitten om het Drom dossier te bestuderen? Dat de gemeente gemaakt heeft in het kader van mijn WOB verzoek.

Ik heb het niet gevraagd, maar neem aan dat het hetzelfde dossier is dat de raadsleden ter inzage hebben gekregen, met als enige toegift een verklarende brief van de gemeente aan de aannemer.

Over de uitkomst van de raadsvergadering, waarin hem wordt uitgelegd, dat hij niet zal worden betaald.

Inclusief een uitleg van het begrip voltallige raad.

Het is een brief, gericht aan de aannemer, maar waarschijnlijk bedoeld om aan mij uit te leggen wat de gemeentelijke procedures zijn voor het geval ik de vergadering van de raad niet had beluisterd. Maar dat had ik wel, dus die uitleg was wat mij betreft overbodig. Of de aannemer er baat bij heeft waag ik te betwijfelen.

Die lijkt me alleen maar geïnteresseerd in de vraag of hij ja dan nee betaald krijgt. Zijn mogelijke reactie op die brief ontbrak in het dossier. Waarschijnlijk heeft hij die alleen telefonisch doorgegeven.

De burgemeester kwam ook nog even langs om zich er van te overtuigen dat alles in orde was en me te verzekeren dat het hier om de volledige correspondentie ging.  En dat twijfel aan de integriteit van de overheid eigenlijk een beetje onfatsoenlijk is, zolang je het bewijs van het tegendeel niet kunt leveren.

Ik heb dat voormalig wethouder Boland ook al eens horen beweren. Het recht op vertrouwen noemde hij het, dat volgens hem van toepassing was zolang het niet formeel (door middel van een motie van wantrouwen) was opgezegd.

Ik heb beetje moeite met die redenatie. Volgens mij krijg je vertrouwen en is het geen recht dat je kunt opeisen. In een recent verleden vond Minister Opstelten (toevallig ook een oud burgemeester)  dat men er op moest vertrouwen dat wat hij meedeelde juist was. Dat bleek achteraf niet het geval.

Ik houd het er daarom maar op dat vertrouwen goed is, maar het controleren van feiten beter. Al te goed is buurmans gek.

De burgemeester mag dan beweren dat het dossier alle schriftelijke correspondentie bevat die over het onderwerp is gevoerd, ik heb mijn twijfels. Daarvoor is het dossier te gepolijst. Ik had gevraagd om de correspondentie tussen gemeente en aannemer/stichting over de verzwaring en het bereikte compromis.

Over het bereikte compromis viel helemaal niets te lezen. Voor wat betreft de verzwaring, nogal wat secundaire bronnen zoals raadsvoorstellen.

Waar ik me over verbaasd heb is het ontbreken van een brief/verslag/notitie waarin de aannemer zijn besluit om voor eigen rekening en risico de installatie te verzwaren motiveert. Hij bevestigt dat er tijdens een bouwvergadering een knoop is doorgehakt, maar heeft de datum verkeerd.

Notulen van de bewuste vergadering ontbreken en de motivatie, die vrijwel achteloos in een brief wordt vermeld, wijkt af van hetgeen de gemeente daarover naar buiten heeft gebracht.

Ik vind deze voorstelling van zaken getuigen van een verbluffende gemakzucht van de zijde van de aannemer. Dat je als ondernemer een betalingsrisico neemt acht ik voorstelbaar, je bent per slot van rekening ondernemer.

Maar dat je vervolgens niets doet om dat risico zo veel als mogelijk is te beperken (door je standpunt schriftelijk vast te leggen), vind ik volstrekt ongeloofwaardig.

Als puntje bij paaltje komt zal je toch (tegenover een rechter) moeten aantonen dat je te goeder trouw handelde toen je dat risico nam en dan helpt het als je een schriftelijke verklaring kunt overleggen en je je niet hoeft te baseren op een bouwoverleg dat niet is genotuleerd. Althans de notulen van dat bouwoverleg waren niet bijgevoegd en volgens de burgemeester ben ik dan verplicht om aan te nemen dat ze er niet zijn.

Bovendien, de reden voor dat besluit van de aannemer is een geheel andere dan er door de gemeente tot dusver is beweerd.

De aannemer motiveert (bijna terloops) zijn besluit met de mooie opvatting dat hij reputatieschade voor gemeente en stichting (die op dat moment binnenskamers in een verbitterd gevecht gewikkeld zijn over de kosten van de noodzakelijk geachte verzwaring) wil voorkomen.

