Hoewel ik mezelf als voorvechter zie van lokale democratie, ben ik nauwelijks onder de indruk van de lokale politiek.
Wiens voornaamste streven lijkt te zijn om de lokale democratie (daar waar mogelijk) de voet dwars te zetten, teneinde de lokale bureaucratie vrij baan te kunnen geven.
Vier jaar geleden, zaten maar twee dingen me dwars. De manier waarop het recreatieoord werd verkwanseld en de bijdrage die door Enkhuizen betaald moest worden aan de herstructurering van het SED.
Naar mijn mening moesten die extra kosten (circa 13,5 miljoen) gelijkmatig worden verdeeld over de bevolking die de SED organisatie bediende. Dus de inwoners van Enkhuizen, StedeBroec en Drechterland.
Zo’n gelijkmatige verdeling zou de gemeente Enkhuizen 8 ton aan uitgaven hebben gescheeld over de periode die nu achter ons ligt.
Als Nieuw Enkhuizen over deze onderwerpen campagne zou willen voeren, dan zou ik bereid zijn om voor die partij (als lijstduwer) op de kieslijst te gaan staan. Het leek de voorzitter en de leden van die partij een prima idee, dus zo gezegd, zo gedaan.
Helaas had de toenmalige fractievoorzitter van Nieuw Enkhuizen, Jan Raven, weinig zin in de beide onderwerpen. Naar ik nu begrijp, omdat al de andere partijen er ook geen zin in hadden en hij liever meehuilt, dan dat hij een fundamenteel ander standpunt inneemt.
We zijn inmiddels vier jaar verder.
Onze financiële bijdrage aan de SED is (na vier jaar weifelen en uitstellen) nog steeds een twistpunt, wat de SED organisatie op geen enkele wijze ten goede komt.
Nog steeds proberen we met bureaucratische slimmigheidjes ons gelijk te halen terwijl er een voor de hand liggend democratisch argument ligt. Namelijk dat elke inwoner van het SED in gelijke mate bijdraagt aan de kosten van het SED.
Een eerste stap in die richting had kunnen zijn, dat elke gemeente 33 1/3 % van de extra kosten voor zijn rekening zou nemen. Om, na verloop van tijd, de volgende stap te kunnen maken naar een gelijk bedrag per inwoner.
{De huidige verdeling is nog steeds 32,1% (Stede Broec) 37,3% (Enkhuizen) en 30,6% (Drechterland)}.
De inwoners van StedeBroec en Drechterland zijn slim genoeg om te beseffen, dat voor het in stand houden van een ambtelijke organisatie, elk inwoner van het gebied waar de organisatie voor werkt, in gelijke mate dient te worden aangeslagen.
Maar in plaats van dat dit argument, met enige overtuigingskracht (ook naar de buurgemeenten) wordt verkondigd, wordt er (binnenskamers) wat gemompeld in de vage hoop dat de bureaucraten wel voor een oplossing zullen zorgen.
Maar die zijn gewend om kool en geit te sparen en dus zijn we vier jaar verder en niks opgeschoten.