Keesman en het taxatierapport

In haar pamflet (en inmiddels ook in NHD) legt Keesman uit, dat het helemaal niet raar is dat de taxatierapport (van Fakton/BaseValue) nog geheim is, omdat de belangen groot zijn. (Wiens belangen?)

Het oorspronkelijke plan heeft nogal wat wijzigingen ondergaan, dus moet er opnieuw onderhandeld worden, stelt Keesman.

Dat van die wijzigingen klopt, maar Keesman vertelt wijselijk niet dat over de twee wijzigingen die hebben plaatsgevonden al onderhandeld is en dat de resultaten zijn vastgelegd allonges (aanvullingen) op de Anterieure Overeenkomst.

He plan Vesting is door het college zelf afgeblazen, de gevolgen ervan zijn er wijzigingen aangebracht in de Anterieure Overeenkomst. Die allonge kunt u hier lezen.

Door ingrijpen van de provincie is het aantal te bouwen recreatiewoningen beperkt tot 160 i.p.v. de oorspronkelijke 200. Ook dit heeft geresulteerd in een aanvulling (allonge II) van de Anterieure Overeenkomst. Die kunt u hier lezen.

Er zijn tot dusver twee wijzigen in de oorspronkelijke plannen opgetreden die geleid hebben tot aanpassingen van de Anterieure Overeenkomst. Bij geen van de twee aanpassing is het taxatierapport van Fakton ter sprake gekomen.

Dat is ook logisch. Het taxatierapport is een intern document en had slechts één doel, het bewijs leveren, dat het door Orez uitgebrachte bod marktconform was en er (op basis van dat bod) een overeenkomst kon worden gesloten.

Onmiddellijk na het sluiten van de Anterieure Overeenkomst had het bewijs van de marktconformiteit van die overeenkomst kunnen en moeten worden vrij gegeven. Het feit, dat het college zich hier nog steeds met kracht tegen verzet maakt duidelijk, dat het college beseft, dat de taxatie niet het bewijs is van een marktconform bod.

Dat dit besef van meet af aan aanwezig moet zijn geweest, verklaart waarom het college de taxatie (onmiddellijk na het uitbrengen) geheim heeft verklaard.

Keesman verleent, in navolging van het college, een heel andere, niet bestaande reden voor de geheimhouding van het taxatierapport. Dat kennis van de inhoud de gemeente zou kunnen benadelen in haar onderhandelingen (waarover) met Droomparken.

Droomparken kent het bod dat door Orez bv is uitgebracht. De taxatie van dat bod zal voor Droomparken geen verrassing bevatten. Dat de gemeente haar bezit voor 1% van haar werkelijke waarde aan Orez had verkocht, zal ook bij Droomparken bekend zijn geweest.

Samengevat, tenzij er nieuwe ontwikkelingen zijn, bijvoorbeeld omdat de aanleg van de baai niet doorgaat, valt er niets te onderhandelen.

Laat staan dat de taxatie van het door Orez uitgebrachte bod daar een rol in zouden kunnen spelen. Dat hoofdstuk is na de ondertekening van Anterieure Overeenkomst afgesloten.

Keesman heeft het rapport ingezien en moet dus (net als Enkhuizen Vooruit!) beseft hebben, dat het rapport van Fakton/BaseValue niet het bewijs is van een marktconform bod door Orez bv.

Maar in plaats van dat te erkennen probeert ze mijn integriteit in diskrediet te brengen. Ze heeft dat eerder ook geprobeerd met het ZZM.

Omdat de SP (op verzoek van het college) het onderwerp (het taxatierapport) geheim heeft verklaard, kan ze niet langer de bal, maar alleen nog op de man spelen. Op 16 maart weten we wat dat haar heeft opgeleverd.

Oorzaak en gevolg.

De toekomstig lijsttrekker (als de leden daartoe besluiten) en tevens aspirant wethouder van Nieuw Enkhuizen, Bram van der Pijll, begint me (vanwege zijn toekomstige functie) na jarenlange stilte weer allerhande verwijten te maken.

Prima natuurlijk, dat deed hij tijdens de raadsperiode 2014-2018 ook al.

Hij was toen fractievoorzitter van Nieuw Enkhuizen, totdat de partij het vertrouwen in hem opzegde.

