Aan de regels houden.

In mijn laatste column vroeg ik me af wie van de twee statenleden [Van Wijnen (GL) of Hoogervorst (SP)] het zouden aandurven om gedeputeerde Loggen er op te wijzen, dat hij bij de beantwoording van vragen een groteske onwaarheid had verkondigd.

Ik noem het een onwaarheid, omdat ik aanneem dat hij de vraag niet zelf heeft beantwoord maar heeft overgelaten aan zijn ambtenaar. Uiteraard weet die wél, dat zijn antwoord berust op een onwaarheid. Zodat je kunt spreken van een ambtelijke leugen, waarvoor de gedeputeerde dan weer verantwoordelijk is.

Mevrouw van Wijnen heeft laten weten dat ze vandaag overleg heeft met mensen die wat beter in de materie zitten, waarna ze haar standpunt zal bepalen.

Volgens mij maakt GL deel uit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en dan is het niet de bedoeling, dat je elkaar het vuur na aan de schenen legt.

Voor Hoogervorst geldt dat niet, de SP maakt geen deel uit van gedeputeerde staten, maar die zit weer met een heel ander probleem. Zijn partner is de fractievoorzitter van de SP in Enkhuizen en die wil geen kwaad woord horen over de manier waarop het gebied wordt ingericht.

Mijn verwachting is dan ook, dat beide politici doen wat ze altijd doen als er geen eenvoudige oplossing voorhanden is. Ze zullen, net zoals gedeputeerde Loggen deed, domweg het bestaan van een probleem ontkennen.

Is daarmee de kou van de lucht voor wat betreft de kwaliteitszone. Nog niet helemaal. Het hangt er van af, wat de IJsselmeerverenigingen en het Comité tot behoud van het Recreatieoord doen.

Ze hebben (bij de bestuursrechter) bezwaar aangetekend tegen het besluit van het college een bouwvergunning te verlenen voor de kwaliteitszone.

Tot voor kort beriep de gemeente zich er op dat er niets in het Bestemmingplan stond, dat het verlenen van een bouwvergunning in de weg stond, maar dat kan sinds de laatste wijzing van het Bestemmingsplan niet meer.

Nu staat er wel in, wat in de voorgaande versie van het Bestemmingsplan was “vergeten”. Namelijk, dat er in de kwaliteitszone (aan de voet van de Omringdijk) geen bebouwing is toegestaan.

Terwijl politici, wanneer hun dat beter uitkomt, kunnen doen of de regels die ze hebben vastgesteld er eigenlijk niet toe doen, ligt dat voor de rechters toch wat moeilijker. Van hen wordt namelijk verwacht, dat ze er op toezien, dat de bestaande regels worden toegepast.

Daarom zijn we niet alleen een democratie waarin een meerderheid van politici bepaalt wat er moet gebeuren, maar een democratische rechtstaat, waarin een rechter kan bepalen, dat ook politici zich aan de regels moeten houden.

Collegepoedels

Geen vragen

In mijn vorige bericht besprak ik de eis  van de gemeente richting bewoner Burgwal. Die kwam er op neer dat hij zijn vonnis diende te verscheuren, dan zou de gemeente het door haar ingestelde Hoger Beroep intrekken.

Op 23 januari reageert de bewoner (via zijn advocaat) formeel op het voorstel van de gemeente. Hij verklaart zich bereid zijn handhavingsverzoek in te trekken, MITS de gemeente haar hoger beroep zou intrekken. Geen wereld van verschil dus.

Niettemin doet Boland op 9 februari een raadsbrief uitgaan waarin hij stelt, “Uit de reactie van de rechtsbijstand adviseur van 23 januari 2012 op ons voorstel
blijkt dat een gezamenlijke oplossing niet haalbaar is. De standpunten van partijen liggen te ver uiteen om een oplossing te vinden die voor iedereen aanvaardbaar is.”

Pardon? Te ver uiteen? De bewoner, spuugzat van het procederen tegen de gemeente, is bereid de voornaamste eis van de gemeente in te willigen maar wenst uiteraard de zekerheid, dat de gemeente het door haar ingestelde Hoger Beroep intrekt. Wat vormt hier eigenlijk het grote verschil.

