De “voor wat, hoort wat” werkwijze.

Het recreatieoord wordt heringericht volgens de “voor wat, hoort wat” werkwijze, dat als volgt werkt:

De gemeente verkoopt grond met de vergunning daarop een vakantiewoning te mogen bouwen voor een extreem lage prijs aan een ontwikkelaar. Die wordt daardoor in staat gesteld een uitzonderlijk grote winst te maken bij het verkopen van die kavels.

Vervolgens wordt de ontwikkelaar geacht een flink deel van de door hem gemaakte winst weer te besteden aan zaken, die de gemeente graag gerealiseerd wil zien.

Nuchter bekeken komt het er op neer, dat de gemeente zichzelf een sigaar uit eigen doos geeft, maar het Enkhuizer college en raad hebben zichzelf nu eenmaal wijsgemaakt dat ze door deze manier van werken betere resultaten boekt.

In geld uitgedrukt ziet het er als volgt uit:

We weten dat Droomparken inmiddels (juridisch) eigenaar is van 200 kavels op het recreatieoord. Op basis van aanbiedingen op de website van Droomparken weten we dat ze die kavels voor € 100.000,- per stuk verkopen. Om de bruto winst per kavel te kunnen bepalen  moeten we weten wat de inkoopprijs van die kavel is.

De gemeente heeft tot dusver geweigerd haar verkoopprijs openbaar te maken. Gelukkig heeft een van de eigenaren van Orez BV zich in het NHD er wel over uitgelaten. Hij stelt dat Orez “tonnen” betaald heeft voor de grond. Zolang je het miljoen nog niet bereikt heb spreek je over tonnen, dus het is redelijk te veronderstellen dat de aankoopprijs beperkt is gebleven tot € 999.999,- of minder.

Als Orez bv voor 200 kavels 1 miljoen heeft betaald, (= € 5000.- per kavel) dan maakt zij dus een bruto winst van € 95.000,- per kavel. Bruto-winst omdat daaruit nog allerhande voorzieningen voor de gemeente betaald moeten worden. Zoals een strand of de aanleg van een weg met parkeervakken.

Maar ook over de kosten voor de voorzieningen, die de gemeente zich wenst, doet zij er het zwijgen toe.

Opmerkelijk, ze moet geacht worden in staat te zijn een offerte te vragen voor het werk dat zij gedaan wil hebben. Om te beginnen van de ontwikkelaar, die de werkzaamheden ook niet zelf uitvoert, maar laat uitvoeren door een gespecialiseerde aannemer. Maar ook een offerte van een andere aannemer (ter vergelijking) dient niet te worden uitgesloten.

Helaas weigert het college, zelfs na een WOB verzoek, inzicht te verschaffen in de kosten van de werkzaamheden die ze uitgevoerd wil zien.

Van de raad, (die in Enkhuizen alleen in haar ceremoniële functie is geïnteresseerd)  valt er (als gewoonlijk) niets anders te verwachten dan wat betekenisloze vragen over bijverschijnselen.

Zodat de vraag, in hoeverre de excessieve bruto-winst, die door de ontwikkelaar (dank zij de gemeente) zal worden behaald weer (in de vorm van werk voor de gemeente) is teruggegeven, onbeantwoord blijft.

De “voor wat, hoort wat” werkwijze was een doelbewuste keuze van het college, zoals de weigering om openheid van zaken te verschaffen, ook een doelbewuste keuze is.

Daardoor stelt de gemeente zich kwetsbaar op in zaken als ondermijning en witwassen. Zaken die de gemeente zegt met wortel en tak te willen uitroeien, maar die ze met haar  werkwijze alleen maar in de kaart speelt. Daarover morgen meer.

 

Opstaan en een kerel zijn.

dokwerkerIn een reactie op mijn vorige column citeert Frank van Gangelen (secretaris van Enkhuizen Vooruit en nummer 2 op hun kieslijst) artikel 10.2 i van het SED bedrijfsplan.

Een positief of negatief resultaat tussen de totale vrijval in de drie gemeenten en de exploitatie van de SED-organisatie, zal naar rato van het ingebrachte budget worden verrekend met de individuele gemeenten.

Het is het gebruikelijke ambtelijke abracadabra voor de gevorderde lezer.