Waarna hij, ogenschijnlijk gesteund door de toenmalige griffier, nog even wilde doen voorkomen, dat het besluit van de leden van zijn partij niet van invloed was op zijn positie als fractievoorzitter van Nieuw Enkhuizen.

Na verloop van tijd, toen de werkelijkheid begon door te dringen, heeft hij zijn termijn als lijst van der Pijll volgemaakt. Om die reden werd hij bij NE gerekend tot de zetelrovers.

HEA en EV! en Enkhuizen lokaal zijn ook ontstaan als afsplitsingen van NE, dat zelf ook weer een afsplitsing was van het Enkhuizer Belang van Jan Hart. Die als de legendarische grondlegger van alle Enkhuizer lokale partijen mag worden beschouwd.

Enfin, die Bram dus, verwijt me in een reactie op de column “ambtsmisdrijf”, dat ik voor mijn beurt praat en ik de rechtsgang zijn werk moet laten doen.

Dat krijg je dus als je een klok hebt horen luiden, zonder te weten waar de klepel zich bevind.

Bob Sikkema wil niets liever dan de rechtsgang zijn werk te laten doen. Het is de raad, die van mening is dat hem dat zo moeilijk mogelijk gemaakt moet worden.

Door het taxatierapport “geheim” te verklaren.

Er zijn talloze zaken waarover raadsleden weigeren te spreken, zonder dat die geheim zijn verklaard. Dat had men nu ook kunnen doen en het aan het college kunnen laten zijn verzoek om inzage af te wijzen.

Waarna Sikkema de rechtmatigheid van die afwijzing aan de rechter zou hebben kunnen voorleggen en recht gedaan had kunnen worden.

Door de raad te vragen om de plicht tot geheimhouding te bekrachtigen heeft het college feitelijk een extra rechtsgang en daarmee extra vertraging weten te creëren.

Sikkema wordt nu namelijk gedwongen om eerst de rechtmatigheid van het raadsbesluit te betwisten, voordat hij de rechter een oordeel kan vragen over de rechtmatigheid van de afwijzing van zijn verzoek door het college.

Als zo vaak in het verleden haalt onze Bram oorzaak en gevolg door elkaar. Het is de raad, die zich tot taak gesteld heeft om het voor de burger zo ingewikkeld mogelijk te maken om zijn recht te halen.

Waarmee ze zichzelf niet als vertegenwoordiger van die burger, maar zich als de tegenstrever ervan manifesteert.

Niets te verwijten.

Nadat lokaal VVD coryfee Rob van Reijswoud in het NHD had mogen uitleggen wat de voordelen van het raadsbrede akkoord waren, was het zaterdag de beurt van weer een ander VVD coryfee om de nadelen van het raadsbrede akkoord te benadrukken. Ik bedoel uiteraard wethouder Struijlaard.

Wethouder Struijlaart zag het ontbreken van een coalitie, die je door dik en dun de hand boven het hoofd houdt, als nadeel. Van Reijswoud hanteerde wijselijk een eufemisme en sprak over een gebrek aan informeel overleg.

Beiden bedoelen feitelijk hetzelfde. Het binnenskamers wegmoffelen van een verschil van opvattingen tussen de bestuurder en de toezichthouder.

Opdat de gewone burger zich van niets bewust is. Façade politiek dus, met als enig doel het ophouden van de schijn.

Verder stelt Struijlaart, dat hij was aangenomen om het REZ vlot te trekken. Dat is hem gelukt, zij het, dat het voorlopige resultaat geen schim is, van wat er ons ooit werd voorgespiegeld.

Om de aantrekkelijkheid van een verblijf op haar park en camping te verhogen legt Droomparken een strand aan, waarbij ze de kostprijs van die aanleg van de aankoopprijs van de grond mag aftrekken.

Zodat de inwoners van Enkhuizen betalen voor de aanleg een strand, dat een noodzakelijk onderdeel is van de recreatie mogelijkheid voor de parkbewoners.

Maar omdat de inwoners van Enkhuizen er ook zelf gebruik van mogen maken, nemen ze ruimhartig niet alleen de kosten van aanleg, maar ook (over 10 jaar) de kosten van onderhoud voor hun rekening.

Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor het zwembad. De gemeente exploiteert het (tegen een kostprijs 6 ton per jaar), terwijl de recreanten op het Droompark er, tegen een sterk gereduceerd tarief, gebruik van mogen maken.