De bewoner Burgwal vraagt driemaal schriftelijk om opheldering, maar krijgt daarop geen antwoord.

Waarom probeert Boland  in zijn raadsbericht verschillen uit te vergroten die er in werkelijkheid niet zijn. In mijn eerdere bericht “Arrogant en rancuneus” geef ik daarop een antwoord. Men is waarschijnlijk tot het besef gekomen, dat het feitelijk niet ter zake doet of bewoner Burgwal wel of niet zijn handhavingsverzoek in trekt.

Nu uit het vonnis is gebleken dat bewoning van de schuur illegaal is, blijft de gemeente geen andere keus daar tegen op te treden, ongeacht of de bewoner daar wel of geen verzoek toe doet.

[Overigens trekt tijdens de commissievergadering van afgelopen dinsdag Boland nog steeds in twijfel of er sprake is van illegale bewoning, zodat we mogen concluderen dat de man buitengewoon hardleers is.]

Maar hoewel Boland, tijdens dezelfde commissievergadering, pontificaal verklaard, dat in geval van illegale bewoning de gemeente zal optreden, gaat het hier blijkbaar om een situatie waarbij men dat (kost wat het kost) wil vermijden.

Eerst door te ontkennen dat er sprake is van illegale bewoning. Vervolgens, als ontkennen niet meer kan, door in Hoger Beroep te gaan. En als duidelijke wordt dat dit een feitelijk een onhaalbare missie is, neemt men zijn toevlucht tot een nieuwe maatregel, namelijk een onderzoek naar de mogelijkheid tot legalisatie van de bestaande situatie.

Dit onderzoek heeft, net als een Hoger Beroep, een opschortende werking, wat inhoudt dat de uitvoering van een vonnis nog even kan worden uitgesteld.

Tegelijkertijd heeft Boland nog op geen enkele wijze duidelijk weten te maken welk gemeentelijk belang er mee gediend is dat er tot legalisatie wordt overgegaan.

Een poging tot legalisatie  houdt in, dat er een geheel nieuwe procedure gevoerd zal moeten worden, waarin de bewoner Burgwal uiteraard bezwaar zal maken tegen het voornemen van de gemeente.

Gelijktijdig wordt de bewoner Burgwal economische schade toegebracht, omdat zijn huis, vanwege de lopende procedure minder verkoopbaar zal blijken te zijn.

Daarbij komt, dat bij mijn weten, er op dit moment geen sprake is van bewoning van de schuur en dat het niet waarschijnlijk is dat dit in de de nabije toekomst  zal veranderen.

Uit het optreden van Boland kan dus niets anders worden opgemaakt dan dat hij een belang nastreeft, waarover hij niet wenst te praten en waarvan evenmin kan worden vastgesteld dat het een gemeentelijk belang is, maar waarvan het volstrekt duidelijk is dat de bewoner Burgwal daar het slachtoffer van dreigt te worden.

Een van de belangrijkste taken van volksvertegenwoordigers is er op toe te zien, dat de overheid de haar gegeven macht niet misbruikt voor het nastreven van persoonlijke doeleinden. Van die taak lijken de volksvertegenwoordigers van de gemeente Enkhuizen nauwelijks doordrongen te zijn.

Alleen  SP, PvdA, LQ, en CU/SGP hadden zich in eerste instantie aangemeld om het woord te voeren in deze kwestie, maar lieten zich naar mijn overtuiging veel te makkelijk de mondsnoeren door de combinatie de Jong/Boland.

De overige partijen VVD/D’66, NE, CDA en GL toonden helemaal geen belangstelling en vervulden de rol van toehoorder.

Het is dat de Jong zijn haardos niet mee heeft anders zou je hem (gelet op de rol die hij speelde) makkelijk tot collegepoedel kunnen benoemden. Van der Pluim loopt in dat opzicht (juist vanwege zijn haardos) een groter gevaar.

Boerenfluitjespolitiek.