Zoals ik het begrijp hebben de gemeenten hun gebudgetteerde personeelskosten over gemaakt naar de SED, die op basis van die budgetten (in haar naam) alle noodzakelijke werkzaamheden uitvoert.

Omdat men verwachtte, dat de SED dat effectiever kon dan de drie gemeenten zelfstandig, zouden de oorspronkelijke gebudgetteerde personeelskosten worden vergeleken met de door SED uitgegeven personeelskosten. 

Wat in 2015 een verwachtte besparing zou opleveren van 1.4 miljoen, die vervolgens naar rato van het ingebrachte personeelsbudget verdeeld zou worden tussen de deelnemende gemeenten. 

Deze handelswijze gold voor zowel een positief als negatief resultaat, waarbij ik me afvraag of men in 2014 voorzag dat in 2017 een negatief resultaat van 13,4 miljoen tot de mogelijkheden behoorde. Of dat men zich realiseerde, dat men door deze formulering een begrensd positief resultaat koppelde aan een onbegrensd negatief resultaat (zie het vorige column).

Dus ja, je kunt spreken van een ambtelijk gelijk, maar boven het ambtelijk gelijk staat het politieke gelijk. En het politieke gelijk treedt in werking als blijkt dat het ambtelijke gelijk onvoorziene en ongewenste neveneffecten heeft.

In dit geval, dat de kleinste gemeente de grootste bijdrage levert aan een maatregel waar alle drie gemeenten in gelijke mate belang bij hebben.

Indien politici geconfronteerd worden met een ambtelijk gelijk, dat politiek gezien onacceptabele resultaten oplevert, dan is het niet alleen hun taak, maar ook hun plicht  om dat onacceptabele resultaat ongedaan te maken.

Maar in dit geval hebben zowel wethouder als raad zich niet gedragen als politici, maar als gedweeë uitvoerders van ambtelijke onzin.

Een sub-slogan van Nieuw Enkhuizen is, “Anders denken, anders doen” en vandaar mijn oproep: “Sta op, wees een kerel en doe wat goed is in plaats van je te verschuilen achter bureaucratische onzin”.

De huidige gang van zaken is het zoveelste vertoon van onmacht van een met zichzelf worstelende raad. Die maar niet in staat is te beseffen dat het niet de bureaucraten zijn die bepalen wat er moet gebeuren, maar dat het de gekozen vertegenwoordigers van het volk zijn die dat bepalen.

Dus laten we hopen dat degenen die zich nu verkiesbaar hebben gesteld  nog voor de verkiezingen zullen verklaren dat ook zij zullen opkomen voor de belangen van Enkhuizen en er geen genoegen mee nemen dat de inwoners van Enkhuizen als tweederangs burgers worden behandeld en (zonder aanwijsbare reden) voor dezelfde dienst meer moeten betalen dan de overige SED inwoners.

Komt die verklaring er niet vóór de verkiezingen, dan is Nieuw Enkhuizen de enig veilige keuze. Tenminste, als het belang van de Enkhuizer bevolking U aan het hart gaat.

Achter de rug.

Na mijn glansrol Winking smile tijdens het radio debat van afgelopen zaterdag (die hoogst waarschijnlijk door niemand zal zijn opgemerkt) terug naar mijn oude stiel, het schrijven van beschouwingen over de Enkhuizer politiek.

maggyEn dus aandacht voor het onderwerp dat de zittende raadsleden niet graag ter sprake brengen. Namelijk dat, zoals de zaken er nu voor staan, de inwoners van Enkhuizen (per inwoner) de komende jaren 30% meer gaan bijdragen aan de verdere ontwikkelingskosten van het  ambtelijke apparaat dan (bijvoorbeeld) de inwoners van Stede Broec.

Hoe kan dat? Het percentage van de SED inwoners dat in Enkhuizen woont is 31%. Enkhuizers betalen echter wel 37,19% van de kosten van het ontwikkelingsplan SED. Dat is dus 6.19% meer dan de kosten die je op grond van het aantal inwoners zou mogen verwachten.

De totale kosten voor het ontwikkelingsplan zijn (afgerond) 13.4 miljoen euro. Daar 6.19% van is (afgerond) € 830.000,-. Kortom de gemeente Enkhuizen betaalt € 830.000,- meer dan je op grond van het aantal inwoners zou mogen verwachten.