Van de 1300 meter strand is inmiddels nog maar 650 meter over en als de voortekenen ons niet bedriegen dan blijft er uiteindelijk nog zo’n 350 meter over.

De parkeergelegenheid, die door aanleg van park en camping verloren gaat wordt elders gecompenseerd.

Ook de kosten daarvan worden gedragen door de inwoners van Enkhuizen, omdat Droomparken ook die kosten van aanleg, in mindering mag brengen op de aanschafprijs van de grond.

Waardoor de grond (inclusief bouwvergunning) wordt overgedragen voor circa 1 à 2 euro de m2.

Struijlaart begrijpt niet, waarom er ten aanzien van deze voortreffelijk deal ook maar enig wantrouwen is ontstaan. De verslaggeefster kennelijk ook niet, zodat hem geen enkele kritische vraag over de inhoud van de deal wordt gesteld.

Dankzij Struijlaart’s manier van lostrekken van het REZ, loopt de gemeenten miljoenen aan inkomsten mis, maar geen woord daarover in het interview ter gelegenheid van zijn vertrek.

Het zijn voornamelijk de anderen die in zijn ogen steken hebben laten vallen en de krant vond die opvatting ogenschijnlijk interessant en waardevol genoeg, om er uitgebreid verslag over te doen.

Kletsmeiers.

Heroic failures van de Ierse schrijver/journalist Fintan O’Toole gaat over de Engelse fascinatie met heldhaftige mislukkingen. Vanuit die traditie verklaart hij ook het vastberaden streven van de Engelsen naar Brexit.

Er worden meerdere voorbeelden van heldhaftige mislukkingen gegeven. Twee kende ik er al. De Zuidpoolexpeditie van Robert Scott en de charge van de lichte brigade tijdens de Krimoorlog.

Waarbij een cavalerie brigade onverschrokken en met getrokken sabels afstormden op versterkte Russische artilleriestellingen (aan het einde van een vallei). Terwijl er van af de heuvels links en rechts van de vallei op hen werd geschoten.

Waar de Engelsen waardering voor schijnen te hebben is, dat zelfs als je beseft dat je poging gedoemd is te mislukken je toch, zonder een spier te vertrekken, voortgaat op de ingeslagen weg.

Dat soort heldendom kennen we in Nederland nauwelijks. Jan van Schaffelaar misschien of Jan (dan liever de lucht in) van Speijk. We zijn toch meer een volk van liever blo (laffe) Jan, dan do (dooie) Jan.

We kiezen dan ook met overgave eieren voor ons geld en keren liever ten halve, dan dat we ten hele dwalen. Niet verwonderlijk, dat onze moed (Dutch Courage) door Engelsen nauwelijks serieus wordt genomen en wordt toegeschreven aan ons overmatige gebruik van alcohol.

Hebben Brexit en en de verkoop van het REZ iets met elkaar gemeen?

Ik denk het wel. In beide gevallen komt het neer op “de blik op oneindig, het verstand op nul en hopen op een goede afloop”.

Net als Brexit zal ook het eindresultaat van de herinrichting van het REZ uiteindelijk tegenvallen. In de zin dat het vakantiepark nauwelijks toegevoegde waarde zal hebben voor wat betreft het welzijn en de welvaart van de Enkhuizer bevolking.

Maar tegen de tijd, dat dit de bevolking duidelijk wordt doen mijn kiezen geen zeer meer en zijn de huidige dagdromers in de Breedstraat al weer vervangen door een nieuwe lichting kletsmeiers, die nergens verstand van hebben, maar wel alles beter weten.

Verwijten maken.

Iemand op Facebook was boos op me, omdat ik een vergelijking had gemaakt tussen de verkoopprijs voor buitendijks land van een particuliere eigenaar en de verkoopsprijs van de gemeente.

De vliegclub Pegasus was gevraag € 150.000,- neer te tellen voor het lapje grond waarvan ze modelvliegtuigen laten opstijgen. De gemeente heeft een zelfde hoeveelheid nabijgelegen grond verkocht voor € 15.000,-.

Waar € 150.000,- een onmogelijke opgave voor de vliegvereniging is, zou een bedrag van € 15.000,- wel tot de mogelijkheden moeten behoren. De vereniging had 40 leden begreep ik uit het bericht. De man vierhonderd euro en je bent eigenaar.