Als het in Enkhuizen over parkeren gaat is het altijd feest. Ook afgelopen dinsdag was het weer genieten. Fijma (PvdA) had een motie van treurnis ingediend en motiveerde dat met een strak verhaal.

De raad had een besluit genomen om betaald parkeren in twee fasen in te voerden. Gebruikelijk is dat het college dan de uitvoering van dit raadsbesluit ter hand neemt.  Voor wat betreft fase 1 was dat ook met grote voortvarendheid gebeurt, maar wanneer kwam nu eigenlijk fase 2, wilde men bij de PvdA weten. Omdat op die vraag geen antwoord werd gegeven, had ze een motie van treurnis voorbereid, die afhankelijk van het antwoord van het college wel of niet zou worden ingediend.

Lijkt me een keurig en afgewogen standpunt, dat serieus behandeld zou mogen worden, maar daarvoor zijn ze in Enkhuizen teveel gehecht aan boerenfluitjespolitiek.

Wijchers (Nieuw Enkhuizen) wilde er geen woorden over vuil maken, zolang niet zeker was dat de motie ook daadwerkelijk zou worden ingediend. Stomp (VVD/D’66) meende dat met deze motie op de persoon werd gespeeld. Een binnen de politiek gebruikelijke uitvlucht als je het niet over de inhoud wilt hebben.

Deze opvatting werd weer gesteund door van der Pluijm (Geitenwollensokken Liberaal), waarschijnlijk  omdat hij  zo gauw ook niet wist waar hij zich deze keer bij moest aansluiten.

Stomp riep ook nog dat het niet alleen de schuld van het college was, maar ook van de Raad. Dat doet hij wel vaker, om vervolgens te weigeren aan die uitspraak ook maar enig gevolg aan te verbinden. Deze opmerking viel echter wel weer in de smaak van Joke Kuijsten (CU/SGP), maar de redeneert natuurlijk erg veel vanuit de overtuiging dat wij allen zondaars zijn.

Kortom de motie van treurnis haalde het niet, maar zelf al had hij het gehaald, dan was er nog geen bloed gevloeid.

Wethouder Kok kennelijk gesterkt door deze bijstand werd zelfs overmoedig en riep richting PvdA dat ze in plaats van naar hem te wijzen beter met drie vingers naar zichzelf konden wijzen. Wat ze met die andere twee vingers moesten doen, zei hij er niet bij, maar ik heb wel een vaag idee waar ze die (volgens hem) konden steken.

Nestor

Het meeste verrassende aan de Raadsvergadering van afgelopen dinsdag vond ik toch, dat aan het einde van de vergadering bleek dat Rene van der Pluim (GL) de nieuwe nestor van de Raad is geworden.

Handige zet natuurlijk, want ín die functie ben je toch een beetje een steunpillaar van het gezag. Het zal van der Pluijm dan ook niet moeilijk vallen om die functie naar behoren te vervullen.

Het revolutionaire is er bij GroenLinks wel een beetje van af. Men wilde landelijk ook al dolgraag in de regering en lokaal is dat niet anders.

De standaard overweging van van der Pluijm is, dat hij zich veelal aanmeld als laatste spreker, om vervolgens te verklaren dat hij niet alles zal herhalen wat al eerder is gezegd. Een slimme strategie, want zo houdt je iedereen te vriend en je spreekbeurten kort.

Zelfs toen hij een door hem (samen met de CU/SGP) ingediend amendement besprak liet hij al in eerste instantie het college weten dat soep (wat hem betrof) niet zo heet hoefde te worden gegeten als zij werd opgediend.

Het ging hem meer om het gebaar dan om het in het amendement genoemde bedrag liet hij (bij voorbaat) weten en het maken van een gebaar is het college wel toevertrouwd.

Ik heb zijn eerste optreden als nestor, waarin hij Munnik uitzwaaide, dan ook maar niet beluisterd.

Linzen en mussen

Aan het einde van de commissie BOFS vergadering (gisteravond) ontstond er zowaar een echte discussie. Op de agenda stond behandeling van het college uitvoeringsprogramma.