Dat is geld dat de gemeente niet meer kan uitgeven aan voorzieningen voor haar eigen inwoners. Alle partijen hebben ieder hun voorkeuren voor wat betreft de voorzieningen die ze voor de Enkhuizers wensen en leggen die ook aan de kiezer voor. Zonder dat ze er trouwens bij zeggen hoe ze die voorzieningen willen financieren.

Feit is echter, dat de Enkhuizers de komende jaren zoveel EXTRA aan de ambtelijke organisatie dienen te besteden (bijna 5 miljoen), dat er weinig meer overblijft voor de gewone burgers. Of ze nu ondernemer, werknemer, uitkeringsgerechtigde of pensionado zijn.

Alleen Nieuw  Enkhuizen heeft zich tot dusver uitgesproken voor hernieuwde onderhandelingen over de verdeling van de kosten, in de verwachting dat die € 830.000,- zullen opleveren. Alleen dan dragen alle inwoners van de SED in gelijke mate bij aan de kosten voor het ontwikkelingsplan. De andere partijen in Enkhuizen zien er kennelijk geen brood in of willen de extra inspanning niet leveren.

Het zal niet eenvoudig zijn, maar onmogelijk is het niet. Een beroemd precedent is natuurlijk Margareth Thatcher, die nadat het Verenigd  Koninkrijk was toegetreden  tot de EEG, de toetredingsvoorwaarden ter discussie stelde.

Jannie
Jarenlange financiële ervaring

Is Nieuw Enkhuizen lijsttrekker Jannie Aukes een soortgelijke taak toevertrouwd? Haar jarenlange ambtelijke ervaring met gemeentelijke financiën staan daar voor borg.

Nieuw Enkhuizen vraagt niet om korting, maar wenst alleen gelijke behandeling. Ze wil voor de inwoners van Enkhuizen bereiken, dat hun bijdrage aan het ontwikkelingsplan gelijk is, aan die van de inwoners van Stede Broec en Drechterland.

De kansen op een succesvol onderhandelingsresultaat  nemen toe naarmate de Enkhuizers de bestuurders van Stede Broec en Drechterland er van weten te overtuigen, dat het hun ernst is, wanneer het gaat om een gelijke behandeling.

Een belangrijke aanwijzing daarvoor is de omvang van Nieuw Enkhuizen na de verkiezingen. Keert Nieuw Enkhuizen terug in de raad met één zetel, dan zullen onze buurgemeenten de vrij logische conclusie trekken, dat Enkhuizers kennelijk niet zo zwaar tillen aan een ongelijke behandeling.

Het besluit (om in te stemmen met een ongelijke behandeling voor de Enkhuizer bevolking) is genomen tijdens de raadsvergadering op 12 december 2017, waarbij de kleinst mogelijke raadsmeerderheid instemde met het voorstel/advies van het zittende college (toen VVD/PvdA, nu VVD/PvdA/D66).

De voorstemmers op 12 december waren D66, VVD en PvdA aangevuld met twee raadsleden die nu op de kieslijst van Voor Enkhuizen staan. Daarbij is het goed om op te merken, dat de lezers van mijn blog de raad tot 20 maal toe hebben gewaarschuwd voor de ongelijke behandeling die het resultaat zou zijn van het besluit dat ze op punt stonden te nemen. Helaas meende de raad die waarschuwingen te moeten negeren.

Het is nu aan de kiezer om een oordeel uit te spreken over dit optreden van de raad en de manier waarop zij is omgesprongen met de belangen van de gewone Enkhuizer. Wat dat oordeel zal zijn weten we over drie weken als de verkiezingen achter de rug zijn.

Heroverwegen

Zwijgen
Doodzwijgen

Op 4 december 2017 schreef ik een column genaamd “Piepelen”, waarin ik betoogde dat de raad op het punt stond om akkoord te gaan met het voorstel om Enkhuizen (31% van de aantal inwoners van het SED grondgebied) 37% te laten betalen voor de kosten van verdere ontwikkeling van de ambtelijke organisatie.

Met als gevolg dat de inwoners van Enkhuizen 30% meer zouden betalen dan de inwoners van Stede Broec.