Dat is niet helemaal gelukt, want kort daarna rollen gemeente en stichting over straat en krijgt de aannemer stank voor dank van een meerderheid van de raad, die weigert hem te betalen.

Maar in de gemeentelijke stukken wordt het voorgesteld alsof de aannemer reputatieschade voor zichzelf wilde voorkomen. Ik heb dat altijd een ongeloofwaardige voorstelling van zaken genoemd. De onderliggende stukken maken duidelijk dat mijn ongeloof gegrond was.

Dat dit subtiele verschil niet zonder gevolgen is gebleven blijkt uit het feit dat D66 raadslid Jaap Koning (op grond van de door de gemeente gegeven lezing) meent dat de aannemer betaling kon worden onthouden.

Ik citeer zijn bijdrage (in eerste instantie) tijdens de raadsvergadering over dit onderwerp letterlijk. “D66 staat op het standpunt dat de ondernemer de investering voor zijn imagoverlies voor eigen rekening & risico moet nemen”.

Kortom, Koning gebruikt een door de gemeente aangereikt feit (de aannemer vreesde imagoverlies als hij niets deed) als uitgangspunt voor een (in mijn ogen foutieve) redenering. Dat zijn redenering in mijn ogen fout is doet niet ter zake.

Waar het om gaat is dat de gemeente een feit suggereert, wat bij zorgvuldige beschouwing geen feit blijkt te zijn.

Uiteraard een bescheiden detail, maar er zijn in dit dossier meer zaken die als feit worden gepresenteerd, maar die bij nadere beschouwing toch net even iets anders liggen. Daarover een volgende keer meer.

Gele kaart.

gele kaartWie voor zijn voortbestaan afhankelijk is van gemeentelijke subsidie wordt geacht om de jaarstukken van het afgelopen jaar en zijn begroting voor het lopende jaar bij de gemeente in te dienen.

We mogen er dus van uitgaan, dat het stichtingsbestuur van de Drommedaris dat in mei 2015 ook heeft gedaan.

Eén blik op de jaarstukken en begroting  moet het voor de gemeente duidelijk hebben gemaakt, dat de stichting nooit of te nimmer de kosten van de elektriciteitsverzwaring zou kunnen betalen.

De keuze waar Olierook op dat moment voor stond was te erkennen dat het project een kostenoverschrijving kende die € 50.000 hoger was dan hij tot dan toe  had  aangenomen. Dan wel met veel bombarie een geschil naar buiten brengen tussen gemeente en stichtingsbestuur over de betaling van die kosten. Hij koos voor het laatste en maakte daarmee een beoordelingsfout.

Beoordelingsfouten maken we allemaal en komen dus voor vergeving in aanmerking. Wat onvergefelijk is, is dat Olierook zijn beoordelingsfout vervolgens tracht te maskeren met halve en hele onwaarheden.

Geen raad die zichzelf respecteert kan dat accepteren.

Zoals Boland destijds een reprimande verdiende voor het niet respecteren van het budgetrecht van de raad, zo verdient Olierook een reprimande voor het feit dat hij de raad met halve en hele onwaarheden om de tuin probeert te leiden.

Het politieke middel om zo’n reprimande uit te delen is een motie van treurnis. Tenzij de betrokkenen daar zelf toe besluit, kent een motie van treurnis verder geen politieke gevolgen. Een motie van treurnis is de politieke evenknie van een gele kaart.

Als een motie van treurnis door de raad wordt gesteund, dan is er verder ook geen reden om Olierook het krediet te weigeren waar hij om vraagt.

Er is namelijk geen alternatief. De stichting kan niet betalen en het schrikbeeld dat het college schetst als de aannemer niet betaald zou worden is niet meer dan een rookgordijn om te verhullen dat de aannemer allang is betaald.

Die blijft echt niet een jaar op zijn geld wachten totdat het de raad van Enkhuizen behaagt om hem te betalen voor het werk dat hij heeft verricht. Zeker niet nu er niemand is die de noodzaak van die werkzaamheden betwist. Het voorgestelde besluit heeft slechts tot doel de administratie van de gemeente weer op orde te brengen.

In kwestie rond Boland weigerde de SP (van wege coalitiebesprekingen) de logische consequentie te trekken uit de geconstateerde overtreding. De vraag is, gaat zij dat weer doen en probeert men (opnieuw met behulp van schijn argumenten) kool en geit te sparen.

