Goed, in mijn vorige column stelde ik vast dat de voltallige raad van Enkhuizen het volstrekt normaal vindt, dat ambtenaren afspraken (die financiële gevolgen voor de gemeente hebben) met derden maken zonder dat zij die afspraken schriftelijk vastleggen ten behoeve van hun superieuren.
Dat is het standpunt dat het college tegenover de raad heeft ingenomen, maar ook het standpunt dat het college tegenover mij heeft ingenomen in het kader van mijn WOB verzoek.
Het verschil tussen de raad en mij is, dat de raad zich heeft neergelegd bij het collegestandpunt en ik niet. Ik heb de rechter gevraagd te beoordelen in hoeverre het college standpunt geloofwaardig is, dan wel dat men mij informatie heeft onthouden waar ik recht op heb. Mocht de rechter mijn opvatting (dat het standpunt van de gemeente volstrekt ongeloofwaardig is) delen, dan heb ik hem gevraagd om het college op te dragen mij alsnog de ontbrekende documenten ter inzage te geven.
Voor wat betreft de geloofwaardigheid van het college is er nog een klein probleempje dat de raad niet is opgevallen maar mij wel. Het college “bewijst” aan de hand van een offerte dat de kosten van verzwaring € 100.000,- zijn, om een jaar later te erkennen dat ze slechts € 20.000,- waren.
Je hoeft geen Einstein te heten om te kunnen concluderen dat in dat geval de oorspronkelijke offerte een falsificatie was.
Wist de gemeente dat? Natuurlijk. Uit de onderliggende (spaarzame) correspondentie blijkt nergens dat dit punt is aangeroerd. Zonder enige op- of aanmerking gaat de aannemer akkoord met een verlaging tot 1/5 van de oorspronkelijk geraamde kosten en laat hij desgevraagd weten, dat wat er in het raadsvoorstel staat vermeld een correcte weergave van de gang van zaken is. Twee handen op een buik dus. In een later stadium vraagt de aannemer om hulp bij het opstellen van een brief naar de raad en die hulp wordt ook (gelet op de inhoud van die brief) zonder probleem geleverd.
Het reduceren van de kosten van werkzaamheden tot 1/5 van de oorspronkelijke offerte is niet alleen volstrekt ongeloofwaardig, het rechtvaardigt ook een tweede conclusie.
Namelijk dat college en aannemer (in gezamenlijk overleg) gebruik hebben gemaakt van een valse offerte om de raad er toe te verleiden een krediet te verlenen.
Voor zover ik weet is het vervaardigen en gebruiken van valse offertes/facturen strafbaar. Het is een poging tot fraude en het feit dat deze poging uiteindelijk mislukt is, maakt dat niet anders.
Kennelijk vindt de raad het geen enkel probleem om besluiten te nemen op basis van frauduleuze documenten en verwacht zij respect voor die keuze. Helaas kan ik dat respect niet opbrengen. Ook al omdat uit een ander WOB onderzoek blijkt, dat een groot deel van de raadsfracties oneigenlijk gebruik maken van de onkostenvergoedingen die ze zichzelf hebben toegekend.
Om frauduleus gedrag van bestuurders en ambtenaren binnen de perken te houden, mogen we eens in de vier jaar een clubje kruimeldieven kiezen. Ik weet het, soort zoekt soort en het schuim drijft altijd bovenop, maar wat een armoede.