Feiten en meningen.

Cushman & Wakefield is een gerenommeerd taxatiebureau. Ze heeft in opdracht van Droomparken de residuele grondwaarde van het nog te realiseren plandeel villapark (volgens plan Vesting) op het recreatieoord berekend.

De residuele grondwaarde is wat je als ontwikkelaar voor de grond kunt betalen als je genoegen neemt met 10% winst over je geschatte omzet.

Vrijwel elke ontwikkelaars zal daar geen genoegen mee willen nemen, omdat men gewend is aan hogere winstpercentages.

De door C&W berekende residuele grondwaarde is dus niet anders dan een raming, die bovendien makkelijk is te manipuleren.

Door de opbrengst wat lager in te schatten, dan in redelijkheid mag worden verwacht.

In de hier bovenstaande berekening schat C&W een gemiddelde verkoopprijs van de recreatiewoningen op het villapark op 4 ton per woning (inclusief btw).

Dat is een verkoopprijs van € 330.000,- per woning exclusief btw.

Als ik me goed herinner werden de beachhouses in het villapark aangeboden en verkocht voor € 550.000,- per stuk (exclusief btw).

Met andere woorden, in dit voorbeeld hoeft de door C&W geraamde opbrengt (per woning) maar € 100.000,- hoger uit te vallen (wat waarschijnlijk is) en de met het plandeel te behalen winst is een viervoud van wat er in eerste instantie formeel werd geraamd.

De residuele grondwaarde (het bedrag dat de ontwikkelaar zou kunnen betalen) is becijferd op 18,4 miljoen voor alleen het plandeel villapark.

Het gaat hier niet om een mening, maar om een rekenkundig feit en wat mij tot dusver nog het meest heeft verbaasd is, dat er geen enkele nieuwsorganisatie is geweest die dit rekenkundig feit aan het college en de raad heeft voorgelegd en heeft gevraagd om hun mening over dat feit te geven.

Met als direct gevolg dat college en raad kunnen blijven voordoen of ze niet op de hoogte zijn van dergelijke feiten.

Ik was de eerste die de prijs waartegen de grond op het REZ was verkocht naar buiten bracht. (€ 335.000,-) Ik vond het tamelijk opzienbarend nieuws. Er was echter geen nieuwsorganisatie die dezelfde opvatting had en de moeite nam om het nieuws te delen.

Er is geen lezer van het NHD die weet, dat al de grond op het REZ is verkocht voor € 335.000,-, tenzij hij ook mijn blog leest.

Ook het nieuws, dat Enkhuizen € 2,65 miljoen aan eerder overeengekomen inkomsten weer heeft moeten afstaan om de betaling van die € 335.000,- alsnog mogelijk te maken is door geen nieuwsorganisatie overgenomen.

Laat staan, dat de toezichthouder over de noodzaak van die constructie ooit is ondervraagt.

Kennelijk is er, in de reguliere nieuwsvoorziening, alleen belangstelling voor meningen en doen feiten nauwelijks ter zake.

Elke mening van college en raad, ook als ze niet op feiten zijn gebaseerd, wordt klakkeloos verspreid, terwijl de feiten, die ik in de loop der tijden boven water heb weten te halen door de officiële nieuwsmedia worden genegeerd.

In het gunstigste geval wordt een door mij blootgelegd feit als mijn persoonlijke mening over iets gepresenteerd, maar never nooit als feit.

De reguliere nieuwsmedia zien zichzelf graag als waakhond van de democratie. In werkelijkheid zijn het (op lokaal niveau) slechts verspreiders van meningen van politici. Meningen die vaak volkomen losgezongen zijn van de feiten waar ze (zogenaamd) op gebaseerd zijn.

Een democratie is alleen maar een democratie, als de bevoegde instanties zich gedwongen voelen om verantwoording af te leggen over hun doen en laten. Op lokaal niveau is dat nauwelijks het geval.

Daarom is de lokale democratie een bedenksel geworden, waar inmiddels bijna de helft van de kiesgerechtigden niet meer in geloofd.

Aanleg en onderhoud.

Maar liefst 44 negatieve beoordelingen voor mijn column van gisteren “Dooie mus”. Wat minder is dan het aantal negatieve beoordelingen van mijn column “Met een sisser aflopen”. Dat kreeg 52 negatieve beoordelingen.