Een gemeenteraad die bij zware overtredingen (en het onjuist informeren van de raad is zo’n zware overtreding) de andere kant op kijkt, bewijst dat ze geen knip voor de neus waard is.

In een van mijn eerste berichten over het Drommedarisproject schreef ik dat de Drommedaris niet meer is dan een clubhuis.  Aanvankelijk alleen voor studenten, daarna voor wat ik het alternatieve circuit noemde. Klaarblijkelijk was het nu de beurt van de maatschappelijke bovenlaag om het tot haar clubhuis te maken.

Daar is verder niets mis mee, (ik gun iedereen zijn clubhuis) zolang de kosten voor het in stand houden ervan maar niet voor rekening van de gemeente komt.  De raad heeft (in haar onmetelijke wijsheid) gemeend alle waarschuwingen daarvoor in de wind te moeten slaan.  Men staarde zich blind op subsidies en had geen enkel oog voor de kosten van exploitatie.

Dat is jammer, maar er is geen weg terug meer. Op mijn blog heb ik dit project een witte olifant genoemd. Dat is een metafoor uit het Engelse taalgebied. Misschien had ik beter van een Groene Draeck kunnen spreken.

Het komt er op neer dat je een kleine groep mensen een prachtig cadeau geeft, om vervolgens vast te stellen dat je voor de rest van je leven verantwoordelijk bent voor het onderhoud van dat cadeau. Eigen schuld dikke bult zullen we maar zeggen, maar gedane zaken nemen geen keer en het wordt tijd dat de raad een streep zet onder deze affaire.

Door Olierook de gele kaart te geven die hij verdient  en hem vervolgens het krediet te verlenen waar hij om vraagt.

Misschien kan er dan binnenskamers nog worden nagedacht over een stichtingsbestuur dat wat zakelijker (en minder elitair) denkt, maar dat is van later zorg.

Komt hoogmoed opnieuw ten val?

 

De kans is niet groot, maar het valt toch niet helemaal uit te sluiten dat wethouder Olierook vanwege zijn gedraai en duimgezuig uiteindelijk gevraagd zal worden om terug te treden. Eens raakt zelfs in Enkhuizen het geduld op.

Hij zou daarmee de tweede wethouder zijn die vanwege het Drommedarisproject het veld moet ruimen. Eerder was dat Boland. Die had aan “onderzoek” naar de mogelijkheid tot verbouwing tonnen meer uitgeven dan hem door de raad was toegestaan.

Zoveel zelfs, dat de raad meende nauwelijks een andere keus te hebben dan door te gaan met die verbouwing. Tot op dat moment had Boland beweerd dat hij die verbouwing zou afblazen als zij niet budgetneutraal (d.w.z kosteloos voor de gemeente) zou kunnen worden uitgevoerd.

boland1
Plichtsverzuim

De raad heeft Boland overigens nooit aangesproken op deze politieke doodzonde. (Meer geld uitgeven dan waartoe de raad hem had gemachtigd.) Hij mocht zijn eigen reden voor vertrek bedenken, zodat hij alsnog met vlag en wimpel kon worden uitgezwaaid.

Gaat dit ook bij Olierook gebeuren? Bij de presentatie van de eindafrekening liep hij (wat mij betreft) eigenlijk al op het randje. Dank zij herschikking van diverse begrotingsposten viel de overschrijding van de projectkosten eigenlijk reuze mee liet hij triomfantelijk weten.

Uiteraard te danken aan de motie die op aandringen van zijn eigen partij (SP) was ingediend. Maar door herschikken van de begroting vergelijk je appels met peren.

De projectbegroting kende 3 onderdelen. Aanneemsom, overhead en onvoorzien. Als de post onvoorzien te laag is ingeschat ( wat hier het geval was) dan kun je door “herschikking” van de post overhead ruimte creëren voor de post onvoorzien.

Dat is in dit geval ook gebeurd. Begrotingsposten (opgenomen als overhead) werden uit de oorspronkelijke begroting gehaald en ondergebracht bij andere (meer  algemene) gemeentelijke begrotingsposten. Daardoor ontstond ruimte voor de post onvoorzien.

