Niemand lijkt van regels te houden, maar ze beschermen ons tegen willekeur. Als de één zich wèl aan de regels moet houden en een ander zich er aan kan onttrekken, dan ontstaat rechtsongelijkheid.
En aan rechtsongelijkheid heb ik een broertje dood. Dat zou ook zo moeten zijn voor de mensen die we hebben afgevaardigd in de gemeenteraad, maar ik heb niet het gevoel dat rechtsongelijkheid hun bijzonder interesseert. Vaak denk ik, dat ze zichzelf wijsmaken dat het fenomeen in hun gemeente niet voorkomt.
En in iets, dat niet bestaat hoef je je natuurlijk niet in te verdiepen of zorgen over te maken.
Maar ik krijg toch een beetje een oncomfortabel gevoel als ik zie, dat de adviseur voor leefruimte, die de gemeente heeft aangetrokken om een bestemmingsplan te maken, ook al jarenlang de huisadviseur van Droomparken is.
En dat die (vanuit die hoedanigheid) ook weer allerhande ontheffingen vraagt ten aanzien van de toepassing van regels.
Over haar mobiliteitsnota schreef ik, dat het typisch een werkstukje was waarin de degene die betaalt ook de uitkomst van het onderzoek mag bepalen. Ik dorst dat te schrijven, omdat men bij de berekening van de verkeersintensiteit een methodologische fout had gemaakt.
Die fout hield in, dat er bij een aantal maximale waarden ook een gemiddelde waarde werd opgeteld. Waardoor de totale waarde (verkeersintensiteit) lager kon worden ingeschat, dan wanneer de fout niet zou zijn gemaakt.
Een en ander doet me allemaal net iets te veel denken aan de praktijken van wereldwijd opererende accountantskantoren, die niet alleen verdienden aan de door hun uitgevoerde controle op de bedrijfsvoering, maar nog veel meer op hun adviezen over die bedrijfsvoering.
Waarna ze vervolgens geacht werden om te beoordelen, of dank zij de door hun gegeven adviezen, de bedrijfsvoering was verbeterd. Een aantal spectaculaire faillissementen (vanwege ontoereikend toezicht op het eigen doen en laten) waren daarvan het gevolg.
Bij dit alles gaat het niet om klein bier. Afhankelijk van de vraag of de grond waarop de camping gerealiseerd gaat worden deel uitmaakt van een provinciaal monument, of onderworpen is aan de regel dat er niet op gebouwd mag worden, varieert de waarde van de grond.
Die waardestijging is aanzienlijk en grond, waarop gebouwd mag worden, is al gauw een veelvoud waard van grond waarop niet mag worden gebouwd.
De uiteindelijk verkoopwaarde van kavels die aan particuliere eigenaren worden verkocht, loopt niet zelden op tot het honderdvoudige van de prijs waartegen de grond was ingekocht.
Het heeft me verrast, hoe eenvoudig het eigenlijk is om een regel die geen bebouwing toestaat, met behulp van niet te doorgronden argumentatie, te veranderen in een regel die bebouwing wel toestaat. Met als onmiddellijk gevolg, dat de grond in kwestie aanzienlijk meer waard is dan daarvoor.
Of deze waardestijging ten goede is gekomen aan de eigenaar van de grond (de gemeente) of degene die weet hoe je regels kan omzeilen en naar je hand kan zetten, laat zich (door de nauwelijks transparante opstelling van de gemeente) niet vaststellen.