Moet te doen zijn.

Een en ander op basis van de veronderstelling, dat de gemeentelijke verkoopprijs in overeenstemming was met de economische waarde van de grond.

De economische waarde van grond wordt bepaald door wat je met die grond mag doen. Het gebied maakt deel uit van een provinciaal monument en heeft de bestemming natuur.

Anders dan de opbrengst uit begrazing zijn er bij mijn weten geen andere activiteiten, die de kosten van onderhoud van het gebied kunnen beperken.

Als de economische waarde van de grond inderdaad rond € 1,- m2 ligt, zoals de verkoopprijs van de gemeente doet vermoeden, dan zou ik er voor willen pleiten dat de overheid (gemeente of waterschap) zichzelf eigenaar maakt van de grond vanwege haar monumentale waarde.

Nogmaals, onderhoud van de grond kost geld. Van de modelvliegtuigclub zou je een bijdrage in de kosten van het onderhoud mogen verwachten.

Wat die boze mijnheer op Facebook betreft, hij zou er goed aan doen zich eerst eens ergens in te verdiepen, alvorens hij anderen verwijt een haatcampagne te voeren.

Durty Buszowski

Naar aanleiding van mijn laatste stukje over de nieuwjaarsbijeenkomst van het Forum voor Democratie, kwam ik op Facebook ene mijnheer Durty Buszowski tegen, die me liet weten uniek te zijn. Ik citeer hem even letterlijk.

U bent daarentegen wel uniek in het voortdurend afzeiken en aan de schandpaal nagelen van individuen die zich wél constructief inzetten voor de samenleving.

Waarom hij het over “individuen” heeft als hij raadsleden (en alles wat daar omheen hangt) bedoelt begrijp ik niet helemaal.

Het meest recente individu (raadslid) dat ik (in zijn woorden) heb afgezeken was Wim Stolk, raadslid voor de SP en nestor van de raad.

Aanleiding was “de uitspraken die hij tijdens de eindejaarsborrel van de SP had gedaan en door het Dagblad voor West-Friesland  waren opgetekend, zodat ze daarmee ook voor de eeuwigheid bewaard zijn gebleven.”

Met zijn eerste uitspraak, over het nut en de waarde van het raadsbrede akkoord, was ik het volledig met hem eens, al betreurde ik het, dat hij die uitsprak pas deed nadat hij al zijn taken had neergelegd.

Wat mij betreft had hij die opvatting beter kunnen uitdragen toen hij nog wél in staat was om veranderingen te bewerkstelligen.

Meewerken, maar achteraf zeggen dat je het eigenlijk niet eens was met waar je al die tijd aan had meegewerkt, roept eerder associaties op van een meeloper, dan van een principiële krachtpatser.

Het tweede punt waarover ik Wim Stolk heb aangesproken was zijn herhaalde bewering, dat er binnen de provincie duistere krachten aan het werk zijn die verhinderen, dat door de raad van Enkhuizen genomen besluiten kunnen worden uitgevoerd.

Stolk staat in zijn bewering niet alleen. Wim Hoogervorst, SP lid en lid van de Provinciale Staten, had eerder al beloofd om in dit complot tussen ZZM en provincie de onderste steen boven te zullen halen. Vervolgens nooit meer iets van gehoord.

Tegenover de bewering van Stolk heb ik een aantal feiten geplaatst. Die feiten maken duidelijk, dat er door het college aanzienlijke beoordelingsfouten zijn gemaakt (waarvoor ze door de provincie waren gewaarschuwd) en dat de raad (door er geen aandacht aan te schenken) ook een beoordelingsfout heeft gemaakt.

Het eerst met een ontwikkelaar afspraken maken over de ruimtelijke indeling van een project, voordat je beschikt over een bestemmingplan, waarin die ruimtelijke indeling is vastgelegd, is zo’n beoordelingsfout. Een fout die er op neerkomt, dat je de huid al hebt verkocht, voordat je de beer hebt geschoten.

Kortom, het vaststellen van gemaakte fouten is niet hetzelfde als het “afzeiken” van hen die voor die fouten verantwoordelijk zijn, beste mijnheer Buszowski.