Het is een zuiver cosmetische ingreep. Bedoeld om de indruk te wekken dat men de kosten had weten te “beheersen”. Maar de kosten van een bouwproces kun je door middel van een motie niet beheersen. Die ontwikkelen zich autonoom en worden gedicteerd door bouwtechnische noodzakelijkheid. Wat je wel kunt is die kosten (met boekhoudkundige kunstgrepen) verhullen.

olierook 2
Plichtsverzuim

Gesterkt door het welslagen van zijn eerdere boekhoudkundige manipulatie, meende Olierook kennelijk dat hij hem kon herhalen voor wat betreft de verzwaring van de elektra voorziening.

Maar de halve en hele onwaarheden waarmee hij die manipulatie dacht te kunnen uitvoeren kunnen zelfs zijn meest loyale coalitiegenoten niet zijn ontgaan. Of dat gevolgen zal hebben voor zijn positie moet worden afgewacht.

Maar de brandende vraag is natuurlijk, wat bezielde twee (op zichzelf vakbekwame) wethouders om (in hetzelfde dossier) hun verplichting jegens de raad (tot het verstrekken van juiste en volledige informatie) niet na te komen?

Kan het zijn, dat in dit project een belangrijke rol was weggelegd voor het lid van het comité van aanbeveling? Die tegelijkertijd tevens voorzitter van de raad en van de (verschillende)  colleges is?

Rommelig avondje

Biezen gepakt
Biezen gepakt

Het zou zomaar kunnen dat het Dromdossier aanstaande dinsdagavond zijn tweede slachtoffer eist en dat wethouder Olierook geen andere keuze blijft dan zijn biezen te pakken.

Het eerste slachtoffer was natuurlijk wethouder Boland, die in zijn streven een 400 jaar oud monument te redden (door er een clubhuis voor Ons Soort Mensen van te maken) veel meer geld had uitgegeven dan hem door de raad was verstrekt. Een feit, dat de toenmalige raad wel met de mantel der liefde wilde bedekken als hij zelf zou opstappen. En zo geschiedde.

Inmiddels hebben de raads- en commissieleden de visie van het stichtingsbestuur voorgeschoteld gekregen en daaruit blijkt dat Olierook niet langer een jokebrokje genoemd kan worden, maar dat sprake is van een volwassen, doorontwikkelde, jokkebrok.

Zeg maar Jokebrok 2.0

Tijdens de commissievergadering beweerde Olierook namelijk dat hij volkomen verrast was door het feit dat er een zwaardere elektra voorziening moest worden aangelegd (als gevolg van het door het stichtingsbestuur genomen besluiten), dat de kosten daarvan begroot waren op € 100.000 en dat hij over de verdeling van die kosten overleg wilde voeren met het stichtingsbestuur. Tussentijds wilde hij een door de gemeente af te geven garantie voor een betaling van € 100.000,-.

Inmiddels heeft het stichtingsbestuur documenten verstrekt waaruit blijkt,dat de kosten voor verzwaring van de stroomtoevoer circa € 15.000,- zijn.

Het is natuurlijk volslagen belachelijk dat een wethouder weigert zijn toestemming te geven voor een investering van die grootte, terwijl hij de noodzaak van die investering niet betwist.

Biezen pakken?
Biezen pakken?

Maar als eerder gezegd, het hele gedoe is niet meer dan een afleidingsmaneuver om de aandacht af te leiden van het feit dat hij de raad onvolledig (en daarom onjuist) had geïnformeerd.

Een politieke hoofdzonde, die in Enkhuizen wellicht zou worden afgekocht met een motie van treurnis, maar ik vrees dat dit niet langer voldoende is.

Ik schreef eerder, dat je Olierook een overschrijding van het projectbudget nauwelijks mocht verwijten.

De kiem daarvoor was gelegd in het besluit om in te stemmen met een projectbegroting van 2,6 miljoen. Een verlaging van 6 ton van de oorspronkelijke begroting. Wie gelooft dat je zoiets straffeloos kan doen gelooft ook in de Paashaas of is raadslid van de SP, D66,VVD, NE, CDA en CU/SGP.

Wat je hem wel mag verwijten is dat hij liegt. Over het tijdstip waarop hij de raad had moeten informeren en over de hoogte (en de aard) van die overschrijding.

In de toelichting op het raadsvoorstel schrijft Olierook dat hij meerkosten als gevolg van vertraging krachtig van de hand heeft gewezen en steekt zichzelf daarvoor een pluim op de hoed.

Maar het feit dat Olierook iets afwijst, wil nog niet zeggen dat de aannemer het met die afwijzing eens is. En die kan, we hebben het eerder gezien in Enkhuizen, naar de rechter stappen om de door hem opgelopen schade vergoed te krijgen.