Beide columns gingen over de uitspraak van de Raad van State over de bezwaren die waren ingediend door de IJsselmeervereniging en het Comité tot het behoud van het Enkhuizerzand.

Omdat geen van de beoordelaars (als gebruikelijk) een toelichting heeft gegeven voor de reden van hun negatieve beoordeling tast ik daarover in het duister.

Is men ontevreden over de uitspraak zelf, of over mijn uitleg van de uitspraak? Om ontevreden te kunnen zijn over mijn uitleg moet je, om te kunnen oordelen, kennis hebben genomen van de inhoud van de uitspraak.

Hoewel ik in veel gevallen de link naar het document in kwestie opneem in het bericht, wordt er zelden gebruik van gemaakt. In dit geval had ik zelfs de link naar de uitspraak niet opgenomen in het bericht.

Dat 50 mensen de website van de Raad van State hebben bezocht en de moeite hebben genomen om het vonnis te lezen, teneinde te kunnen beoordelen of mijn uitleg van de uitspraak juist was, kan ik me dan ook niet voorstellen.

Ik houd het er dus maar op, dat men teleurgesteld was over de inhoud van de uitspraak.

Die teleurstelling deel ik. Nadat de provincie nogal wat heisa had gemaakt in haar “aanwijzing” over het ontbreken van een verwijzing naar de PRV in het bestemmingsplan heb ik lange tijd gedacht, dat de provincie haar provinciaal ruimtelijke verordening (PRV) serieus nam.

Twijfel ontstond, toen de provincie zich geen partij stelde in de voor de Raad van State gevoerde procedure en men de bewerkstelliging van haar eis “een onbelemmerd uitzicht op het IJsselmeer” over liet aan de vereniging en het comité.

Ik begrijp nu, dat de provinciale eis, onbelemmerd uitzicht over het IJsselmeer, vorm heeft gekregen met behulp van voetpad langs de camping.

De kwaliteitszone waar de PRV over spreekt ligt dus niet aan de voet van de Omringdijk, maar 200 meter Oostwaarts en bestaat uit een openbaar voetpad op de grens van camping en IJsselmeer.

Ofwel de groene zone in de tekening hierboven.

Ik ben benieuwd wie het gaat aanleggen en onderhouden. Volgens mij is er geen rekening mee gehouden in de Anterieure Overeenkomst, zodat het zomaar zou kunnen dat de gemeente opdraait voor de kosten van aanleg en onderhoud.

Keerpunt.

Vandaag 21 juni, de langste dag in 2021..

Als het meezit heeft Droomparken, eigenaar van Orez, dat inmiddels niet meer bestaat, maar officieel is opgegaan in Droompark Enkhuizer Strand, inmiddels laten weten dat haar overeenkomst (met de gemeente) openbaar mag worden gemaakt.

Ditmaal een beter leesbare versie, maar nog steeds met weggelakte getallen.

Wat natuurlijk niets zegt, over openbaarheid van het ook in de motie genoemde taxatierapport, dat volgens het college aantoont, dat de door Orez uitgebrachte bieding marktconform was.

Mijn verzoek om inzage is afgewezen. Je zou bijna denken, dat het college geen andere keus heeft dan het verzoek van de raad (om dezelfde reden) af te wijzen, maar in Enkhuizen weet je nooit wat ze nu weer uit de hoge hoed zullen toveren.

Complicatie is natuurlijk wel, dat raadsleden het rapport hebben ingezien en dus (theoretisch) in staat zijn om te beoordelen, of de reden voor weigering uit stierenuitwerpselen bestaat.

Maar 21 juni is ook de dag dat deel 2 van het FTM pitchproces wordt afgesloten en dat de redactie van FTM binnenkort een besluit zal nemen, welke pitch (of pitchen) men in onderzoek zal nemen.

Uitermate jammer natuurlijk, dat een aanbeveling vanuit de raad (om te gaan stemmen en een onderzoek binnen bereikt te brengen) is uitgebleven, maar er is volgens mij nog steeds een kans, dat FTM zich bereid zal verklaren om te onderzoeken of Orez (en daarmee indirect Droomparken) niet geprofiteerd heeft van ongeoorloofde steun vanuit de (lokale) overheid.

Maar laat ik daar niet op vooruitlopen, maar eerst morgen de reactie van het college (en de raad) afwachten. Het zou zo maar kunnen, dat 21 juni 2021 een keerpunt wordt in de ontwikkeling van het REZ.