Een grotendeels door de ambtelijke staf geschreven werkstukje over zaken waaraan men zich de komende vier jaar geen buil aan denkt te kunnen vallen.

Niks mis mee natuurlijk. Gewoonlijk gebruiken partijen zo’n stuk om zich te profileren door er wat tegen aan te plassen en gaat men vervolgens over tot de orde van de dag.

Maar deze keer had een college een list verzonnen waarmee ze de “gedoogpartijen” CDU/SGP  en GL gedurende de gehele raadsperiode wat fermer aan zich zou kunnen binden.

De Raad zou dit keer een besluit moeten nemen waarbij het college uitvoeringsprogramma de basis en het vertrekpunt zou zijn voor de komende vier jaar.

De bedoeling is duidelijk. Zou het besluit er eenmaal liggen (dank zij de voorstemmen van CDU/SGP en GL) dan zou het voor die partijen een stuk moeilijker worden om tijdens de uitvoeringsfase nog nee te zeggen.

UIteraard herhaalde Boland hierbij zijn gebruikelijke mantra, “als de Raad nu ja zegt, heeft zij in de uitvoeringsfase altijd het volste recht om nee te zeggen”. Formeel juist, maar gewoonlijk hanteert men dan een ander mantra. “Wie A gezegd heeft, moet ook B zeggen, wil men als Raad tenminste geloofwaardig blijven”.

Politiek is nu eenmaal de kunst om een vinger te pakken te krijgen, waarna (na verloop van tijd) de rest vanzelf volgt.

Tijdens de vergadering klonk er nog enige aarzeling door bij CU/SGP en GL, maar Boland heeft vast nog wel een bord linzen (voor de CU/SGP) en wat dooie mussen (voor GL) achter de hand die kunnen worden opgenomen in het college uitvoeringsprogramma.

Mijn inschatting is dan ook, dat hij de uitkomst van de uiteindelijke stemming met vertrouwen tegemoet kan zien.

Geen Benul

Van de 17 raadsleden hebben er 10 niet hun vertrouwen in wethouder Boland opgezegd.

Uiteraard is het goed te weten wat hun argumentatie was.

In zijn algemeenheid vond men weliswaar dat er grote fouten waren gemaakt, maar dat de schuld daarvoor niet alleen bij de wethouder lag.

De Raad zelf had ook fouten gemaakt was de conclusie.

Dit roept bij mij weer het angstige vermoeden op, dat de meerderheid der raadsleden nauwelijks besef heeft van hun rol in het geheel.

De Raad beslist, het College voert uit. Tot die uitvoering behoort ook het formuleren van raadsbesluiten en bestuursopdrachten waarover de Raad moet beslissen.

Het college wordt in die taak bijgestaan door een ambtelijk apparaat en beschikt tevens over een budget dat het mogelijk maakt externe deskundigen te raadplegen.

Het is volslagen onzinnig om te veronderstellen (zoals o.m. vd Pluim en Stomp deden) dat in dat proces, de Raad zelf een rol van betekenis kan spelen.

De Raad bestaat immers uit deeltijd-politici, die er van uitgaan mogen (en moeten), dat hetgeen haar ter beslissing wordt voorgelegd ter zake en uitvoerbaar is.

Als het College (in dit geval) twijfelt aan de uitvoerbaarheid van de door haarzelf geformuleerde bestuursopdracht, dan heeft zij geen andere keus, dan die twijfel kenbaar te maken aan de Raad en tegelijkertijd voorstellen te doen waarmee die twijfel kan worden weggenomen.

Raadpleegt zij over die twijfel een externe deskundige, dan dient ze het resultaat van die raadpleging ook aan de raad voor te leggen.

Zeer zeker, als het verkregen advies die twijfel niet volledig kan wegnemen.

Laat een college dit na, dan handelt zij in strijd met het beginsel dat de Raad, alvorens zij wordt uitgenodigd een beslissing te nemen, kennis moet hebben kunnen nemen van alle relevante informatie.

Te bepalen wat wel of niet relevant is, is een privilege van de Raad en niet van het College.