Omdat tot op dat moment geen enkele raadsfractie bezwaar had aangetekend vroeg ik lezers om een kopie van die column aan de fractievoorzitters te sturen. Opdat ze zouden worden wakker geschud.

Ongeveer twintig van mijn lezers gaven aan mijn verzoek gehoor, zodat elke fractievoorzitter twintig keer dezelfde column kreeg toegestuurd. Geen van hen kan dus  zeggen dat hij/zij niet wist wat er speelde of niet was gewaarschuwd.

Tijdens de raadsvergadering van 12 december wijdde alleen Rob van Reijswoud (VVD) een paar woorden aan mijn actie. De overige 8 zwegen de actie dood. Zoals bijna alles wat ik in het verleden naar voren heb gebracht werd doodgezwegen. Ik ben slechts een onbetekenende Paljas, wiens opvattingen er verder niet toe doen.

De raad splitste zich in twee min of meer gelijke delen. Het ene deel wilde meteen al akkoord gaan met hele bedrag (ruim 4 miljoen). Het andere deel zag meer in een gefaseerde goedkeuring.

Tijdens de voorgaande vergadering hadden (wegens afwezigheid van Stella Quasten) de stemmen gestaakt. Stella bleek het eens te zijn met degenen die het totale bedrag in één keer wilde goedkeuren en daarmee was dat pleit beslecht.

De voorstemmers waren D66, VVD, PvdA en 3 lokalen. Te weten van der Pijll, Michel de Jong en Stella Quasten. De twee laatsten maken inmiddels deel uit van Voor Enkhuizen (of Enkhuizen Vooruit).

De voorstemmers verklaren hun stem met een beroep op een eerder besluit over een verdeelsleutel. Wat ze daarbij uit het oog verliezen is, dat die verdeelsleutel ontworpen was om overschotten terug te betalen. Voor investeringen gold tot aan 2015 een geheel andere verdeelsleutel, namelijk 33,3%.

Mijn opvatting is, dat vanaf 1-1-2015 investeringen in de ambtelijke organisatie op basis van het aantal inwoners dient te geschieden en niet langer op basis van 33,3%. Omdat investeren in een gemeenschappelijke organisatie ook een gemeenschappelijk belang is. Waaraan elke inwoner van de SED gemeenten een gelijke bijdrage dient te leveren.

Dat is een standpunt, dat ik bereid ben om tot bloedens toe te verdedigen. Niet omdat ik vind dat Enkhuizen een bijzonder voordeel verdient, maar omdat ik vind dat Enkhuizers een gelijke behandeling verdienen.

Maar je kunt natuurlijk ook een ander standpunt innemen. Zoals het college doet voor wat betreft het uitvoeringsplan voor de schuldhulpverlening.

Dorus
Klakkeloos

Het college meent (ongetwijfeld op basis van ambtelijk advies) dat 45% van de kosten van dit uitvoeringsplan voor rekening van Enkhuizen dient te komen. Wat gebaseerd is (vermoed ik) op het volume aan bijstandsuitkeringen.

Echter ik ben zelf vrijwilliger in de schuldhulpverlening en weet daarom dat een groot aantal mensen met schulden gewoon werken en niet in de Werksaam statistieken zijn terug te vinden.

Kortom, opnieuw een voorbeeld van gemakzuchtig redeneren door de ambtelijke organisatie, dat klakkeloos wordt overgenomen door het college.

Kennelijk is de SED mentaliteit er een van, ieder voor zich en God voor ons allen.

Tijdens de commissievergadering heeft geen enkele partij gewezen op het grote aandeel in de kosten voor de gemeente Enkhuizen, maar dat wil niet zeggen dat het ook niet zal gebeuren tijdens de raadsvergadering, die morgenavond plaatsvindt.

Ik ben dan ook reuze benieuwd of een meerderheid van de raad opnieuw bereid is om het college te volgen.  Zoals ze dat ook deed op 12 december, waardoor (als er niets verandert) Enkhuizen € 800.000,- meer bijdraagt aan de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie dan er (op grond van het aantal inwoners) valt te rechtvaardigen.

Maar wellicht is de raad bereid om haar standpunt (aangaande verdeelsleutels) te heroverwegen. Waarbij ik uiteraard ook benieuwd ben naar de argumenten, die de raadsleden daarvoor zullen gaan aanvoeren.