En aangezien het hier om een bedrag van € 85.000,- gaat kun je er vergif op nemen dat hij dat ook zal doen.

Dat Olierook in dat opzicht nattigheid voelt wordt duidelijk uit zijn vraag om een garantstelling van € 100.000,-. Het zou me niet verbazen als hij de rekening al betaald heeft en de garantie alleen nodig heeft om zijn boekhouding weer op orde te brengen.

Hoe dan ook, het wordt een druk weekend voor Margreet Keesman, fractievoorzitter van de SP. Want tenzij ze vóór dinsdag met een vervanger voor Olierook komt (zodat hij, net als Boland de eer aan zichzelf kan houden) kon het aanstaande dinsdag wel eens een rommelig avondje worden voor de coalitie.

Zang, dans en verstrooiing.

vos1
Wel zijn haren, niet zijn streken

Hoewel het enthousiasme (zeker op facebook) groeit om de stichting de Drom te laten betalen voor de aanleg van een zwaarder elektranetwerk, lijkt niemand zich af te vragen in hoeverre de stichting daar toe in staat is.

Waar geen geld is, verliest zelfs de keizer zijn recht

Misschien zijn de inrichtingskosten (die de stichting voor zijn rekening neemt) wel hoger dan was begroot. Misschien is het bedrag dat men aan subsidies heeft binnengehaald wel minder dan men had gedacht.

Voor dat je roept, laten we de huur maar verhogen of laat ze zelf de extra kosten betalen moet je ook een beetje inzicht hebben in de financiële positie van de stichting. Anders is al dat geroep volstrekt nutteloos.

Ik schreef het al eerder. Raadsleden zijn dol op het stellen van kaders op basis van hoogdravende principes, maar hebben nauwelijks belangstelling voor de onderliggende koele cijfers. En het zijn meestal diezelfde koele cijfers die het stellen van die kaders tot een volstrekt zinloze bezigheid maken.

Het verhogen van de huur leidt alleen maar tot allerlei juridische verwikkelingen en kun je (om die reden) dan ook maar beter uit je hoofd zetten.

Zo als het er nu voorstaat mist de stichting (net als de gemeente) zo’n 60.000 euro subsidie uit het visserijfonds. Iedereen roept wel dat het allemaal wel goed zal komen, maar laten we er voorlopig nog even van uit gaan dat het niet zo zal zijn.

Het college beschikt natuurlijk wel over inzicht van de financiële positie van de stichting. Al was het maar, omdat die elk jaar subsidie aanvraagt en ik er van uitga dat je bij elke subsidieaanvrage een jaarrekening moet overleggen.

Laten we er vanuit gaan dat de gemeente de jaarrekening over 2013 in bezit heeft. In 2014 is er niet al te veel gebeurd, dus dan heb je een redelijk beeld van de financiële mogelijkheden van de stichting. Als die nihil zijn, dan heeft het verder ook weinig zin om de raad nog langer aan het lijntje te houden en kun je maar beter zeggen hoe de vlag er bij hangt. Tenminste, dat vind ik. Raadslieden worden misschien liever aan het lijntje gehouden. Die indruk krijg ik wel eens.

Trukkendoos
Trukendoos

Als de stichting het geld niet op de plank heeft zal ze het moeten lenen. Geen bank die het haar leent zonder garantstelling van de gemeente. Rente en aflossing zullen er vervolgens voor zorgen dat de exploitatie nog meer verlies draait [Koning (D66) waarschuwt daarvoor]. Meer subsidie (om de lening te kunnen aflossen) is dan nodig.

Na een jaar of wat is iedereen het rondpompen van geld zat. Lost de gemeente de lening af [Visser (cda) waarschuwt daarvoor]. Extra subsidie vervalt, net als de garantstelling.

Zal het zo gaan? Ik weet het niet, ik ken de financiële positie van de stichting niet. Het college kent hem wel, dus als ze hem aan de raad kenbaar maakt, kan iedereen zijn eigen inschatting maken.

Het enige wat we dan bereikt hebben is dat de wethouder in staat is geweest om een jaar lang te roepen dat de overschrijding geen kwart miljoen is maar € 150.000,-.