Het besluit een externe deskundige te raadplegen kan moeilijk worden uitgelegd als een poging informatie te verzamelen die niet relevant is.

De opvatting dat, door de Raad gemaakte fouten (op welke fouten doelt men eigenlijk ?) een rechtvaardiging zijn voor het niet naleven van bovenstaande spelregels, is onzinnig.

Het feit dat de meerderheid van de raad die opvatting lijkt te huldigen kan slechts op twee manieren worden verklaard.

Ofwel de meerderheid van de Raad heeft geen enkel benul van de spelregels, ofwel de meerderheid kan het niet schelen of ze worden nageleefd.

Ik weet eerlijk gezegd niet wat erger is.

Dooie Mussen

Tijdens de raadsvergadering over het SMC werd door GroenLinks een amendement ingediend.

De inhoud ervan was pas de middag voor de raadsvergadering geformuleerd en werd tijdens de vergadering uitgereikt. Volgens de door v.d. Pluim gegeven toelichting kwam het op volgende neer.

Er schijnt een wettelijke grondslag te zijn die je dwingt om groen (dat je door bouwactiviteiten vernietigd) elders te compenseren.

Het revolutionaire idee van GroenLink was nu dat een onafhankelijke deskundige de waarde van het groen in de Vijzeltuin zou vaststellen en dat ter waarde van dat bedrag elders een nieuwe groenvoorziening zou worden gerealiseerd.

Nu denk ik niet, dat de vernietiging van groen in de binnenstad gecompenseerd kan worden door de aanleg van een plantsoentje in Kadijken Noord.

Wil je de groenbalans van de binnenstad in evenwicht houden, dan zou je op zijn minst moeten bepleiten dat de ruimte die Nicolaas in de Vijzeltuin in beslag neemt, in de Doelenstraat opgeeft en het groen daar wordt gecompenseerd.

Per slot van rekening gaat het om een verhuizing van deze vorm van zorg.

Dat groencompensatie in de binnenstad (op de financiële gronden) nooit zal gebeuren weet ik ook wel, maar het is toch het minst wat een getuigenispartij als GroenLinks zou kunnen bepleiten.

Ik kan het niet bewijzen en de betrokkenen zullen het ten stelligste ontkennen, maar het voorstel van GroenLinks heeft wel alle stijlkenmerken van een Boland compromis.

Even denk je er toch nog een half ei uitgesleept te hebben, maar bij nadere beschouwing blijkt het toch weer een lege dop te zijn.

Gewoon een ideetje van Boland, dat door klein duimpje van de coalitiepartijen mag worden gepresenteerd en vervolgens enthousiast door het college wordt omarmd, omdat er verder toch geen consequenties aan vastkleven.

V.d. Pluim eindigt zijn betoog met de opmerking dat “iedereen die enig benul heeft van politiek weet hoe het verder gaat”.

Zonder te willen beweren dat ik enig benul van politiek heb, denk ik inderdaad te weten hoe het verder zal gaan. GroenLink zal ons gedurende de gehele raadsperiode blijven proberen ons te verblijden met dooie mussen.

Gedoogsteun

Of het allemaal niets kost heeft GroenLinks Enkhuizen (na de verkiezingen) zowaar een berichtje geplaatst op haar geheel vernieuwde website.

Het gaat over de coalitiebesprekingen en men kondigt aan om constructief te gaan vechten voor haar standpunten.  Over wat dat zijn tasten we nog even in het duister, want deze partij had als enige geen verkiezingsprogramma gemaakt.

We gaan er dus maar van uit dat als deze partij ergens voorstemt, dit een van de standpunten is waar ze constructief voor gevochten heeft.

Opvallend is verder dat GL (zichzelf meegeteld) maar drie linkse partijen in de gemeenteraad telt. Niet leuk voor Stella van lijst Quasten die zichzelf toch ook als een linkse partij ziet, ook al vermeld ze dat niet met zoveel woorden.

Nu is er natuurlijk wel een groot verschil in benadering tussen Stella en René. Zo slaagt Stella er in om zich over vrijwel alles op te winden, terwijl René juist de indruk wekt zich nergens over op te winden wat de Enkhuizer politiek betreft.