Dat heet er op toezien, dat zij die deel uitmaken van de politieke macht, op correcte wijze gebruik maken van die (aan hen verleende) macht.

Nu weet ik wel, dat onze politieke machthebbers het niet prettig vinden als anderen (dan die ze zelf hebben aangesteld) er op toezien hoe ze van hun macht gebruik maken, maar dat is (in een democratische rechtsstaat) nu eenmaal het recht van iedere burger.

Bovendien heeft de SP, vanwege haar smaakvolle filmpje tijdens de Europese Verkiezingen, geen enkel recht van spreken meer als het over “afzeiken” gaat.

Die partij neemt van alles en iedereen de maat, maar speelt graag voor slachtoffer, als ze wordt aangesproken over haar eigen doen en laten.

Mantel der liefde.

Eindelijk is het Noord Hollands Dagblad er in geslaagd om de grote vormgever van de Enkhuizer politiek (VVD fractievoorzitter van Reijswoud) er toe te verleiden een aantal uitspraken te doen over de huidige situatie.

Van Reijswoud is ambtenaar en geen politicus en dus werkt hij (als een goed ambtenaar betaamt) veel liever in de schaduw van de macht dan in de openbaarheid.

In het blad “Binnenlands Bestuur” stond onlangs een artikel onder de kop “Ambtenaren zijn verpletterend loyaal”. Ik twijfel er niet aan of Van Reijswoud is verpletterend loyaal ten opzichte van zijn werkgever, het college van Lelystad, waarvoor hij werkzaam is als loco-secretaris.

Maar of hij (in de rol van toezichthouder) een zelfde soort van loyaliteit aan de dag moet leggen ten opzichte van het Enkhuizer college is natuurlijk wel de vraag.

Volgens het Peterprincipe heeft een loyale ondergeschikte niet vanzelfsprekend de juiste kwalificaties om een toezichthouder te zijn en ik vrees, dat Van Reijswoud (in zijn rol van toezichthouder) net als veel van zijn collega raadsleden, ernstig tekortschiet.

Van Reijswoud was voorzitter van de commissie die de nieuwe burgemeester voordroeg en vormgever van het raadsbrede akkoord, waarin tegengestelde opvattingen niet meer naar buiten komen, maar binnenskamers worden opgelost.

Als ambtenaar is Van Reijswoud een bureaucraat en het is dus logisch dat zijn voorkeur uitgaan naar bureaucratische oplossingen, maar dat zijn niet altijd en overal de beste oplossingen. Soms werkt een democratische (en in openbaarheid gemaakte) afweging beter.

In het bovenstaande bericht erkent van Reijswoud, dat over de motie (over de te nemen juridische stappen) vooraf overleg is geweest tussen college en de fractievoorzitters wat impliceert dat de motie de goedkeuring kon wegdragen van het college.

Logisch, want hoewel de motie dreigende taal uitslaat richting provincie, kan het college zich proberen te verschuilen achter het feit, dat de motie niet haar opvatting, maar die van de raad weergeeft. Verschuilen is in dit verband een veel te rooskleurige voorstelling van zaken.

Immers, bij de provincie weten ze natuurlijk ook hoe de hazen lopen en dat een dergelijke motie door een evenwichtig college zou worden ontraden. Het feit, dat dit niet is gebeurd, zal voor de provincie het bewijs zijn, dat deze motie niet alleen met instemming, maar zeer waarschijnlijk zelfs op verzoek van het college, werd ingediend.

Dat maakt het tot een tamelijk doorzichtige manier van druk zetten op de provincie, die de reputatie van college en raad van Enkhuizen geen goed zal doen. Het staat Enkhuizen natuurlijk vrij om als een kleuter te gaan stampvoeten en het onmogelijke te eisen.

Maar  dat zal geen enkele indruk maken op het provinciale bestuur. Zoals hierboven al valt af te leiden uit de reactie van de woordvoerder van de provincie.

Van Reijswoud zou dat (vanuit zijn ambtelijk ervaring) allemaal moeten weten, maar op een of andere manier belet zijn verpletterende loyaliteit (jegens het college waarvan hij een van de grondleggers is) hem tot een evenwichtig oordeel te komen.

Met als gevolg dat elke beoordelingsfout van het college met de mantel der liefde wordt bedekt, zodat we blijven doormodderen op dit doodlopende karrenspoor.