Openbaar maken.

In de krant van afgelopen zaterdag laat het NHD ook directeur Bruil van Droomparken aan het woord. Hij legt uit, wat Droomparken met de gemeente heeft afgesproken.

Dat blijkt enigszins af te wijken van hetgeen er door Orez bv met de gemeente is afgesproken en is vastgelegd.

Onder het plandeel camping staat in de Anterieure Overeenkomst.

Verblijfsrecreatie is toegestaan in alle kampeermiddelen en in bouwwerken voor recreatief nachtverblijf die binnen 24 uur te verwijderen zijn. Onder deze laatste categorie vallen bijvoorbeeld eenvoudige bouwwerken zoals een stacaravan, chalet, camper, tent, vouwwagen en een trekkershut.

Een recreatiewoning valt hier niet onder.

Bruil vat (wat er met Orez is afgesproken) samen tot

Droomparken mag op de plek van de camping maximaal 200 verplaatsbare ’eenheden’ van 70 m2 neerzetten.” 

Aangezien recreatiewoningen in theorie verplaatsbaar zijn en hun oppervlak kleiner is dan 70 m2 is, beweert Bruil hier feitelijk, dat hij het hele gebied mag inrichten als een park met recreatiewoningen, terwijl de overeenkomst met Orez er van uitgaat, dat er geen recreatiewoningen zullen worden geplaatst.

Maakt dat wat uit? Jazeker de exploitatieopzet voor een camping ziet er totaal anders uit dan de exploitatieopzet van een park met recreatiewoningen. In de opzet die Orez zal hebben overlegd, zal de camping nauwelijks iets opgeleverd hebben, met als consequentie dat het ook geen bijdrage heeft geleverd aan de hoogte van de bieding.

Deze door Droomparken toegepaste planwijziging, die niet is meegenomen in de exploitatieopzet van Orez en dus ook niet als marktconform is getaxeerd, levert Droomparken miljoenen aan extra inkomsten op en de gemeente niets.

De bieding (in de vorm van de verkoopwaarde van de grond) die de gemeente had geaccepteerd was namelijk al vastgelegd in de Anterieure Overeenkomst, die de gemeente kort daarvoor had getekend.

Hoogste tijd, dat de aanvullende uitvoeringsafspraken, die met Droomparken gemaakt zijn (en die haar miljoenen extra opleveren) openbaar gemaakt gaan worden.

Minutieus verslag.

De vraag die het NHD zich in de krant van afgelopen zaterdag ogenschijnlijk stelde was, heeft Segerius gelijk met zijn mening, dat het gemeentebestuur het recreatieoord (als gevolg van haar manier van uitvoeren) heeft verkwanseld.

Door middel van haar doen en laten heeft het NHD haar opvatting over die mening eigenlijk al kenbaar gemaakt. Ze neemt haar niet serieus en volgt zodoende de breed gedeelde opvatting van de bevoegde instanties, die haar evenmin serieus neemt.

De krant denkt kennelijk, dat zij het door haar ingenomen standpunt (het niet serieus nemen van mijn standpunt) kan rechtvaardigen door deskundigen, die haar opvattingen bevestigen, in de krant aan het woord te laten.

De keuze van haar deskundigen spreekt echter boekdelen. Het zijn namelijk stuk voor stuk belanghebbenden die de krant ten tonele voert.

De directeur van Droomparken (Bruil) zal nooit of te nimmer zout in de wonde wrijven door te beweren dat de gemeente zich door P.Tuin en partners, knollen voor citroenen heeft laten verkopen. Hij zag slechts een deal voorbijkomen, die het waard was om over te nemen.

Wat hij er voor betaald heeft weten we niet. Het gerucht gaat dat de P. Tuin en partners er gezamenlijk 2 miljoen beter van zijn geworden. Wat geen slechte beloning is voor 2 jaar onderhandelen over een concessie, om het REZ (naar eigen smaak) te mogen inrichten.

Kortom Bruil is te nauw bij de gang van zaken betrokken om hem als objectief te bestempelen. De opvatting van de wethouder is duidelijk, mijn mening kan niet waar zijn, omdat als zij waar zou zijn, je dan slechts kunt concluderen, dat het gemeentebestuur dom is geweest.

Blijft over de laatste deskundige die het NHD ten tonele voert. CDA raadslid Van Galen. Ooit adviseur van Landal Greenparks.