Hij geeft zijn mening, daar niet van, maar je hoort hem denken dat hij  liever mondiale problemen, zoals de energie- en klimaatcrisis oplost.

Dat heeft hij gemeen met die andere (Sudeten) GroenLinkser in de raad Hans Langbroek, die over elk mondiaal probleem een mening heeft, maar zich verder tijdens de raadsvergaderingen bescheiden opstelt.

GroenLinks heeft gedoogsteun toegezegd aan het nieuwe college en dat is geheel in lijn met het landelijke streven naar regeringsdeelname in een regering met de VVD. Als ik 1 Vandaag mag geloven snakken alle GroenLinksstemmers daar naar en zijn ze zo ongeveer bereid om alles in te leveren om dat te realiseren.

René lijkt in Enkhuizen een zelfde strategie te volgen, die voorlopig nog niet beloond is met een wethouderszetel, maar wie weet wat de toekomst hem zal brengen.

Ontluikend Groen

GroenLinks heeft een nieuwe website en dat is het vermelden waard.

Bijna 4 jaar lang beschikte men (samen met VVD en D’66) over de minst informatieve (en daarmee meest deerniswekkende) website, maar daar is nu dus verandering ingekomen.

Met video’s nog wel die, het moet gezegd, een hogere artistieke waarde hebben dan wat Quasten TV ons voorschotelt.

Echte “feel good” movies met mooie beelden van Enkhuizen.

Het oude Enkhuizen wel te verstaan. Dus havens, geveltjes en schepen.

Erg veel erfgoed, dat bewaard moet blijven natuurlijk, en verder aandacht voor de natuur.

Ook begrijp ik dat ze tweemaal per maand vergaderen in het gebouw van radio Enkhuizen. Daar mag U bijzijn, maar wel even melden dat U komt, want ze houden kennelijk niet zo van verrassingen.

Aanstaande maandag is GroenLinks samen met de ChristenUnie te gast bij radio Enkhuizen. Twee partijen die zuiver in de leer zijn.

Alle twee voor de invoering van betaald parkeren, voor veel groen en naastenliefde. Ik denk niet dat de vonken er af zullen springen en wens de beide presentatoren dan ook alle sterkte met hun programma.

Ommezwaai

Stiekum had ik gerekend op een overstag gaan van de CU tijdens het parkeerdebat, (men heeft volgens mij nogal wat kiezers in walkantenland) maar reeds na de eerste woorden van Joke Kuijsten was het duidelijk dat het ijdele hoop was.

Men bleef pal achter het beleid staan dat wethouder Franx daarvoor verdedigd had.

Gewoonlijk geeft de Raad eerst zijn mening over een voorstel, waarna de wethouder antwoord en de rol van grote verzoener op zich kan nemen.

Op voorstel van Fijma (PvdA) ging het deze keer precies omgekeerd. De wethouder trapte af en het werd aan de parkeeroppositie gelaten om daar gaten in te schieten.

De parkeercoalitie (bestaande PvdA, Nieuw Enkhuizen en CU) kon zelfverzekerd achteroverleunen en minzaam toezien.

Er waren een trits moties van het CDA, die uiteindelijk allemaal werden verworpen en een oproep van Nieuw Enkhuizen om bij de Bonte Veer een uitzonderingspositie te scheppen voor medewerkers van Leekerweide.

Deze oproep resulteerde in een uitbreiding van het vergunningstelsel naar het gebied buiten de veste. Weliswaar nu nog beperkt rond de Bonte Veer,  maar verdere uitbreiding lijkt  me  een kwestie van tijd.

Toch was er wel degelijk sprake van een ommezwaai.

Van der Pluijm (GL) die op 12 mei die nog vrolijk de parkeercoalitie steunde bleek (om voor mij onduidelijke reden) plotseling tegen.

Maar in plaats van tegen te stemmen verliet hij de vergadering, gevolgd door Stella Quasten.

Het zal een hogere vorm van politiek bedrijven zijn, die aan mij helaas niet is besteed.