Ik schreef al eerder dat het bedrag aan overschrijding niet zo interessant is. De kiem daarvoor is gelegd toen men de oorspronkelijke projectbegroting van 3,2 miljoen terugbracht naar 2,6 miljoen. Wie denkt dat je zoiets straffeloos kunt doen, gelooft waarschijnlijk ook in de Paashaas of is lid van de SP.

Maar ook D66, VVD en CU/SGP (die normaal gesproken voorstander zijn van een conservatief financieel beleid) knepen graag een oogje toe vanuit het besef dat hier een voorziening in de maak was die ten goede zou komen aan de eigen achterban.

En voor CDA en NE geldt waarschijnlijk het argument, dat een monument pas een echt monument is, als je er films in kunt kijken of feestjes in kunt organiseren. Als deze lijn van denken zich verder ontwikkelt, dan mogen we binnenkort een voorstel tot afbraak van de Koepoort verwachten omdat  geen cateraar geïnteresseerd is in de exploitatie van dat gebouw.

Trukkendoos
Trukendoos

Rest nog te constateren dat twee wethouder van totaal verschillende partijen hetzelfde trucje gebruiken om de resultaten van hun inspanningen nog wat verder “op te poetsen”.

Boland “poetste” de ogenschijnlijke toch al lage kostprijs van het project nog verder omlaag, door een  ton (te betalen door de stichting) als een serieuze garantie te accepteren, terwijl hij wist dat de stichting financieel gezien niet is staat was een dergelijke garantie af te geven.

Olierook doet in essentie hetzelfde. Ook hij gebruikt een (door de stichting te betalen) ton als middel om het resultaat (waar hij in formele zin verantwoordelijk voor is) wat op te “poetsen.

Hij maakt veel kabaal over een soort morele betalingsverplichting van de stichting, zonder in te gaan op de vraag of de stichting daar wel aan zal kunnen voldoen.

De kans is dan ook levensgroot aanwezig dat de gemeente (net als die eerdere ton van Boland) via een achterdeurconstructie gewoon zelf betaalt.

Olierook beseft dat uiteraard zelf ook en vraagt daarom, niet voor niets, om een gemeentelijke garantstelling.

De tweede overeenkomst tussen de wethouders is natuurlijk dat ze beide hebben lak hebben aan het budgetrecht van de raad. Dat wordt overal elders in den lande als een ernstig vergrijp  gezien, maar de Enkhuizer raad wipt daar luchtigjes over heen.

Zelden was het spreekwoord, een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken, meer van toepassing. De kleur van de wethouder mag dan zijn verandert, de trukendoos is hetzelfde gebleven.

Het ging de studenten destijds helemaal niet om cultuur, maar om het inrichten van een partycentrum voor studenten. De hedendaagse versie is gerealiseerd op basis van het zelfde concept. Een theatertje met nog geen honderd stoelen zal het culturele leven in Enkhuizen echt niet op een veel hoger plan brengen.

De exploitatie ervan zal tot in lengte van dagen geld blijven kosten.

Alleen de exploitatie van de beide resterende feestzalen kan, dank zij de soepele huurvoorwaarden van de gemeente, een zonnige toekomst tegemoet zien. Hoeveel van die opbrengst uiteindelijk richting cultuur gaat en hoeveel er aan de strijkstok zal blijven hangen zal de toekomst uitwijzen.

Het verhaal van de Drommedaris is het verhaal van een kleine elite die (door middel van list en bedrog) voor zichzelf een partycentrum heeft geschapen.

De rekening hiervoor wordt grotendeels neergelegd bij de Enkhuizer burger, die zich, als beloning voor zijn vrijgevigheid en goedgelovigheid, aan het resultaat mag komen vergapen.

Maar genoeg hierover. Het is een nationale feestdag. Tijd voor zang, dans en verstrooiing.

Boland weer onder de pannen.

boland_thumb.jpgHendrik Boland, oud-wethouder van Enkhuizen, is weer onder de pannen.

Aanstaande donderdag wordt hij gepresenteerd aan de gemeenteraad van Muiden en de bedoeling is dat hij onmiddellijk daarna aan het werk zal gaan.

Meer hierover onder deze link.

Gelukkig moment voor Boland lijkt me, maar ook plezierig voor de financiële positie van Enkhuizen.

Scheelt toch al gauw zo’n € 80.000,- op de begroting van 2015 voor de gemeente Enkhuizen.

En nu maar hopen dat het ook oud-wethouder Franx zal lukken om spoedig weer aan de slag te komen.