Hij heeft niet alleen affiniteit met het onderwerp, maar steekt qua kennis over het onderwerp, met kop en schouders boven zijn collega raadsleden uit. Daarbij komt, dat hij sinds kort ook weet welke ramingen er door Orez (d.m.v. haar exploitatierapport) aan het gemeentebestuur zijn voorgelegd.

Dus ook de raming van de kosten voor aanleg en onderhoud van het openbaar gebied, waarvan Van Galen zegt dat ze 10 miljoen bedragen. Een redelijke winst over die investering lijkt me 10%, waardoor de totale kosten (investeringen) in publieke werken stijgt naar 11 miljoen.

Daar tegenover moet een geraamde opbrengst staat van 11 miljoen. Er blijkt uiteindelijk € 11.335.000,- te zijn geraamd, zodat er bod op de concessie kan worden uitgebracht van € 335.000,-. Hetgeen ook is gebeurd.

In hetzelfde bericht zegt Van Galen overigens er van overtuigd te zijn, dat er door Droomparken 15 miljoen winst gemaakt wordt. Laten we hopen dat hij daarmee opbrengst bedoelt.

15 miljoen geraamde opbrengst minus 11 miljoen geraamde kosten (inclusief een winst van 1 miljoen) is 4 miljoen extra winst boven de reeds gecalculeerde 1 miljoen winst. Ofwel, op een investering van 10 miljoen in het openbaar gebied wordt er (op basis van de door Van Galen gehanteerde rekenmethode) 5 miljoen winst gemaakt door Droomparken.

Van Galen doet dat af als een meevallertje voor de ontwikkelaar, ik beschouw het als een ernstige tekortkoming van de gemeentelijke onderhandelaars, de bestuurders en haar toezichthouders.

En daar ligt mijn werkelijke verschil van mening met Van Galen. Klaarblijkelijk zijn we het eens over het bedrag dat de gemeente is misgelopen. Waar we het niet over eens zijn is de oorzaak. Van Galen noemt als direct betrokkene (hij is toezichthouder) marktomstandigheden, maar levert daarvoor geen bewijs.

Mijn verklaring voor de gang van zaken (als buitenstaander) is, dat onbekwame onderhandelaars, werden aangestuurd door onbekwame bestuurders, onder het toezicht van onbekwame toezichthouders.

Twee maal raden welke verklaring de toezichthouders (inclusief Van Galen) als enig juiste zullen accepteren, ook al is daar geen enkel bewijs voor geleverd en weigert men nog steeds inzage te geven in de documenten, waarop de genomen besluiten zijn gebaseerd.

Uiteraard de verklaring die de toezichthouders, bestuurders en ambtenaren zal vrijpleiten van elke verantwoording voor het inkomstenverlies dat de gemeente (door onbekwaam handelen) heeft geleden.

Waarna de krant, zonder ook maar één kritische vraag te stellen, over die conclusie een minutieus verslag zal uitbrengen.

Met vlag en wimpel.

In de krant van afgelopen zaterdag noemt het NHD mij een criticaster, dat is iemand die negatieve kritiek levert, ook wel muggenzifter genoemd en dat is nog een gematigde kwalificatie.

En om die kwalificatie kracht bij te zetten, mochten een drietal onafhankelijke geesten elders in de krant (maar liefst twee pagina’s lang) aangeven waarom ik in hun ogen de dingen verkeerd zie. Raadslid van Galen, voormalig wethouder Struijlaart en Droomparken directeur Bruil.

Volgens de krant bestaat mijn voornaamste kritiek uit het feit dat de gemeente haar concessie tot de herinrichting van het REZ voor slechts € 335.000,- heeft verkocht. Dat is een wat eenzijdige voorstelling van zaken. Ik heb ook kritiek gehad op het feit, dat de raad zich van het college niet mocht bemoeien met de uitvoering.

Dat de grond niet, zoals in Bovenkarspel, in erfpacht is uitgegeven. Dat de raad niet in de gelegenheid is gesteld om haar mogelijke bezwaren tegen de verkoop van grond (artikel 169.4 gemeentewet) te uiten.

Dat het misschien niet heel erg verstandig is, om de adviseur van Droomparken je bestemmingsplan te laten maken. Omdat hij dingen “vergeet” die je dan later weer (tegen hoge kosten) alsnog in je bestemmingsplan moet laten opnemen.

