Sprookjesachtig.

De dag voor kerst, tijd voor een kerstliedje dat het sprookjesachtige leven bezingt van een echtpaar (van Ierse komaf) in New York.

De man brengt, wegens openbare dronkenschap, de kerstavond door in een politiecel en mijmert aldaar over de toekomst van zijn huwelijk.

Door zijn vrouw kernachtig samengevat met de woorden, “Happy Christmas, your ass, I pray God it is our last”.

Met op de achtergrond het denkbeeldige koor van de Politie van New York, dat het sentimentele en daarom tenenkrommende loflied aan Ierland, Galway Bay, zingt

Ook de vertolkers van het sprookje zijn legendarisch. Beide van Ierse afkomst maar geboren in Engeland.

Shane MacGowan, tekstdichter en leider van de punkband “The Poques”, wat in Gaelisch (Iers) neerkomt op iemand de kont kussen. Ook beroemd vanwege het feit dat hij nog steeds in leven is ondanks zijn overmatig gebruik van drank en drugs.

Kirsty MacColl, (There’s a guy works down the chip shop swears he is Elvis) die het leven liet in de (geslaagde) poging het leven van haar zoontje te redden.

Maar ook de wordingsgeschiedenis van het liedje is wetenwaardig.

Kortom, dit even afluisteren voordat we weer terugvallen op Maria Carey en haar “All I want for Chrismas”.

Burgerpanel

applebyWie mijn fascinatie met het politieke bedrijf kent zal het niet verbazen dat ik een groot liefhebber ben van de Britse sitcom. “Yes, Minister”.

Briljant acteerwerk door de hoofdpersonen. Minister Jim Hacker en zijn topambtenaar Sir Humphrey Appleby. De serie gaat over de voortdurende strijd tussen de politiek (de minister) en de ambtelijke organisatie over (de uitvoering van) het te voeren beleid.

Wat er op neerkomt dat de minister voortdurend voorstellen doet die als voornaamste doel hebben zijn kans op herverkiezing te vergroten.

Terwijl Sir Humphrey alleen maar dingen wil doen die in het landsbelang zijn.

Waarbij het landsbelang opvallend vaak identiek is aan het belang van de ambtelijke organisatie (in het algemeen) en de persoonlijke belangen van Sir Humphrey in het bijzonder.

In deze aflevering laat de secretaris van de minister aan Sir Humphrey weten dat de minister overweegt de dienstplicht opnieuw in te voeren, omdat hij er (als gevolg van een opinie-onderzoek) achter is gekomen, dat dit stemmen gaat opleveren.

Sir Humphrey kondigt onmiddellijk een tegenonderzoek aan waaruit zal blijken dat de kiezer precies het tegenovergestelde wil van hetgeen het opinie-onderzoek eerder had vastgesteld.

En daarmee demonstreert hoe je tot een tegenovergestelde opinie kunt komen.

Het leek me wel een passende reactie op de aankondiging van de nieuwe burgemeester dat er een burgerpanel is gestart waarop gewone burgers hun opvattingen over diverse onderdelen van beleid kunnen geven.

Wat mij betreft een prima ontwikkeling, maar waarvan het ook goed is om te weten dat de onderzoeksresultaten eenvoudig te manipuleren zijn en dus vroeg of laat zullen worden gemanipuleerd.

Uncle Bertie.

regenten1In mijn laatste column “Bit of a chat” stelde ik aan het einde,  dat de sketch over Dirty Uncle Bertie een perfecte illustratie was van de werkwijze (en mentaliteit) van het Enkhuizer gemeentebestuur. Het is een metafoor, dus eerst even de rolverdeling.

De vader = het college

De zoon = de gemeenteraad

De moeder = de ambtelijke organisatie

Uncle Bertie = buitenstaanders, zoals ikzelf.

De sketch komt pas echt van de grond nadat de vader zijn zoon heeft uitgelegd hoe hij (en ieder ander mens op aarde) is ontstaan. Dat deel is vergelijkbaar met de uitleg die wethouder Olierook gaf over de wijze waarop de verzwaring van het elektra netwerk in de Drommedaris tot stand was gekomen.

Beide vormen van uitleg roepen de nodige vragen op, maar in de sketch is de zoon blij dat hem een keurig alternatief is aangereikt voor de werkelijkheid die hem door zijn schoolvrienden en uncle Bertie is voorgehouden.

Zoals de zoon niets liever wil dan de waarheid van zijn vader geloven, zo wil de raad eigenlijk niets liever dan de door het college gepredikte “waarheid” geloven.

De vader bezweert de zoon geen aandacht te schenken aan wat Uncle Bertie beweert, zoals het college altijd stelt, dat de enig betrouwbare informatie van haar afkomstig is en dat de raad er daarom verstandig aan doet geen aandacht te schenken aan wat anderen (buitenstaanders) over de kwestie menen moeten te zeggen.

Na een korte toelichting waarbij de ambtelijke organisatie (moeder) ruimhartig geprezen wordt voor de inspanningen die zij verricht om uncle Bertie in toom te houden, komen vader en zoon tot een gezamenlijke conclusie. Buitenstaanders zijn betreurenswaardige wezens die ziek zijn en die daarom medelijden verdienen.

Vader en Zoon behoren, vanwege hun taalgebruik en hun manier van doen duidelijk tot de maatschappelijke bovenlaag en die is er niet aan gewend te worden tegengesproken.

De Enkhuizer gemeenteraad wordt door het college aangemoedigd om zichzelf te zien als een uitverkoren groep. Gedraagt zich daar ook naar en stelt kritische bemoeienis niet op prijs. Ook negeert men buitenstaanders met een afwijkende mening.

De sketch gaat over gezagsverhoudingen, waarbij de vader zijn zoon opdraagt om zijn versie over de voorplanting van de menselijke soort te geloven en de zoon daar, tegen beter weten in, in mee gaat.

Soortgelijke gezagsverhoudingen ontstonden er in het Dromdossier, waarbij de raad min of meer gedwongen werd elke bewering van het college te geloven, ook als er geen enkel bewijs voor bestond.

Met als gevolg dat het uiteindelijk resultaat in de sketch identiek is aan hetgeen er in het Dromdossier is gebeurd. Op nadrukkelijk advies van het college negeert de raad verdere informatie vanuit de buitenwereld (uncle Bertie) en wordt de kwestie, ogenschijnlijk in  harmonie, afgedaan.

Gaat deze autoritaire bestuurscultuur door het vertrek van Baas veranderen? Ik weet het niet, want ik zie weinig ambities in die richting vanuit de raad.

Tot slot de huiskamervraag. Is dank zij deze sketch het inzicht toegenomen over waarom de dingen in Enkhuizen gaan, zoals ze gaan? Zo ja, dan hoor ik dat graag.