Waarop ik ook kritiek op had was het feit dat er door Orez nooit een poging is gedaan om het ZZM mee te krijgen in haar plannen, zodat je er zeker van kon zijn, dat het plan waar ze iedereen lekker voor hadden gemaakt (in de voorgestelde vorm) nooit zou worden uitgevoerd.

Zodat Orez, inmiddels eigendom van Droomparken, terug kon vallen op een, qua kostprijs, veel goedkoper plan.

Verder had ik kritiek op het feit dat de oude camping verhuisd werd naar een plek waar ze feitelijk niet mogen staan. Dat de passantencamping gesitueerd werd in een openbaar gebied en dat daardoor de publieke parkeervoorziening ontoereikend zal zijn.

Inderdaad, ik heb het gewaagd kritiek te leveren op dingen, die in mijn ogen verkeerd gingen.

Allemaal gebaseerd op eigen onderzoek op basis van openbaar toegankelijke bronnen. Zaken die het NHD volkomen zijn ontgaan, omdat de gemeente nu eenmaal geen persberichten verstrekt over dingen die verkeerd zijn gelopen.

Als de ambitie van het NHD niet verder reikt, dan een betrouwbare spreekbuis voor de lokale overheid te willen zijn, dan is ze daar (wat mij betreft) met vlag en wimpel voor geslaagd. Ik schaam me er niet voor om een andere ambitie te hebben.

In een gevaar verdiepen.

Gisteren schreef ik over de planwijzigingen voor het plandeel camping, waarbij er in tegenstelling tot was overeengekomen in de anterieure overeenkomst, er wel recreatiewoningen mochten worden geplaatst.

Naar ik aanneem, omdat de nieuwe eigenaar van de anterieure overeenkomst (Droomparken) daar op had aangedrongen.

Gevolg van die planwijziging is, dat beide campingdelen (de passantencamping en de seizoencamping) naar de uiteinden van het gebeid zijn verplaatst. Zo is de passantencamping gesitueerd in het gebied dat voorheen ingedeeld was als een openbaar parkeer terrein voor de bezoekers van het strand.

Die oorspronkelijke publieke parkeerfaciliteit is inmiddels gehalveerd.

Wat de seizoencamping betreft, die heeft moeten uitwijken naar een gebied dat in de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) omschreven staat als zijnde een “kwaliteitszone”, die openbaar toegankelijk moet zijn en waarin geen bouwsels (stacaravans) mogen worden geplaatst.

De door de gemeente verleende ontheffing op dat verbod, is derhalve in strijd met het bepaalde in de PRV, die (naar ik heb begrepen) echter nog geen deel uitmaakt van het definitieve bestemmingsplan.

Zou dat wel het geval worden (er ligt een verzoek bij de Raad van State) dan ontstaat er een bijzonder onzekere situatie voor de bewoners van de seizoencamping.

De meesten hebben inmiddels al weer voor duizenden euro’s geïnvesteerd in hun nieuwe standplaats. Uitwijken naar een nieuwe locatie is niet mogelijk, omdat die inmiddels is ingenomen door de bungalows van Droomparken.

Voor de goede orde, ik ben niet degene die deze situatie heeft gecreëerd. Ze is ontstaan als gevolg van een hulpvaardige gemeente (die bereid was om een ontheffing te verlenen), zodat haar partner (Droomparken) in staat zou zijn, om de door haar te behalen winst te maximaliseren.

Ik heb niets tegen een hulpvaardige gemeente en evenmin iets tegen het maximaliseren van winst Maar ik vind wel, dat gewone, nietsvermoedende burgers, daar niet het slachtoffer van zouden moeten worden.

Dat gevaar dreigt, het zou onze volksvertegenwoordigers sieren, als ze zich in dat gevaar zouden verdiepen.

Planwijziging.

In de Anterieure Overeenkomst regelt artikel 21 hoe te handelen in geval van overdracht van rechten. De gemeente heeft bedongen dat zij daarvoor eerst schriftelijk toestemming moet geven.

Orez heeft daarin bedongen dat de gemeente een rechtsoverdracht niet mag weigeren, zolang de nieuwe eigenaar van die rechten en plichten aan dezelfde eisen voldoet, die er aan Orez bv werden gesteld.

Volgens de gemeente is geen sprake van een overdracht van rechten, die zijn in handen van Orez bv gebleven. Ook is de eigenaar van Orez bv dezelfde gebleven. Namelijk, de Holding Recreatieoord Enkhuizer Zand bv.

Echter, het eigendom van die bv is wel veranderd. Nieuwe eigenaar is Reynaerde Leisure BV, die via weer andere BV’s uiteindelijk eigendom is van Adrianus Vos in Apeldoorn.

Dezelfde persoon die via een reeks andere bv’s eigenaar is van Droomparken

Volgens wethouder Heutink, bij haar beantwoording van de op 24 maart door Enkhuizen Vooruit gestelde vragen, houdt deze eigendomsoverdracht geen overdracht van rechten en plichten in.

Of daar juridisch advies over is gevraagd (en aan wie) is niet duidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat de gemeente zich op heel onbeholpen wijze, heeft proberen te beschermen tegen een ongewenste overname van hetgeen waartoe ze zich heeft verplicht.

Waartoe Orez zich heeft verplicht is nauwelijks af te dwingen. De bv heeft een eigen vermogen van € 200,-

Er moet in de kantoren van P. Tuin cs en Droomparken een onbedaarlijk gelach zijn uitgebarsten toen men artikel 21 onder ogen kreeg.

Niks schriftelijk aan de gemeente om toestemming vragen en een antecedenten onderzoek mogelijk maken. Gewoon een bv-tje kopen en vanaf dat moment ook bepalen waar dat bv-tje zich wel en niet aan zal houden.

Één van de zaken waar het bv-tje zich niet aan gehouden heeft, is wat er in de Anterieure Overeenkomst was vastgelegd t.a.v. het plandeel camping.

Volgens de AO zouden daar geen recreatiewoningen komen, maar de nieuwe eigenaar van Orez bv leek het beter als ze er wel zouden komen.

Volgens wethouder Heutingen is deze planwijzing verwerkt in een allonge en zijn ook de financiële gevolgen (20 miljoen meer omzet dan was geraamd en getaxeerd voor dit planonderdeel) verwerkt.

Een verzoek om inzage in de documenten die dat kunnen bevestigen is de deur uit. De vraag is nu, bestaan ze en mogen we ze inzien.

Verder heeft deze planwijziging (wel/geen) recreatiewoningen ook op ander gebied serieuze gevolgen. Daarover een andere keer meer.

Repercussies.

In de krant van vandaag stelt het Comité tot behoud van het Recreatieoord zichzelf allerhande vragen die ik graag voor ze beantwoord.

Over alle verkochte huizen bijvoorbeeld. Dat is een eeuwenoude verkooptruc met als doel schaarste te creëren en een prijs in de markt te zetten.

Het grootste deel van de huizen wordt aan investeerders verkocht, die het weinig kan schelen hoe het huis er uit ziet, als het maar verhuurbaar is. De prijs die in de markt gezet is voor Strandhuisjes is € 250.000 voor de kavel en zo’n € 300.000,- voor de woning zelf. Tel daar de BTW bij op, inrichtingskosten van de woning en tuin en dan hik je al gauw tegen de 7 ton aan.

Dat is een prijs die te vergelijken is met de adviesprijzen voor elektronica. U kent dat vast nog wel van vroeger, toen het internet nog niet bestond. Tv’s met een adviesprijs van € 2000,- die alleen bij winkelketen xyz voor € 1000,- te koop werden aangeboden. Totdat je ontdekte dat elke andere winkelier ze voor dezelfde prijs verkocht.

De opendagen waren bedoeld voor investeerders, dat zijn mensen met zoveel geld, dat ze makkelijk in staat zijn om een paar van die huisjes te kopen. Niet tegen de geadverteerde prijs natuurlijk, maar met een aanzienlijke korting.

Het ergste wat hun dan kan gebeuren is, dat ze ze zelf moeten verhuren, maar in de meeste gevallen slagen ze er in om ze voor die tijd met winst weer door te verkopen. Iedereen blij.

Droomparken heeft zijn financiering veilig gesteld. De investeerder heeft ook een paar centen verdient en de gemeente heeft het vakantiepark waar het al jaren met smart op zat te wachten.

Ik begrijp niet waarom het Comité zichzelf met dat soort van vragen kwelt en wat ze van de gemeenteraad verwacht.

De concessie tot herinrichting van het recreatieoord is ruim twee jaar geleden aan Orez bv verkocht. Zo dat al ongedaan te maken zou zijn, dan zal dat de gemeente zoveel geld kosten, dat ze aan die contractbreuk failliet zal gaan.

Hooguit kun je (wat je ziet als nadelige gevolgen) enigszins beperken, maar zelfs dat zal je niet in dank door iedereen worden afgenomen.

De uitbreiding van het openbaar gebied waarover de wethouder telkens weer opschept, bestaat in de eerste plaats uit een strand dat in de kustboog moet worden aangelegd. En juist tegen het aanleggen van de kustboog verzet het Comité zich.

Krijgt zij in haar verzet gelijk van de Raad van State, “so be it”.

Maar om te proberen Droomparken de voet dwars te zetten, door allerhande verdachtmakingen bij de gemeenteraad neer te leggen, vind ik dan weer niet zo’n geweldig idee. Dat leidt alleen maar tot repercussies.

Bevoegde autoriteit.

Naast het feit, dat het bericht in het NHD geen onderscheid maakt tussen een boete (die betaalt moet worden naar aanleiding van een gemaakte overtreding) en een dwangsom, die pas betaald moet worden als niet voldaan wordt aan een opgedragen “last” (in dit geval afbraak van een informatietent voor 1 april), kent het interview met de heer Bruil in het NHD van zaterdag meer opvallende zaken.

Zo spreekt Bruil van een raadsvergadering van 16 september, waar hij doelt op de ingelaste raadsvergadering op 16 maart. Waarmee een in september 2020 gedane belofte (informatie over hoe Droomparken de concessie dacht uit te voeren) wordt ingelost.

Nu had de raad haar onwetendheid aangaande de uitvoering van de concessie voor een groot deel aan zichzelf te danken. Zo heeft ze nooit willen weten onder welke voorwaarden de concessie aan Orez was verleend en onder welke voorwaarden ze (door de eigenaars van Orez) was doorverkocht aan de eigenaar van Droomparken.

Artikel 21 van de anterieure overeenkomst tussen gemeente en Orez bepaalt, dat een overdracht van de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten alleen maar kan plaatsvinden, nadat de gemeente daar schriftelijke toestemming voor heeft gegeven.

Op 20 november 2018 werd de overeenkomst (aangegaan tussen gemeente en Orez) getekend. Op 9 april 2019 ging Orez over in andere handen en kwamen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten in andere handen. Eind mei van dat jaar werd de raad daarover geïnformeerd.

In die tussentijd moeten er tussen Droomparken en de gemeente afspraken zijn gemaakt over een gewijzigde planuitvoering voor het onderdeel camping.

Dat dit feit niemand eerder opviel kwam, omdat de planuitvoering en de taxatie ervan, door het college geheim waren verklaard, met als gevolg dat ze niet aan de gemeenteraad waren voorgelegd.

De gewijzigde planuitvoering hielt in, dat naast verhuizing van de camping er ook plaats gemaakt zou worden voor een bungalowpark met uiteindelijk meer dan 65 bungalows.

Deze toevoeging op de oorspronkelijke (in de exploitatieopzet vastgelegde) planuitvoering had een omzetverhoging van het onderdeel camping tot gevolg, die op basis van de huidige inzichten begroot kan worden op 20 miljoen euro. Waarop al gauw een brutowinst van 4 miljoen zal worden gemaakt.

Van deze (expliciet toegestane) extra winst op de planuitvoering is nog geen stuiver richting de gemeente gevloeid.

De verantwoording voor dit alles berust bij het huidige college, met als primair verantwoordelijke wethouder Struijlaart. Hij probeert zijn rol weliswaar zo veel mogelijk te bagatelliseren, maar hij is de overeenkomst met Orez aangegaan.

Hij is ook degene die toestemming heeft gegeven voor het doorverkopen van de overeenkomst aan de eigenaar van Droomparken en tot slot is hij degenen, die toestond, dat Droomparken mocht afwijken van de getaxeerde planuitvoering, waardoor de bieding op de concessie niet langer marktconform was.

De enige, nog resterende relevante vraag was, “hoe kan het, dat de concessie tot de herinrichting van het recreatieoord zo ver beneden haar werkelijke waarde is verkocht”.

Ik denk, dat ik het antwoord op die vraag in de bovenstaande beschouwing heb gegeven en daarmee zit mijn werk er op. Het is nu aan de “bevoegde autoriteit” (de gemeenteraad) om handelend op te treden.

Door mijn conclusie over te nemen, dan wel te verwerpen. Ik zie wel wat er van komt.